Kip/ei vraagstuk – column Marc de Hond

Marc de Hond
Marc de Hond

‘Er is één vraag der vragen die ieder mens, gelovig of ongelovig, zich ergens in zijn leven afvraagt: “Bestaat G’d?” Die vraag heeft slechts twee mogelijke antwoorden. “Ja, hij bestaat” of “Nee, hij bestaat niet”. In het eerste geval is de mens een briljante schepping van G’d. In het tweede geval… dan zou G’d een briljante schepping zijn van de mens.

Deze vraag der vragen heeft opvallend veel gelijkenissen met het aloude kip/ei vraagstuk. “Wat was er eerder, G’d of de mens?” Een vraag die vrijwel onbeantwoordbaar is. Want hoewel de wetenschap steeds overtuigender kan aantonen dat de Aarde en het universum zijn ontstaan door de oerknal, en dat de mens is ontstaan door evolutie, is het onmogelijk te bewijzen dat de “big-bang” en “survival of the fittest” niet de instrumenten waren van een alwetende schepper.

Wellicht komen we verder als we “de vraag” even parkeren, en eerst deelnemen aan een gedachtenexperiment. Ongeacht of G’d werkelijk bestaat of niet: zou de mens in staat zijn om hem zelf te verzinnen? Is het mogelijk dat ergens in de geschiedenis van de mensheid er mensen zijn geweest die het concept ‘G’d’ verzonnen; en dat zo overtuigend deden dat anno 2017, zes miljard van de zeven miljard mensen op Aarde zich nog steeds dagelijks met volle overtuiging laten leiden en inspireren door een Godfiguur. Zou het kunnen? Is de mens in staat om zo sterk te geloven in fictie, dat het voelt als de waarheid?

Iedereen zal het erover eens zijn dat kinderen daartoe uitstekend in staat zijn. Jonge kinderen kennen nog niet het verschil tussen werkelijkheid en fantasie. Voor hen zijn Sinterklaas, Mickey Mouse, K3, Woezel, Pip en G’d allemaal even echt. Als er iets makkelijk voor de gek te houden is, is dat het kinderbrein. Wat dat betreft is het goed dat er tot achttien jaar nog geen stemrecht is voor kinderen, en dat de ouders tot die tijd verantwoordelijk zijn voor hun kroost. Als je geen enkel onderscheid kunt maken tussen feiten en fictie, is het onverantwoord om fundamentele beslissingen te nemen.

Maar is het volwassen brein ook in staat om zo stellig te geloven in fictie? Volgens mij wel… Zelf was ik mijn hele jeugd enorm fan van “Star Wars”. Hoewel ik wist dat Luke Skywalker, Princes Lea, C3PO en alle andere wezens in hun universum zijn verzonnen door filmmaker George Lucas, voelden zij voor mij als méér dan fictie. Kijkend naar de films, lezend in de boeken, spelend met het speelgoed; voelde ik een alternatieve werkelijkheid. Voor mij waren de verhalen van Star Wars een inspiratiebron.

En ik weet zeker: als ik morgen Harisson Ford tegen het lijf zo lopen, waarvan ik dondersgoed weet dat hij niets meer dan een acteur is, zou het voor mij voelen alsof ik Han Solo zou ontmoeten. Of je nu fan bent van Harry Potter, Game of Thrones, Frozen, Star Trek of Goede Tijden Slechte Tijden, je brein wéét dondersgoed dat dit door mensen gefantaseerde fictie is; maar een briljant verzonnen verhaal kan soms waarachtiger voelen dan de werkelijkheid. Uit goede fictie trek ik levenslessen, haal ik steun in moeilijke tijden; voor mijn brein maakt het niet eens uit of die fictie mij vanaf het begin is aangesmeerd als fictie of als werkelijkheid.

Nu zal er niemand zijn die zal beweren dat Darth Vader echt bestaan heeft; en uit zijn naam oorlog voeren, aanslagen plegen of een geliefde afwijzen omdat hij of zij niet in The Force gelooft. Wereldwijd zijn er echter vele heilige boeken die door hun aanhang als waarheid worden beschouwd. De voorschriften die voortvloeien uit boeken als de Tora, Bijbel en Koran worden door miljarden gelovigen streng nageleefd. Er zijn in de wereldgeschiedenis vele momenten aan te wijzen waarin religieuze geschriften het verschil maakten tussen oorlog en vrede, leven en dood. Mocht er ooit doorslaggevend bewijs gevonden worden dat G’d niet bestaat, dan zouden vele momenten in onze wereldgeschiedenis met terugwerkende kracht totaal absurd zijn.

Is G’d verzonnen?
De vraag van vandaag is gelukkig nog steeds niet: ‘hebben we G’d verzonnen?’ Maar: “zouden wij in staat zijn om hem te verzinnen?” Zijn mensen in staat om een verhaal uit hun duim zuigen dat voelt alsof het volledig waargebeurd is? Zou dat verhaal zo waar kunnen voelen dat we bereid zijn ons leven volledig naar de fictieve Hoofdfiguur in te richten? Zou dat verhaal zo waar kunnen voelen dat wij overtuigd zijn dat de verzonnen Hoofdfiguur over ons waakt, zelfs met ons communiceert en ons instrueert? Zou dat verhaal zo waar kunnen voelen, dat je je niet eens kunt voorstellen dat het niet waar zou zijn?

Volgens mij zou ieder mens, of je nou religieus bent of niet, die vraag volmondig met “JA” moeten beantwoorden.

Er zijn wereldwijd namelijk vele duizenden verschillende religies. Sommigen gaan uit van één G’d (monotheïsme) en anderen van meerdere goden (polytheïsme). Er zijn net zo veel verschillende scheppingsverhalen; interpretaties van G’d, heiligen en religieuze voorschriften waar gelovigen zich aan moeten houden, als dat er religies zijn. Interessant genoeg spreken veel heilige boeken elkaar volledig tegen. Volgens het ene geloof moet je rust houden op zaterdag, volgens het andere op zondag. Mag je geen varkensvlees eten, of juist geen heilige koe? Is het verboden een beeltenis van G’d maken, of moet je er juist je Tempel mee volhangen? En… was Jezus nou wel of niet werkelijk de zoon van G’d?

Laten we ervan uitgaan dat de Aarde, als hij door G’d zou zijn geschapen, logischerwijs maar één keer en op één manier geschapen kan zijn.
Laten we ervan uitgaan dat de mens, als hij door G’d zou zijn geschapen, logischerwijs maar één keer en op één manier geschapen kan zijn.
Laten we ervan uitgaan dat als G’d zou bestaan en de mens leefregels zou willen opleggen, er slechts één set van die regels is; het lijkt me niet logisch dat hij ons tegenstrijdige regels op zou leggen.

Dan is het volledig onmogelijk dat alle religies ter wereld op waarheid zijn gebaseerd. Mocht G’d werkelijk bestaan, dan zou hij hoogstens in een handjevol “heilige boeken” accuraat beschreven zijn. Alle overige heilige boeken moeten dan logischerwijs door de mens verzonnen fictie zijn, waarin niet meer waarheid te vinden is dan in de films van Star Wars en Harry Potter. Desondanks worden die niet bestaande goden door hun aanhang net zo goddelijk en waarachtig ervaren als een eventueel wèl werkelijk bestaande G’d door Zijn aanhang.

De grootste religie ter wereld is het christendom, met 2,2 miljard gelovigen. Mocht de christelijke Bijbel nu net dat ene heilige boek zijn dat op waarheid gebaseerd is, zou dat betekenen dat minimaal 3,8 miljard mensen op Aarde in een andere, fictieve, door de medemens bedachte G’d geloven. Minstens 3,8 miljard mensen die dagelijks, met de volste overtuiging, hun leven inrichten op basis van absolute fictie, zonder dat ze dat zelf doorhebben.

Ons menselijk brein heeft maar één doel, ons laten overleven. Daarvoor is het nodig om ons positief te houden, ook in barre tijden. Daarvoor is het nodig om het leven te begrijpen, ook als het chaos is. Daarvoor is het nodig om je sterfelijkheid te kunnen aanvaarden, ook als je niet dood wilt. Religie geeft mensen houvast, troost en inspiratie op moment dat de koude feiten niet toereikend zijn. Het menselijk brein heeft er alle belang bij om ons soms een beetje voor de gek te houden. Een briljante vondst van G’d… of van de natuur.

Religie kan ook onheil over mensen afroepen. Wat zou het mooi zijn als ieder mens voordat je, uit naam van je eigen G’d de strijd aangaat met andersgelovigen, je er voor een heel klein momentje bewust van zou zijn dat er best een reële kans is, dat zowel jij als “je tegenstander” hartstochtelijk overtuigd bent van eenzelfde soort briljante fictie.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Kip/ei vraagstuk – column Marc de Hond