Kosjere Slagerij Marcus failliet verklaard

Slagerij Marcus heeft faillissement moeten aanvragen. De enige overgebleven kosjere slachterij van Nederland sluit binnenkort de deuren, omdat het zich financieel niet langer kon bedruipen. Dit meldt de Joodse Gemeente Amsterdam (NIHS) in een nieuwsflits via haar nieuwsbrief aan de achterban. Het bankroet van Slagerij Marcus komt in een toch al ongelukkige week voor Joods Nederland, waarin ook Joods educatief centrum Crescas aankondigde het licht uit te doen.

Sjechieta in de polder

Nooit meer kosjer vlees van Hollandse bodem, dat is de uitkomst van een proces dat Slagerij Marcus in de afgelopen tijd heeft doorgemaakt. Het bedrijf stond al onder druk, zo bleek uit de brandbrief van vorig jaar van toenmalig NIHS-voorzitter Ruben Troostwijk. Die luidde de noodbel voor kosjer geslacht vlees uit Nederland en de hoge kosten ervan. Per heden is Slagerij Marcus failliet verklaard. Daarmee komt een einde aan een honderden jaren lange traditie van sjechieta in de polder.

Alternatieven

Door het bankroet kan het bedrijf ‘niet langer verse kosjere vleesproducten en gevogelte dan wel ingevroren producten leveren onder toezicht van het Rabbinaat van Amsterdam’, schrijft de Joodse Gemeente Amsterdam in een nieuwsbrief. De achterban krijgt advies waar nu kosjer vlees te kopen. ‘Op dit moment kunt u voor uw kosjere vlees- en gevogelteproducten terecht bij David’s Corner en het Jumbo-filiaal aan de Kastelenstraat. Ook kunt u nog steeds eten bij/van de kosjere restaurants en cateraars die zijn goedgekeurd door ons Rabbinaat’.

Oplossing vinden

Het bestuur van de NIHS wenst de leiding, personeelsleden van en alle betrokkenen bij Slagerij Marcus veel sterkte in de komende tijd. ‘We werken hard aan een oplossing om de kosjere vleesvoorziening voor onze Joodse gemeenschap structureel veilig te stellen. Vanzelfsprekend houden we u op de hoogte’. Waar die oplossing naartoe gaat, weet momenteel niemand. Kosjer vlees en gevogelte zal voorlopig uit het buitenland moeten komen. In Duitsland en Groot-Brittannië is de sjechieta nog in tact. In België is het zo goed als verboden.

Vakbekwaamheid

Slagerij Marcus was het laatst overgebleven bedrijf dat dieren volgens de Joodse riten en regels slachtte. De aantallen waren al behoorlijk klein, maar desondanks bleef de slachterij moedig weerstand bieden. Met het einde van Slagerij Marcus komt een einde aan de lange traditie van de sjechieta in Nederland, een traditie die honderden jaren teruggaat. De kosjere slagers in Nederland stonden voor de oorlog bekend om hun vakbekwaamheid, kunde en hygiëne. Ook niet-Joden kochten graag daar hun vlees, omdat ze ervan op aan konden dat het zo vers mogelijk was. Verder waren Joodse slagers op zondag open, een dag waarop in het christelijke Nederland vrijwel alle andere winkels dicht waren.

Troostwijk

Vorig jaar schreef toenmalig vertrekkend NIHS-voorzitter Ruben Troostwijk dat kosjer vlees van eigen bodem alleen nog mogelijk zou zijn als de Joodse gemeenschap daarvoor offers zou maken. De Nederlandse branche stond toen al onder druk, onder meer omdat Joden die kosjer eten steeds vaker voor buitenlandse alternatieven kiezen of gewoonweg minder kosjer vlees kopen. De Gemeente maakte jaarlijks een tot 1,5 ton verlies. Troostwijk: ‘De vraag is, hoe zwaar weegt het belang van een eigen koosjere vleesvoorziening in Nederland? Welke kosten kunnen wij als Joodse Gemeente maken en welke offers wilt u als particulier daarvoor brengen?

Pechweek

Het verdwijnen van Slagerij Marcus komt in een toch al ongelukkige week voor Joods Nederland. Op zondag werd de opening van het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum (NHM) overschaduwd door antisemitische demonstranten, die door burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) te dichtbij waren toegelaten bij de ceremonies. En op dinsdag werd bekend dat Joods educatief centrum Crescas stopt met zijn activiteiten. De reden daarvoor ligt in krimp en het feit dat ook Crescas het financieel niet meer kan bolwerken. Met het bankroet van Slagerij Marcus valt opnieuw een deel van de infrastructuur voor Joods leven in Nederland weg.