Leven of theater? – column Femmetje de Wind

Foto: Y. Kulkens

Ontregelend theater. Dat is het enige wat ik wist toen ik me op 4 mei, na de plechtige herdenking aan de Apollolaan, bij een massa mensen voegde die Carre binnen ging. In de zaal die tot de nok gevuld was, zag ik heel wat Joodse vrienden en kennissen in het publiek. 

Jacob Derwig kwam op. Zijn rol: het Europa trio aankondigen. Drie muzikanten olv violiste Liza Ferschtman. Het begon allemaal heel vriendelijk, met een verhaal over verbinding en het gevaar van deadlines en de terreur van de klok. De continue tijdsdruk die ons weghoudt van hetgeen waar het echt om gaat: familie en samenzijn. 

Maar gaandeweg het stuk wordt Derwig dwingender over wat de zaal moet voelen. Het is prachtig wat de muzikanten verklanken, vindt hij. Het is de ware kunst, verkondigt hij. Muziek is de vader van alle kunsten.Mag het publiek dat misschien zelf beslissen? denk ik. Ook het trio begint zich stilletjes te ergeren aan Derwigs verregaande inmenging en zijn mansplaining. Maar het publiek houdt zich stil, ondanks dat Derwig het publiek meerdere malen rechtstreeks aanspreekt. Die stilte roept bij mij een gevoel van machteloosheid op. Moeten we niet reageren?

Derwig die steeds meer gaat briesen, gesticuleren en van het ene kant van het podium naar het andere rent, overstemt niet alleen de interpretatie van de kijker (want is kunst niet altijd dat wat de kijker ervan maakt?) maar ook de muziek zelf. Zijn pijlen worden vervolgens gericht op Liza Ferschtman, de voorvrouw van het trio. Liza is Joods. Niet alleen op het toneel, ook in het echte leven, wat het geheel lastiger te interpreteren maakt als theater. “Joden zijn een geniaal volk,” roept Derwig. “Een intelligent volk.” De zaal houdt zijn adem in. Een groot deel van de aanwezigen heeft net zijn vermoorde grootouders en overgrootouders herdacht.

Liza hoort zijn geraaskal een tijdje aan en doet dan het enige juiste, ze staat op en loopt het podium af. De muziek verstomt deels. De cellist staat na een minuut ook op en de pianist laat de laatste noten klinken en verdwijnt dan eveneens van het plankier. Derwig beantwoordt dit stille protest in duidelijke bewoordingen: “Wat een Jodenstreek.” Hij briest nog even door over die nare Joden die toch zo onbetrouwbaar blijken. Boven op het balkon begint het te rommelen. Er staan wat mensen op. Iemand roept: “Deze Jood gaat naar huis!” Er is nog iemand die boe roept. Onduidelijk of dat voor ‘de Jood die naar huis gaat’ is of voor Derwig.

Natuurlijk weet ik dat het theater is. Maar alles in mijn lichaam schreeuwt dat ik weg wil. Tegelijk wil ik weten wat er gebeurt. Maakt het uit, dat ik zal weten of hij later context zal geven aan dit onverbloemde antisemitisme? Maakt het uit of er nog een plottwist komt? Gaat dit niet gewoon te ver? Is het niet tijd om een statement te maken? Als het licht uitgaat breekt er een oorverdovend applaus los. Ik wil in stilte de zaal verlaten. 

Later bij de uitgang ontmoet ik de vrouw die wegliep. Ze heeft tranen in haar ogen. “Weer gebeurt het,” zegt ze. “Niemand staat op, niemand doet wat, niemand  durft iets te zeggen.” Ze heeft gelijk. Wat we vanavond aanschouwd hebben is niet Jacob Derwig, maar onszelf. En het was zeer ongemakkelijk.

Lees ook:
Tientallen bezoekers lopen boos weg uit theatervoorstelling Derwig

Een optreden in Carré is donderdagavond overschaduwd door incidenten. Tientallen bezoekers liepen boos weg bij het toneelstuk ‘Waar wij voor strijden’, dat werd opgevoerd in het kader van het project Theater Na de Dam. Acteur Jacob Derwig speelde een personage die er gaandeweg de avond extremistische ideeën op nahoudt. De hoofdpersoon maakte zijn monoloog wel af, maar het weglopen maakte het ongemakkelijk, zo klinkt het.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Leven of theater? – column Femmetje de Wind