Matzes en Mie – boekrecensie

Van der Laan
Twitter

‘De eerste vraag bij dit boek is natuurlijk of het ook zou zijn uitgegeven als Frits Barend een onbekende Nederlander zou zijn geweest. En de tweede vraag is natuurlijk of de Jappenkampen en de Holocaust op één lijn kunnen worden gezet.

Deze familiegeschiedenissen van twee verwante families laten duidelijk zien dat er tussen 1939 en 1945 een wereldoorlog woedde, met verschrikkingen op bijna alle continenten. De vernietiging van de Europese Joden is al vaker beschreven (de NIOD-bibliotheek telt meer dan achtduizend boeken met Holocaust als trefwoord) en er komen steeds meer persoonlijke verhalen bij. De Japanse bezetting kan niet los worden gezien van de Indonesische onafhankelijkheid die daarop volgde. De verhalen over de interneringskampen eindigen vaak ook bitter over het feit dat men uit het tropische paradijs wordt gegooid. Wat hen bindt is het onvermogen om er over te praten én het onvermogen, of de onwil van de andere Nederlanders, om te luisteren of belangstelling te tonen.

In 29 korte hoofdstukken wordt van Nederland naar Indië gehopt, sneller dan dat voor de oorlog mogelijk was, en zo rijst een beeld op van huwelijken en scheidingen, geluk en ongeluk, maar alles dragelijk tot de oorlog uitbrak. Het is goed dat deze geschiedenissen niet in 1940 of 1941 beginnen, maar ver ervoor, zodat je een goed beeld van de beide families gaat krijgen. Er is veel correspondentie bewaard gebleven en daar wordt ook rijkelijk uit geciteerd, of kaarten die worden afgedrukt. Zelfs vanuit diverse concentratie- en vernietigingskampen komen briefkaarten in Nederland terecht, zoals een kaart uit Sobibor, waar meer dan 30.000 Nederlandse Joden vergast werden. Er is in Nederland sprake van verzet en van verraad, maar ook van een jonge Duitse soldaat, die zijn plicht verzaakt en een Joods onderduikertje over het hoofd ziet.

Langzaam komen door archiefonderzoek en interviews met schaarse overlevenden een beeld van twee families naar voren; vóór, tijdens en na de oorlog.

Een familiegeschiedenis telt al vaak veel namen en dat wordt in dit boek ook nog eens verdubbeld, zodat je soms niet meer weet over welk familielid het gaat. Zo’n boek is vaak bedoeld om de levenden te confronteren met de doden en Matzes en Mie kwam voort uit de behoefte om Kim en Barbara, de dochters van Marijke en Frits, te vertellen hoe het geweest was.

Vaak eindigen deze familieverhalen met hoe het nu met de overlevenden gaat; gebleven, gemigreerd naar Israël of Amerika, dat het meestal goed met ze gaat, maar dat de oorlog nog als een zware wolk boven hen hangt. Hier komt in het nawoord het naoorlogs racisme/antisemitisme aan bod, in het bijzonder op de voetbalvelden. “De passiviteit van de hele voetbalwereld tegen de vele uitingen van racisme heeft ons altijd verbaasd”, wordt duidelijk gesteld. Zelfs als bobo’s, bijvoorbeeld André van der Louw, er persoonlijk op werden aangesproken, veinsden deze bijna altijd dat er niets aan de hand was of dat je het moest negeren.’

Auteur: David Barnouw

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Matzes en Mie – boekrecensie