Mijn Jom Ha’atsmaoet – Ruben Vis

Ruben Vis
FB

Geen Jom Ha’atsmaoet in Esfahan

Een van de bijzonderheden aan het bestaan van de staat Israël is de religieuze dimensie daaraan. Natuurlijk manifesteert die zich op allerlei manieren en vooral binnen Israël, maar één dimensie is ook duidelijk waarneembaar daarbuiten, in Galoet, de diaspora waar wij wonen. Er is een gebed voor de staat Israël dat in de sjoeldienst wordt uitgesproken en steeds vaker uitbundig wordt gezongen.

Het gebed bestaat uit twee delen. Het eerste gaat inderdaad over Israël; het tweede gaat over hen die nog niet het heilige land hebben bereikt. Laat ons daar ook voor bidden (oren, davvenen). Voor hen vragen we: “Denk toch aan onze broeders, in welke landen van de verstrooiing zij ook mogen zijn, breng hen spoedig frank en vrij naar uw stad Zion, naar Jeruzalem.”

In een tijd dat Joden niet weg konden uit de Sovjetunie was dit een tot de verbeelding sprekende tekst die vol vuur en overtuiging werd uitgesproken. Gelukkig zijn de omstandigheden gewijzigd. Maar er is nog wel een plek op aarde waar Joden niet vrij zijn; ze zijn in een gouden kooi gekluisterd. In een land dat zich tot aartsvijand van Israël ontpopt en dat zijn invloed juist nu, nu we zeventig jaar staat Israël vieren, steeds dichter tot de landsgrenzen van de Joodse staat uitbreidt. Iran. Een land waar de Joodse aanwezigheid millennia oud is; waar totdat de islamisten het er voor het zeggen kregen, de Joden er in welvaart leefden. Maar de herinnering aan die bloeitijd ligt ver achter ons.

Wanneer we deze week feest vieren om de zeventig jaar die Israel bestaat, laten we dan niet vergeten dat er nog steeds Joden zijn die het niet wordt gegund om het zionsverlangen in daden om te zetten. De ongeveer 15.000 Joden in Iran zitten vast en kunnen niet wat wij kunnen: naar Israël gaan, of openlijk verlangen naar Israël, van Israël houden.

De Joden in Iran kennen Joods leven. In vier steden zijn er sjoels, scholen, restaurants, er is zelfs een Joodse leerschool. Maar ze zitten op een eiland, de Joden van Esfahan en Teheran. Voor de hele Joodse wereld is Israël het centrum van het Jodendom; voor de Joden in Iran geldt dat niet – kan dat niet gelden. Ze zijn afgezonderd van de wereld en daarmee van de Joodse wereld. Met zelfs de zo vergaande consequentie dat ze voor het vinden van een Joodse partner veroordeeld zijn tot uitsluitend de eigen Iraans-Joodse binnenlandse groep van 15.000. We weten dat Iran mensenrechten schendt en fors ook. Dit mensenrecht, de mogelijkheid hebben om de partner te kiezen die jij wil, wordt aan de gehele Joodse bevolking van Iran ontnomen.

Israël is jarig en dus is het deze week feest. Nog steeds is niet iedereen overal in staat om ter gelegenheid van zeventig jaar Israel feest te vieren.

In het kader van de Israëlische onafhankelijkheidsdag (Jom Ha’atsmaoet) en het zeventig jarig bestaan van de staat Israël brengt Jonet deze week de serie ‘Mijn Jom Ha’atsmaoet’. Ruben Vis is algemeen secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, de overkoepelende organisatie van Joodse Gemeenten.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Gastcolumns en blogs » Mijn Jom Ha’atsmaoet – Ruben Vis