‘Taart in de Hoeskamer’

Beeld: De Limburger
Beeld: De Limburger

‘De Vogelstruys – de hoeskamer vaan Mestreech- is een instituut. Weinig cafés spreken zo tot de verbeelding. In den Ouden Vogelstruys,  zoals de kroeg officieel heet, bestaat al sinds mensenheugenis. Je zou het een monument van Maastrichtse gastvrijheid kunnen noemen. Wie de menukaart bekijkt, ziet echter geen vergeelde foto’s uit de oude doos maar het vrolijke gezicht van de exploitant; Henri Hochstenbag.

Wie bij de ‘Struys’ een uitsmijter bestelt, krijgt de uitbater er gratis bij. Hij is het boegbeeld van de Maastrichtse gastronomie! Belangrijker voor de stad dan de Mosasaurus of Sint Servaas. Waar een struisvogel zijn kop nog in het zand steekt, daar steekt deze vrolijke snuiter zijn hoofd pontificaal in de menukaart. Vlak naast de saté van ‘verrekeshaos’ en de ‘gehaksbal’.

Je ziet dat vaak gebeuren bij mensen die in aanraking komen met het institutionele carnaval in Maastricht. Henri Hochstenbag was –ik moet zeggen is nog steeds- regerend prins carnaval. Wie prins is of lid van carnavalsvereniging de Tempeleers leert hier al heel snel om naast de schoenen te lopen. Volgens uitvoerig zelfonderzoek staan de carnavalisten te boek als: arrogant, elitair en gesloten. Ik zou het niet durven te weerspreken.

Niemand kan het ontgaan dat bij de Tempeleers de serieuze tijd is begonnen. Vanaf de elfde november staan de gezichten weer op halfzeven. Als de carnaval in de lucht hangt, voelen de Tempeleers zich down. Als ik zo’n hekel aan carnaval had, was ik er allang mee gestopt. Maar een beetje Tempeleer is een volhouder. Ik heb een zwak voor deze club die zó wereldvreemd is dat het weer leuk wordt.

De Tempeleers zijn toch wel de Zwarte Pieten van het Carnaval. Inmiddels net zo passé als de moorkop of de Zigeunerschnitzel op de menukaart. Nu burgemeester Hoes single is hebben de Tempeleers er een probleem bij. Het is namelijk traditie om de partner van de burgemeester, tijdens de Machseuverdrach aan de stadsprins, een taart aan te bieden. Aan wie moeten ze die taart nu geven ? Nou ja, succes!
Er zijn behoeftigen genoeg in deze stad. Mensen die zich geen taart kunnen permitteren. Mensen die met brood genoegen moeten nemen. Gelukkig komt de taart toch altijd wel goed terecht.

Misschien moeten ze de komende maanden gebruiken om eens zoete broodjes te bakken. Dat zou hun imago goed doen. Ze kunnen dan nadenken over de nieuwe tijd en die goeie ouwe tijd. En waar kan dat beter dan in de hoeskamer vaan Mestreech? Gewoon tussen het volk en met Henri Hochstenbag achter de toog. Heel gewoon, maar o zo leuk. Probeer het eens!

Maastricht, dat gun je jezelf!’

Benoit Wesly is voorzitter van Joods Limburg en schrijft maandelijks een column voor Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad.

Bron: Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » ‘Taart in de Hoeskamer’