Utrecht gaat onterechte straatbelasting op naoorlogse Joden onderzoeken

Pixabay Verlaan

De gemeente Utrecht gaat onderzoeken of Joodse huiseigenaren na de Tweede Wereldoorlog ten onrechte straatbelasting moesten betalen. Voor de zomer moet het onderzoek klaar zijn. Mogelijk besluit de gemeente dan tot het uitkeren van individuele schadevergoedingen, gelden voor collectieve projecten of beiden. Eerder deden Amsterdam, en Den Haag al onderzoek naar rekeningen die teruggekeerde Joden na 5 mei 1945 moesten betalen. Het ging uiteindelijk om onterecht betaalde erfpacht.

Genoegdoening
Straatbelasting is een vorm van precario die mensen in de bange jaren ’40-’45 moesten betalen voor het onderhoud van de stoep en straat voor hun woning. In de oorlog werden Utrechtse Joden vervolgd en afgevoerd, waarna de huizen veelal in Duitse handen kwamen. Joden die na de bevrijding terugkeerden, kregen hoge rekeningen voor straatbelasting op de mat. De gemeente laat nu onderzoeken om eventueel tot een genoegdoening te kunnen komen.

Van Zanen
In een brief aan de gemeenteraad schrijft burgemeester Jan van Zanen (VVD) dat een Duitse stichting de huizen tijdens de bezettingsjaren heeft beheerd. Omdat die stichting officieel geen eigenaar was, betaalde deze ook geen straatbelasting. Toch zou de gemeente Utrecht na de oorlog straatbelasting aan de oorspronkelijke Joodse eigenaren hebben aangeslagen. Van Zanen heeft het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en Genocidestudies (NIOD) opdracht gegeven het onderzoek te doen.

Aandringen
Het onderzoek komt er na aandringen van de Joodse gemeenschap, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Utrechtse PvdA-fractie. Zij wijzen op onderzoek uit 2013 naar erfpachtgelden die in Utrecht ten onrechte zouden zijn geïnd bij teruggekeerde Joden. Daaruit bleek dat er in de Domstad geen sprake zou zijn geweest van oneigenlijke erfpacht-inningen, omdat hierover niets terug te vinden was in de archieven. De straatbelasting werd echter niet uitgezocht. Vandaar dat de drie bovengenoemde spelers daarop hebben aangedrongen.

Recht op smartengeld
Tijdens de Sjoa werden zeker zestienhonderd Utrechtse Joden gedeporteerd. Na 5 mei 1945 keerden vierhonderd van hen terug. Een deel van hen heeft naar eigen zeggen wel degelijk een naheffing gekregen voor straatgelden die zij nooit hebben kunnen betalen. De overlevenden en hun nabestaanden hebben recht op een schadevergoeding, zo vinden velen in de Joodse gemeenschap. Momenteel wonen er naar schatting circa honderd Joden in Utrecht. Het is onduidelijk of zij allemaal in aanmerking komen voor smartengeld.

Hoofdstad en Hofstad
Eerder deden Amsterdam en Den Haag onderzoek naar ten onechte aanslagen van erfpachtgelden. In beide steden bleek dit het geval te zijn. De gemeenteraad van Amsterdam besloot om tien miljoen euro aan schadevergoeding voor de Joodse gemeenschap beschikbaar te stellen. Na veel soebatten werd besloten het geld alleen voor collectieve projecten beschikbaar te stellen. In Den Haag gaat de schadevergoeding zowel naar individuen als collectieven. In 2019 keerde de gemeente 55.000 euro aan schadevergoeding aan negen Joodse Hagenaars uit.

Categorie:

Home » Nieuws » Utrecht gaat onterechte straatbelasting op naoorlogse Joden onderzoeken