Verhalen als enige ‘thuis’: Marcel Möring’s ‘Eden’

Marcel Möring
Keke Keukelaar

‘Eden’, de nieuwe roman van Marcel Möring, is een reis door de tijd en door een groot deel van de wereld. Al op de eerste bladzijde word je met kracht het universum van de schrijver binnengezogen, om daar pas na het laatste woord weer langzaam uit te komen. Het verhaal, dat vele verhalen omvat, blijft de lezer nog lang bij na het sluiten van het boek.

Op het eerste gezicht gaat het over een naamloze man die is geboren in een dorp zonder naam in een groot en eveneens naamloos bos. Maar al snel wordt de man herkenbaar als de personificatie van Achasjveros, de legendarische zwervende (‘wandelende’) Jood. Hij groeit op in een dorp in Litouwen dat steeds moet worden verplaatst omdat het om de zoveel tijd wordt verwoest door de landheer.

Na een een schokkende gebeurtenis gaat de man zonder naam die Niekas (Litouws voor ‘niemand’) wordt genoemd op reis. Zonder doel, behalve om de wereld te verkennen. En dat doet hij – zij het dat die wereld weinig op heeft met hem en zijn soortgenoten. Hij krijgt de naam De Zwarte, in de Middeleeuwen en later nog bij de primitieve plattelandsbevolking, een aanduiding voor de duivel. Zijn verhalen – en de verhalen binnen die verhalen – doen aan als chassidische legenden, maar dan zonder stichtende conclusies.

Tegelijkertijd vertelt de roman het verhaal (of eigenlijk: het vervolg van het verhaal) van Mendel Adenauer, de hoofdpersoon uit Möring’s debuutroman ‘Mendel’. De verhalen, die elk in verschillende stijl (en zelfs gedrukt in verschillende lettertypen) worden verteld, lopen parallel door het boek en pas tegen het einde wordt duidelijk wat de relatie is tussen de twee personages en hun geschiedenis.

Onderweg
Eden is, aldus de auteur bij de presentatie van zijn boek, de plaats waar je thuiskomt, waar je liefde vindt. Zo op het oog gebeurt dat niet in deze roman. Niekas, die in de loop van de tijd de naam Zwarte of De Zwarte heeft gekregen, blijft onderweg. Mendel blijft ‘onderweg’ van de ene vrouw naar de andere, niet in staat tot blijvende liefde.

Waarom dan toch ‘Eden’?

Het boek is het laatste deel van een trilogie die begon met ‘Dis’ – in de Divina Commedia van Dante de naam van de stad die in het centrum van de hel ligt. In de roman staat ‘Dis’ voor Assen, waar de weinige overlevenden van de Sjoa het leven weer proberen op te pakken in de wetenschap dat veel van hun stadgenoten ofwel actief hebben meegewerkt aan de ondergang van de Joodse gemeenschap, ofwel zich afzijdig hebben gehouden.

In deel twee van de trilogie, Louteringsberg (afgeleid van het tweede deel van Dante’s Divina Commedia, Purgatorio), is het de naoorlogse generatie, in de persoon van Kolpa’s dochter Rebecca, die zich op de been probeert te houden ondanks de geestelijke en emotionele erfenis die zij van hun ouders hebben meegekregen.

Thuiskomen
In ‘Eden’ zou – na de hel en de loutering – volgens de structuur van Dante’s meesterwerk, Paradiso moeten volgen, door Möring ‘verjoodst’ tot Eden. Maar noch Marcus Kolpa (de hoofdpersoon van Dis), noch zijn dochter, noch Niekus (de Zwarte) of Mendel zijn voldoende gelouterd om een werkelijk Eden te bereiken. Of, en dat is waarschijnlijker, Eden is iets anders dan letterlijk thuiskomen.

Thuis, zo blijkt al in de loop van het verhaal, is een plaats die zich buiten tijd en ruimte bevindt. Het geworstel van de hoofdpersonen met het verleden – dat hun in feite een toekomst heeft ontnomen – in de drie romans maakt van de tijd een belangrijke factor. Misschien zelfs een personage. De tijd, daar komt het op neer, dient overwonnen te worden. In Eden is dat uiteraard het geval. Eden is geen plaats en kent geen tijd: het wordt duidelijk dat het enige thuiskomen dat mogelijk is voor verdoolde zielen het vertellen, luisteren naar en herhalen van verhalen is.

Thuiskomen in verhalen. Ook voor de lezer, die ‘thuiskomt’ in het verhaal van ‘Eden’ via personages en thema’s die zij eerder heeft leren kennen, niet alleen in de eerdere delen van de trilogie, maar ook – als gezegd – in Möring’s debuut ‘Mendel’ en in ‘In Babylon’.

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Verhalen als enige ’thuis’: Marcel Möring’s ‘Eden’