Nepnieuws – column Hanneke Gelderblom

Hanneke Gelderblom
Beeld: K. Rijken

‘Treitervlogger is het woord dat in 2016 werd gekozen als het woord van het jaar.
Na nogal wat rumoer over de teksten van een vlogger die schreef over de wijk Poelenberg in Zaanstad waarbij dit woord werd gelanceerd hebben we het woord treitervlogger nauwelijks meer gehoord.
Ik denk dat het snel in de vergetelheid zal verdwijnen.
Dat gaat niet op voor het woord nep. Weinigen zullen beseffen dat dit begrip dat officieel Bargoens heet, natuurlijk eigenlijk uit het Jiddisch komt.
Velen ontvangen hun dagelijkse nieuws niet meer over de radio, de tv of uit de krant, maar via Facebook, Twitter of een andere vorm van digitaal medium.
Omdat zogenaamd “waar is wat gedrukt staat”, gaat dat adagium ook op voor mensen die geen kranten meer lezen. Bij alles wat zij tegenkomen op hun mobile telefoon, desktop of iPad denken ze vaak: “Dit is waar”.
Of de afzender onder de meest onlogische of zogenaamd grappige schuilnaam schrijft, doet niet ter zake. Het feit dat je wat je denkt kunt opschrijven en daarmee delen met anderen, dat is belangrijk. Of het ook op waarheid berust lijkt niet ter zake te doen. Integendeel: hoe meer “likes “je krijgt, des te groter is het zogenaamde waarheidsgehalte van wat je schrijft. Het staat geschreven en dus is het waar. Zo ontstaat een hele vloed aan verhalen en daarmee is de werkelijkheid of de feitelijke waarheid nauwelijks meer een issue.

Terug naar de Pravda?
Dat dit een mogelijkheid biedt tot misinformatie zal geen weldenkend mens ontkennen. Dat ideologen ervan gebruikmaken om hun waarheid te verspreiden, is een feit. Het verschil tussen die waarheid en propaganda bestaat namelijk niet.
En in landen waar vrijheid van meningsuiting onder druk staat en alleen de overheid de waarheid bezit, is dit de gewone gang van zaken bij informatieverspreiding.
Het doet mij erg dekken wat een aantal Russische vrienden mij vertelde over de berichtgeving in de communistische tijd, waarin er in de hele Sovjetunie slechts twee kranten waren: de Isvestia en de Pravda – “Het Nieuws” en “de Waarheid”. Maar alle Russen wisten: dit is slechts staatspropaganda, want “Er staat geen nieuws in de waarheid en geen waarheid in het nieuws.”
De vraag die vele zich stellen is: gaan wij in de vrije democratische wereld nu ook deze kant op?
Gaan wij een tijd tegemoet waarin het debat er niet meer toe doet, waar je niet meer de mogelijkheid wordt geboden te kunnen kiezen uit een veelheid van gefundeerde meningen?
Integendeel. Zijn we aanbeland in een tijd waarin sommigen, die bovendien claimen dat zij namens “ het volk” spreken, stellen dat alleen hun mening ertoe doet en de rest van de meningen slechts nep is.
In Amerika is deze trend bij de nieuwe president Trump al zichtbaar.
Alleen journalisten die hem naar de mond praten, worden op zijn eerste persconferentie de mogelijkheid geboden hem een vraag te stellen.
Degenen die hem kritisch benaderen (CNN) worden tot “nepnieuws” verklaard en krijgen geen kans.

Pakistan en Israël 
Waar nepnieuws al bijna tot een kernwapenconflict leidde, bleek eind december toen de Pakistaanse minister van Defensie Khawaja Asif met een atoomaanval op Israël heeft dreigde nadat hij in een online nepnieuwsbericht was getrapt. De vroegere Israëlische minister van Defensie, Moshe Yaalon, werd daarin aangehaald met de uitspraak dat Israël Pakistan “nucleair zal vernietigen.”
Gelukkig kon dit nepnieuws op tijd worden ontzenuwd.

In Nederland is er een partijleider die regelmatig spreekt over een “nepparlement” waarin hij notabene zelf functioneert.
Vraag is: hoe zou hij reageren wanneer hij volgende maand slechts een nepsalaris krijgt?

Woord van 2017?
Ik denk dat nepnieuws het woord van 2017 wordt. Maar of we daar blij van moeten worden is zeer de vraag.
Het gaat slecht met de kranten; jongeren lezen geen dagbladen meer en de advertentiemogelijkheden nemen af. Maar dat kan nog veranderen. Ik denk dat kranten waar journalisten hun rubriek niet meer zo vaak gebruiken om een mening te ventileren, maar om feiten te vermelden, belangrijker worden dan ooit. Feiten die duidelijk berusten op waarheidsvinding, op duiding en op geverifieerde achtergrondinformatie. Feiten die oproepen tot discussie.
Juist wanneer men genoeg krijgt van al dat nepnieuws gloort in onze democratische samenleving een nieuwe toekomst voor goede journalistiek, die niet berust op geruchten of paniek-zaai-, of hoaxberichten.

Kranten die een maal per dag verschijnen moeten hiervoor de tijd nemen en goede journalisten aanstellen.
Dan zal de bereidheid toenemen, ook bij de jongere generatie, om voor dit kwaliteitsnieuws te betalen.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Nepnieuws – column Hanneke Gelderblom