Wat een naam kan aanrichten – column Awraham Meijers

Awraham Meijers
Facebook

De Amerikaan Harvey Zeiger hoefde slechts zijn Joodse voor- en achternaam te veranderen in een, laten we zeggen, wat ‘acceptabeler’ versie en de wereld lag aan zijn voeten. Zo simpel is ons leven. Als je je maar aanpast zijn er geen problemen.

Harvey Zeiger besloot dus op een goede dag als Larry King door het leven te gaan. Dat heeft hem geen windeieren opgeleverd; deze beroemde CNN-host had tussen de veertig- en vijftigduizend vraaggesprekken (!) achter z’n kiezen. Iedereen in de VS en de rest van de wereld van enig belang was zijn gesprekspartner. Zo zaten ook onze geliefde misdaadverslaggever Peter R. de Vries zl. en de hologige Mahmoud Ahmadinejad, ooit de Opper Tiran van Iran en (uiteraard) enthousiast Holocaust-ontkenner, bij Larry aan tafel. Na Kings dood (vorig jaar) meldde een krant dat: ‘Hij een gewone Joodse jongen uit Brooklyn was, die zich elke dag verbaasde over wat het leven voor hem in petto had’.

Nou ja, dat de Jood Harry Heine zich Christian Johann Heinrich Heine liet noemen nadat hij in 1825 Lutheriaans doopwater over zijn voorhoofd liet sprenkelen, weerhield ruim honderd jaar later zijn bruinhemdige landgenoten er niet van het werk van Heinrich Heine te verbranden. Ik heb het dus over de dichter/filosoof die ooit profeteerde: ‘Wo man Bücher verbrennt, verbrennt man am Ende auch Menschen’. Jawel. Vooruit, nog eentje van deze filosoof/dichter met zijn unieke ironische talent: ‘De hemel is uitgevonden voor mensen aan wie de wereld niets te bieden heeft’.

Zelf moest ik ongewild drie godsdiensten over me heen laten denderen, of dat heeft geschaad weet ik niet, maar gebaat heeft het in elk geval niet. In de Tweede Wereldoorlog was ik christen, want lid van een domineesgezin. Na de oorlog en terug bij mijn ouders, was ik Jood en had het in mijn woonplaats af en toe zwaar te verduren omdat ik de Heiland zou hebben gekruisigd. Toen ik rond mijn twaalfde bij de Franse kustplaats Dieppe van een zeventig meter hoge krijtrots donderde en het kon navertellen, werd ik door de rooms-katholieke gemeenschap van die stad omarmd vanwege een beschermengel die op m’n schouder zou zitten en is een soortement mis voor mij op touw gezet.

Maar er speelden niet alleen drie religies een rol; ik had ook drie verschillende voor- en achternamen. Tijdens mijn onderduik – ik was anderhalf jaar oud – bij het gezin van dominee Müller heette ik Freddie. Omdat ik een (lichte) blaasontsteking had en weleens in m’n broek plaste, was al snel Van der Plas mijn achternaam. Voor de dorpelingen was het echter Freddie Müller. Het roddelcircuit beweerde dat ik het ‘buitenechtelijk’ kindje was van een dochter van de dominee. Dat dachten lokale NSB’ers ook, dus lieten wij het zo. Freddie van der Plas.

Weer met mijn biologische ouders herenigd was het plotseling Bram Meijers. Onder die voornaam heb ik serieus geleden; iedereen in Doesburg, het stadje waar ik opgroeide, voelde zich gemachtigd mij Brammetje te noemen. Brammetje had een voor mijn gevoel ranzige ondertoon; het synoniem voor de geslepen Joodse sjoemelaar en Christusmoordenaar. Want een stelletje dwepers zou tijdens de kruisiging van Jezus hebben geroepen: ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!’

Welke analfabeet heeft dit genoteerd, vraag ik mij af. Zoals bekend is dat bloedig advies in de loop der eeuwen in christelijke kringen uitgelegd als een wraakbede. Kort na Jezus’ kruisdood namen de Romeinse legers Jeruzalem in. Ze verwoestten de tempel en kruisigden duizenden Joden. Dit vreselijke gebeuren luidde eeuwen van lijden in, met de Holocaust als (voorlopig?) dieptepunt.

Toen ik in Israël woonde liet ik mijn voornaam veranderen in Awraham, de achternaam was Meïer. Terug in good old Nederland werd het mijn wettige naam. Brammetje was niet meer, dacht ik. Maarrrr… Ik was zo’n tien jaar geleden in Doesburg om bij de bekende mosterdfabriek buitenopnamen te maken voor het tv-programma GoGo Kosher. Tijdens mijn inleidend praatje ‘op camera’ fietste een man voorbij. Hij zag mij en riep: “Kijk nou toch eens, onze Brammetje is beroemd geworden!” Ik kromp fysiek dusdanig dat de camera opnieuw ingesteld moest worden. Bij wijze van spreken. Ja, een naam kan veel kwaads aanrichten.

Lees ook:
Een wandeling door de stad van Etty Hillesum – column Awraham Meijers

‘Op een zondagochtend liep ik onlangs wederom de route die ik ooit met Lex Rutgers van het Etty Hillesum Centrum maakte.
Een tocht door Deventer aan de hand van dagboek- en brieffragmenten van de gelijknamige schrijfster, die 38 jaar nadat ze in Auschwitz was vermoord, bekend werd door een publicatie van een bloemlezing uit haar dagboek, waarin ze haar innerlijke ontwikkeling vertolkte tijdens de waanzin van de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Wat een naam kan aanrichten – column Awraham Meijers