Weinig steun Netanyahu in corruptiezaak
Slechts twee ministers in het kabinet van Benjamin Netanyahu, Miri Regev en Yisrael Katz, steunen de premier in de steeds verder rollende corruptie-affaire. De meerderheid doet er het zwijgen toe. Vandaag werd bekend dat 66 procent van de Israëli’s vindt dat Netanyahu moet aftreden als hij in staat van beschuldiging wordt gesteld. 51 procent staat sceptisch tegenover zijn bewering dat hij onschuldig is.
Zondagochtend zeiden Regev en Katz dat Netanyahu zich niets moet aantrekken van de druk van de media in de corruptie-affaire. De politie lijkt inmiddels het punt te naderen waarop er officieel vervolging kan worden ingesteld in twee corruptiezaken waar Netanyahu bij betrokken lijkt te zijn.
Ari Harow, een voormalige vertrouweling van de premier, tekende afgelopen vrijdag een overeenkomst met het openbaar ministerie om tegen Netanyahu te getuigen. Dit gebeurde een dag nadat de politie voor het eerst expliciet zei dat het onderzoek naar Netanyahu betrekking heeft op “omkoping, fraude en vertrouwensbreuk”.
De felste verdediging van de premier was afkomstig van minister van Cultuur Miri Regev, die zondag gepassioneerde interviews gaf op verschillende Israëlische radiozenders, waarin zij onder andere de beschuldigingen afdeed als ‘een lynchpartij door de media’. Zij vertelde ook dat zij er ‘honderd procent vertrouwen’ in had dat Netanyahu onschuldig was.
Vorige maand maakte de politie bekend dat verschillende figuren rondom Netanyahu verwikkeld zijn geraakt in twee andere corruptieonderzoeken. De premier riep daarop een spoedbijeenkomst uit met zijn belangrijkste medestanders, minister van Energie Yuval Steinitz, minister van Toerisme Yariv Levin, minister van Milieubescherming Ze’ev Elkin en minister van Wetenschap en Technologie Ofir Akunis, en Regev om een mediastrategie in reactie op de nieuwe verdenkingen te bespreken. Gisteren weigerden allen, met uitzondering van Regev, om te reageren op de laatste ontwikkelingen, aldus de Times of Israël. Drie andere Likoed-ministers spraken afgelopen weekend lauwe steun uit.
Volgens Israëlische media zal de politie een aanbeveling doen om Netanyahu in staat van beschuldiging te stellen in twee zaken die nu sterker zijn geworden door bewijsmateriaal dat is aangeleverd door Harow, Netanyahu’s voormalige kabinetschef. Uiteindelijk is het echter aan het Openbaar Ministerie om over een aanklachtte beslissen.
In één van deze twee zaken worden Netanyahu en zijn vrouw Sara beschuldigd van het aannemen van giften van miljardairs, in het bijzonder sigaren en champagne ter waarde van duizenden sjekels van de Hollywood producer Arnon Milchan, die afkomstig is uit Israël. De andere zaak draait om een deal tussen Netanyahu en de uitgever van de Israëlische krant Yediot Achronot, Arnon Mozes. Daarbij werd afgesproken dat de premier de concurrerende krant Israël Hayom van Sheldon Adelson aan banden zou leggen door middel van wetgeving, in ruil voor een positievere houding van Yediot Achronot ten opzichte van Netanyahu.
Binnen de regering Netanyahu bestaat geen eensgezindheid over wat de premier moet doen als hij in staat van beschuldiging wordt gesteld. De enige die ronduit stelt dat Netanyahu in dat geval moet aanblijven, is Regev. Minister van Justitie Ayelet Shaked (Israël Betenoe) zei dat een premier niet verplicht is af te treden totdat hij veroordeeld is voor een misdrijf, maar zij voegde daar aan toe dat de coalitiepartners zich zullen beraden als er een aanklacht tegen Netanyahu komt.
Netanyahu’s voorganger Ehud Olmert trad in 2009 af nog voordat hij in staat van beschuldiging werd gesteld wegens corruptie.
