Zijn hier wel Joden? – Saba’s Schatten – Judith Meijer

Saba (J. Meijer)

Judith Meijer vertrok afgelopen januari na ruim drie jaar als directeur van Joods Maatschappelijk Werk (JMW). Ze verruilde de koude, natte polder voor een post op het tropische Caraïbische eilandje Saba, waar ze momenteel de functie van directeur van Saba Health Care vervult. Voor Jonet.nl schrijft Meijer de serie ‘Saba’s schatten’ over het Joodse leven en verleden van het eiland, dat al honderden jaren met Nederland en ook het Jodendom verbonden is. Vandaag het eerste verhaal. 

Door Judith Meijer

Na een geheel online afscheid van JMW – wegens corona geen receptie – vloog ik op 11 januari dit jaar van Amsterdam naar Saba om daar, na een quarantaine van tien dagen, te beginnen aan mijn nieuwe baan als directeur van Saba Health Care. Na ruim drie mooie jaren bij JMW had ik er voor gekozen te kijken wat ik kan bijdragen aan een gemeenschap buiten Nederland. De zorg is hier basaal. Er is hier een gezondheidscentrum met drie huisartsen, een eerste hulp, wijk- en thuiszorg, een opnameafdeling met acht bedden en een verpleegafdeling met twee en twintig bedden. Voor alle andere, meer specialistische zorg moet je naar een van de buureilanden. Na een tiendaagse quarantaine begon mijn inburgering op Saba, maar voordat ik daar meer over vertel, laat me eerst iets vertellen over het eiland.

Engels praten
Saba is een bijzondere Nederlandse gemeente, net als het naburige Sint Eustatius en het verder weg gelegen Bonaire, samen ook wel de BES-eilanden genoemd. Alle drie zijn formeel onderdeel van Nederland, maar hebben een geheel eigen wet- en regelgeving. Zo heb ik bij de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) een verblijfsvergunning moeten aanvragen voor mijn verblijf op de BES-eilanden. Verder is Engels op dit eiland de voertaal en vinden alle financiële transacties in Amerikaanse dollars plaats. De BES-eilanden zijn vergelijkbaar met sommige Franse overzeese departementen. Ze zijn op 10 oktober 2010 ontstaan, toen de Nederlandse Antillen werden opgeheven en Curaçao en Sint Maarten naast Aruba een status aparte kregen binnen het koninkrijk.

Saba is net als Sint Eustatius en Sint Maarten een bovenwinds eiland. Deze geografische locatie betekent dat het hier warm kan zijn, gemiddeld vijf en twintig tot dertig graden Celsius, maar er is ook veel regen en wind, met als ‘kers op de taart’ het orkaanseizoen. Het klimaat is hier aangenamer dan op de benedenwindse eilanden. De natuur is hier ook anders dan wat je je voorstelt van een tropisch eiland. Er is hier geen strand en de paar palmbomen die je op het eiland ziet, zijn meestal niet van hier. In plaats daarvan vind je hier subtropisch regenwoud, vulkanische rotspartijen, de hoogste berg van Nederland en onder het zeeoppervlak prachtige koraalriffen.

Judith Meijer op Saba (foto: J. Meijer)

Er wonen op Saba rond de 1.800 mensen. Omdat het eiland geïsoleerd ligt, is het eigenlijk een mini-maatschappij. Dat wil zeggen: alle basisvoorzieningen voor het functioneren van een samenleving zijn hier aanwezig, want je kunt vanwege de ligging niet zomaar een beroep doen op het vasteland of op andere eilanden. Er is een gemeente, een lagere en middelbare school, een brandweer, een politiebureau, een gevangenis en ons gezondheidscentrum.

Klein maar fijn
Het isolement op een klein eiland heeft zo ook haar voordelen, zeker tijdens de pandemie. Op dit moment is er geen corona op het eiland en tot voor kort werden alleen bezoekers toegelaten, die essentieel waren voor het eiland. Het strenge beleid heeft ertoe geleid dat mensen op het eiland normaal kunnen leven. We gaan uit eten, winkelen zonder mondkapje, geven mensen een hand of knuffel. Hier moet ik na bijna een jaar van social distancing nog steeds aan wennen. De afgelopen maanden is negentig procent van de volwassenen op Saba gevaccineerd, waardoor vanaf 1 mei de regels voor bezoekers zijn versoepeld.

Saba is een eiland waar mensen vanuit veel verschillende achtergronden wonen. Mensen migreren in het Caraïbische gebied tussen de verschillende eilanden voor werk of de liefde. Er zijn hier veel bewoners afkomstig van de buureilanden. Van de oorspronkelijke bevolking is weinig meer terug te vinden. Sinds enkele eeuwen wonen hier nazaten van tot slaaf gemaakten, en van Ierse en Schotse kolonisten. Zo kun je op een feestje iemand tegenkomen, die gekleed is in een Schotse kilt. De recentere migranten komen uit Amerika, bijvoorbeeld om les te geven aan de geneeskundefaculteit, die plaats biedt aan driehonderd studenten. Verder wonen hier tientallen andere nationaliteiten.

Waar zijn de Joden?
Het is lastiger te achterhalen of er mensen met een Joodse achtergrond op het eiland wonen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Curaçao of Sint Eustatius is op Saba geen merkbaar Joods erfgoed te vinden. Geen synagoge, geen begraafplaats. Vanwege haar geïsoleerde ligging heeft Saba geen rol gehad in de handel van de afgelopen eeuwen van koloniale goederen of tot slaaf gemaakten. Het eiland speelde ook geen rol in de conflicten tussen landen over wie het in dit gebied of elders voor het zeggen had, zoals dat bijvoorbeeld wel het geval was bij Sint Eustatius. Als er al Joden op Saba kwamen, dan waren het meestal individuen die een vak beoefenden, dat daar het nodig was. Een van hen was Maurice Polak en hij was een arts, afkomstig uit Suriname.

Zijn dochter Thelma Esther Polak was de eerste Joodse Sabaan waarover ik al las bij mijn voorbereidingen op mijn reis naar Saba. Zij staat onder meer vermeld op het Joods Monument. Op 19 december 1920 werd ze op Saba geboren als oudste dochter van Polak en Estelle Arrias. Hij was met zijn vrouw naar hier gekomen om te werken als districtsarts. Thelma’s moeder overleed toen Thelma net twee jaar was. Op de website Latinworld.nl, in een special over vrouwen uit de Antillen in de Tweede Wereldoorlog, staat dat zij erg trots was op haar Sabaanse afkomst. Op school in Amsterdam schepte ze daarover op. Ook droomde ze ooit op Saba als dokter te kunnen werken. Volgens deze site was ze intelligent en beeldschoon.

De enige van Saba
Thelma Esther en haar broer Semuel Jacques verhuisden begin jaren dertig naar Nederland, met vader mee, die hertrouwd was. Mogelijk gingen ze ook mee voor hun opleiding. Zij volgde les op de Joodse HBS in Amsterdam en ging in 1940 werken bij het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht ‘Het Apeldoornsche Bos’ nabij Apeldoorn. Een van de bronnen zegt dat ze zich vrijwillig meldde als verzorgster van zieken en hulpbehoevenden. Ze werd daar leerling-verpleegkundige. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd het Apeldoornsche Bos ‘leeggehaald’. Volgens een van de bronnen meldde ze zich vrijwillig als begeleider van de patiënten en werd ze met hen getransporteerd naar Westerbork. Op 2 februari 1943 in zij het kamp is getrouwd met Izak Cohen, ook een verpleger. Ruim een maand na hun huwelijk werden zij naar Sobibor gedeporteerd en daar op 5 maart 1943 vergast.

Een verhaal als dat van velen, feitelijk als dat van 103.000 anderen. Wat Thelma Esther Polak onderscheidt, is dat ze het enige slachtoffer van de Holocaust is dat op het eiland Saba werd geboren. Haar verhaal intrigeert me, omdat het laat zien hoe toevallige keuzes, die anderen en jezelf met alle goede intenties maken, je uiteindelijk brengen op een plek op de wereld, waar je vermoord wordt. Het zet me aan het denken over mijn eigen keuzes. En ik vraag me af of het werken in de gezondheidszorg je ook eerder doet besluiten om te kiezen voor je patiënt, zoals zij vrijwillig gedaan heeft. Ik zie hier onder de medewerkers de enorme toewijding zoals ik die ook bij JMW heb mogen zien, dus ik neig ertoe om die vraag positief te beantwoorden.

Doden herdacht
Op 4 mei vond net in de rest van Nederland de nationale Dodenherdenking plaats. Dat gebeurde bij het Sabaanse Joods monument. De oorlog is grotendeels aan Saba voorbij gegaan en vrijwel niemand is omgekomen, afgezien van Thelma Esther en enkele mensen die werkten op de koopvaardij. Ik had er geen rekening mee gehouden dat hier een herdenking was, dus was aangenaam verrast dat ik per toeval een dag tevoren hoorde dat ook hier een ceremonie en een oorlogsmonument zijn, en ik ook hier deze jaarlijkse traditie kon voortzetten. Ik was er dus bij met enkele scholieren en volwassenen. Het was een sobere, maar stijlvolle bijeenkomst.

Dodenherdenking op Saba (foto: J. Meijer)

In de komende tijd zal ik voor Jonet.nl mijn speurtocht vervolgen naar sporen van Joden op Saba en in een volgend artikel zal ik u daarover vertellen. Overigens, in het kader van Dodenherdenking wordt het verhaal van Thelma Esther hier wel verteld, maar haar naam stond niet op het monument. Ik zoek uit waarom en kom daar in het volgend artikel op terug.

Lees ook:
‘Het meest kosjere eiland’ – David Serphos’ Curaçaos dagboek (4)
Curaçao komt na zes weken lockdown deze week langzaam weer tot leven. Waar we eerst maar twee dagen per week de weg op mochten – om boodschappen te doen en autoloze zondagen moesten trotseren – mogen we binnenkort weer elke dag het huis uit. Beperkingen blijven van kracht voor onder andere strandbezoek, pleziervaart en sporten. De winkels gaan weer open en restaurants mogen alleen buiten serveren. Maar we zijn allang al blij dat er van alles weer mag. U herkent dat gevoel vast wel.

Beeldmerk Jonet.nl.Waardeert u dit artikel?

Donatie
Betaalmethode
American Express
Discover
MasterCard
Visa
Maestro
Ondersteunde creditcards: American Express, Discover, MasterCard, Visa, Maestro
 
Kies uw betaalmethode
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren

Categorie: | |

Home » Nieuws » Zijn hier wel Joden? – Saba’s Schatten – Judith Meijer