Mijn Joodse vangnet – column Shoshanna de Goede

Shoshanna de Goede (foto: S. De Goede)

In deze roerige tijden waarin op universeel vlak de verbinding vaak ver te zoeken is, vond ik in mijn persoonlijke leven meer verbondenheid dan ik had kunnen bedenken. De aanleiding was niet mals: mijn man – de vader van onze drie kinderen, rots van de familie en een zeer fitte veertiger – werd ziek en de artsen gaven ons weinig reden tot hoop: hij zou het niet gaan redden. 

Daar sta je dan met al je leuke toekomstplannen. De diagnose kwam tijdens de eerste lockdown. Iedereen praatte over niets anders dan hoe je je kinderen thuis moest lesgeven en corona kon vermijden, wij dealden daarnaast met de realiteit van sluipmoordenaar Kanker die zichzelf pontificaal aan het hoofd van de tafel had gepositioneerd. Niets was meer hoe het was geweest. Het leven draaide van de ene op de andere dag om de impact van chemokuren, een ingrijpende operatie, extreem gewichtsverlies, slopende nachten en een permanent aanwezige angst voor wat ons te wachten stond. Hoe doe je dat, leven met een aangekondigde dood, als je nog midden in het leven staat? Hoe bereid je jonge kinderen voor op het verlies van hun vader? Het antwoord is even simpel als ontluisterend: je doet het gewoon. Stapje voor stapje. En het mooie is: we droegen onze sores niet alleen. We kozen ervoor om open te zijn over wat ons overkwam en als reactie wilde iedereen ons helpen. 

Er werd een meal train opgezet, waardoor er een paar keer per week iemand op de stoep stond met een complete maaltijd. Vrienden, ouders van vrienden, vrienden van vrienden, madrichiem van vroeger toen ik op Haboniem zat. Vriendin G kwam wekelijks al mijn was vouwen. Vriendin J stond binnen vijf minuten op de stoep als ik in mijn wanhoop een knuffel nodig had. En dan de mensen die mijn jongste konden opvangen of dagelijks naar school brengen toen ik na een acute knieoperatie tot overmaat van ramp ook zelf uitgeschakeld raakte. Een Antilliaanse moeder van het schoolplein zei dat ze in Nederland nog nooit zoiets had gezien: dat een hele gemeenschap om iemand heen gaat staan in tijden van nood. 

Na een slopend ziekbed is mijn man vorig jaar augustus overleden, slechts vier maanden na het kankervonnis. De dag voor zijn lewaje zat ik in de tuin met een heel comité aan oud-Haboniemers en Moosianen om de lewaje, met al zijn corona-beperkingen, vorm te geven. Andere Moosianen, zo hoorde ik later, maakten het mogelijk dat iedereen de lewaje via Zoom kon volgen. Mijn Haboniemvriendinnen maakten een schema waarin stond wie welke nacht bij mij sliep en in de ochtend hielp mijn kinderen klaar te maken voor school. 

Ik heb heel veel verloren het afgelopen jaar, maar ik heb ook iets nieuws gekregen: het absolute vertrouwen dat er iemand voor me is als ik het nodig heb. Ik hoef maar een kik te geven (niet altijd makkelijk!) of er staat iemand paraat. Familie, schoonfamilie, vrienden, bekenden. Heel bijzonder – en helaas niet iedereen met een groot persoonlijk verlies gegeven. Het Joodse vangnet dat ik bleek te hebben, was cruciaal – geen vanzelfsprekendheid voor een meisje dat opgroeide in de Mediene. Haboniem, Moos, de LJG;  – ik bleek zo ingebed in het sociaal-culturele Joodse leven dat er zovelen waren die zich verbonden voelden en hulp aanboden. Het enige lastige in dit alles: die steeds terugkerende vraag hoe het nou toch met me gaaaaaaat…… Goed bedoeld, maar niet te beantwoorden. 

Het was de wens van mijn vader (ons óók dit jaar ontvallen) om zijn kinderen te laten opgroeien in een Joodse setting, ook al woonden we in het katholieke Brabant. Hij pionierde een LJG bij elkaar, die dit jaar veertig jaar bestaat. Ik kom hier in een latere column op terug.

Alle blijken van medeleven en vooral ook praktische hulp hebben ertoe bijgedragen dat ik me niet alleen heb gevoeld en de kracht en energie kan aanboren om het leven weer aan te gaan, opnieuw vorm te geven en tegemoet te treden. Ik ben immers – hopelijk – pas op de helft. 

Dank je wel, lief Joods vangnet. Ik zal dit nooit vergeten.

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Mijn Joodse vangnet – column Shoshanna de Goede