Aan Max van Weezel. Van je dochter (4)

Natascha van Weezel
Uitgeverij Balans

‘Wat is er toch aan de hand met de wereld? Of eigenlijk: wat is er aan de hand met Nederland? Ik herinner me je allereerste brief waarin je schreef dat je hoopte dat 2015 een beter jaar zou worden dan 2014. Nu het bijna november is moet ik helaas constateren dat dit niet is gelukt. Afgezien van een nieuwe geweldsgolf in Israël en de Palestijnse gebieden heb ik het natuurlijk over de vluchtelingencrisis.

Dagelijks volg ik vol afschuw het nieuws afkomstig uit plekken als het dorp Oranje, of de stadjes Purmerend en Steenbergen. “Boze burgers” roepen daar dat ze geen asielzoekerscentrum in de buurt willen, omdat ze bang zijn dat hun vrouwen en dochters door “dat gespuis” zullen worden verkracht. Erg vreemd vind ik dat, want van een vermeende verkrachting heb ik nog niets vernomen.

In je vorige brief uitte jijzelf je twijfels. “Veel van de asielzoekers uit het Midden-Oosten zijn jarenlang gehersenspoeld door het Assad-regime, dat Israël en de Joden als vijand nummer één beschouwd”, schreef je. In neem je bezorgdheid serieus, maar denk dat dit soort gevoelens pas een gevaar kunnen gaan vormen wanneer deze mensen het idee krijgen dat ze door iedereen worden uitgekotst. Heb je trouwens gehoord dat er een delegatie van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam naar de noodopvang in de Havenstraat is geweest om daar muziek te maken? Ik begreep dat het een geslaagde middag was, waarbij het feit dat de deelnemers Joods waren geen enkel probleem vormde.

Een paar weken geleden ging ik op bezoek bij de noodopvang in Apeldoorn. De asielzoekers – vierhonderd mannen, voornamelijk afkomstig uit Syrië en Afghanistan- slapen daar in witte tenten. In eerste instantie waren ze ondergebracht in de Americahal, een evenementencentrum tweehonderd meter verderop. Daar moesten ze uit, omdat er een bak- en braadbeurs en een vlooienmarkt stonden gepland. Ik besloot enkele bezoekers van deze rommelmarkt (inclusief tassen vol brocante beeldjes en tweedehands schoenen) te vragen wat ze ervan vonden dat de vluchtelingen waren verplaatst.

Ik denk dat de antwoorden die ik kreeg goed weergeven hoe gepolariseerd Nederland is als het op dit onderwerp aankomt. De meesten vonden dat de asielzoekers blij moesten zijn dat ze überhaupt werden opgevangen en verder niet mochten zeiken. Sommigen hadden medelijden dat de mannen nu in de kou sliepen, anderen meenden dat “die lui” niet snel genoeg konden worden uitgezet “aangezien ze ons misbruiken om hier een kalifaat te stichten”. Slechts één vrouw had de moeite genomen om het tentenkamp binnen te lopen en schrok zo van de erbarmelijke omstandigheden, dat ze zich spontaan aanmeldde om iemand in huis te nemen.

Het debat wordt elke dag heftiger en soms zelfs fysiek. Tijdens de afgelopen paar dagen werden twee auto’s van Harold Halewijn, fractievoorzitter van GroenLinks Wormerland én voorstander van een asielzoekerscentrum in de buurt, in de fik gestoken. Fabian Hal, een jongen van achttien jaar uit Geertruidenberg kreeg tijdens het uitgaan een fles bier naar zijn hoofd geslingerd omdat hij een petitie was begonnen om vluchtelingen te helpen. Halbe Zijstra, fractievoorzitter van de VVD, kreeg een kogelbrief toegestuurd, nadat hij opperde dat de grenzen gesloten moeten worden.

Waarom lopen de emoties aan alle kanten zo hoog op? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat we op een redelijke manier het gesprek kunnen (blijven) aangaan? Hoewel ik, zoals je weet, zelf voorstander ben van de opvang van asielzoekers, respecteer ik dat niet iedereen daar hetzelfde over denkt. Discussies zijn helemaal niet erg, maar als ik zie hoe hooligans een Hitler-achtige groet uitbrengen tijdens een inspreek-avond in Steenbergen, vrees ik dat we het stadium van respect al lang en breed zijn gepasseerd.

Zolang we doorgaan elkaar gek te maken voorspel ik een zeer sombere toekomst voor dit land en weet ik vrijwel zeker dat 2016 nog grimmiger wordt dan 2015 al was. Daar wordt toch niemand gelukkig van?

Liefs,

Natascha’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Aan Max van Weezel. Van je dochter (4)