‘Als Rooms-Katholieke Kerk zeggen wij: kies voor vrede’ – achtergrond
Herman Woorts (59) is hulpbisschop van het aartsbisdom van Utrecht en is voor de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland verantwoordelijk voor interreligieuze relaties, waaronder Kerk en Jodendom. Sinds 7 oktober is hij in touw om die goed te houden, onder meer naar het Jodendom toe. Als reacties daarop kwamen er een verklaring en een woord van bemoediging naar Joods Nederland. Verder volgen de katholieken in Nederland de weg van paus Franciscus: kies voor vrede. In een interview met Jonet.nl vertelt Woorts over waar hij staat.
U bent sinds enige jaren hulpbisschop van Utrecht en verantwoordelijk voor de relaties met het Jodendom. Wat brengt u in die laatste positie?
“Ruim tien jaar ben ik referent voor Kerk en Jodendom, zoals dat heet, waarbij ik me inzet voor goede banden met het Jodendom. Voor mij was dat als vanzelfsprekend. Ik kom uit Abcoude en ben daar naast een Joodse familie geboren. Toen wij later verhuisden was er een Joodse familie in de buurt met kinderen waarmee ik speelde. De vader had in een concentratiekamp gezeten. Ik voelde dat er iets was, maar wist niet wat er aan de hand was. Deze familie had ook goed contact met onze pastoor. In de slagerij van mijn vader in Amsterdam-Zuid kwamen Joodse klanten die ik ontmoette als ik meehielp in de vakanties. Toen ik theologie ging studeren aan de Katholieke Theologische Universiteit Amsterdam kreeg ik les van Yehuda Asjkenazi over het Jodendom.”
U heeft dus altijd Joden gekend?
“Ja, dat kun je zo zeggen. Dat is wel anders voor de meeste katholieken in Nederland. Als ze over Joden horen, dan is het uit de Bijbel, uit de geschiedenis of uit het nieuws in Israël. Als je mensen persoonlijk bent en er is of groeit vriendschap en vertrouwen, dan komt het in een andere dimensie terecht. Toen ik begon als referent voor Kerk en Jodendom, en ik in die hoedanigheid voor het eerst bij een Joodse bijeenkomst kwam, was er een rabbijn die zei: ‘Kom je hier om zieltjes te winnen?’ Mijn antwoord was ‘nee, ik ben hier om bij te dragen dat de verbinding groeit en de contacten verbreden’. Inmiddels heb ik met hem en andere rabbijnen goede banden gekregen.”
Wat doet u om de verbinding met het Jodendom te verbeteren?
“Ieder jaar organiseren we samen met Joodse gemeenschappen de Dag van het Jodendom, waarop Joden en katholieken overal in Nederland ontmoetingen hebben en dingen organiseren. De bisschoppen zijn daarbij in hun eigen bisdom betrokken en bezoeken deze dag samen met priesters, diakens, pastoraal werkers en anderen. Dat help ik met medewerkers van onze Kerk voorbereiden. Ieder jaar is er een nieuw thema. Zo hopen we bij te dragen dat er betere banden ontstaan tussen parochies en Joodse gemeenten. We hebben ook de Katholieke Raad voor het Jodendom, waarmee we erg actief zijn.”
Maar u trekt dus ook op met rabbijnen?
“Ik onderhoud contacten met rabbijnen maar ook met andere Joden, waaronder de voorzitter van Yad Vashem Nederland en met de directeur van het Holocaustmuseum in Amsterdam waarvan ik namens de Rooms-Katholieke Kerk ambassadeur ben. En onlangs heb ik met rabbijn Lody van de Kamp samengewerkt om het probleem rond een anti-judaïstische zin in een lied proberen op te lossen dat gezongen wordt in de optocht van de Poaskaerls in het Twentse Ootmarsum.”
De aanleiding voor dit interview is 7 oktober. Hoe heeft u die dag beleefd?
“Bij mij kwamen de beelden als een shock aan. Als je hoort en ziet dat een grote groep burgers, waaronder baby’s en kinderen, is vermoord, ja, afgrijselijk afgeslacht, en je beseft dat dit de grootste moord op Joden is sinds de Sjoa. Dan weet je: wat daar nu gebeurt heeft direct impact op de hele wereld, zeker ook in ons land waar zovelen slachtoffer waren van die industriële vernietiging. Ik dacht gelijk aan een aantal Joden die ik goed ken, waaronder zij die de Sjoa hebben overleefd. Vervolgens heb ik een aantal van hen gebeld of geappt als een blijk van medeleven. Dat heb ik op maandag 9 oktober gedaan, toen het wat was ingedaald.”
Wat heeft de Katholieke Kerk daarna ondernomen?
“We hebben met de Katholieke Raad voor het Jodendom een verklaring van medeleven doen uitgaan en hebben de dag erna, tijdens de Nederlandse bisschoppenconferentie, een woord van bemoediging de wereld ingestuurd. Ook hebben we een oproep tot gebed gedaan aan de parochies. Ikzelf was me ervan bewust dat het antisemitisme in Nederland weer zou gaan toenemen. Helaas heb ik tot nu toe gelijk gekregen.”
Wat overvalt u het meest?
“Dat mensen zich niet meer veilig voelen en dat Joodse ouders hun kinderen niet meer naar school durven laten gaan. En dat Joodse activiteiten worden afgelast, zoals de stille tocht in Groningen voor de herdenking van Kristallnacht aldaar. Dat is heftig. Ik wil dat ook benadrukken.”
U voelt dus een extra verantwoordelijkheid?
“Wij zijn elkaar op deze wereld gegeven door de ene Schepper. We zijn elkaar toevertrouwd en hebben samen de zorg voor deze wereld en voor elkaar. Wij als katholieken weten natuurlijk ook dat de Joodse gemeenschap in Nederland door de Sjoa klein en kwetsbaar geworden is. Daarvoor voelen wij ook een zorg en verantwoordelijkheid. Het christelijke antisemitisme heeft immers bijgedragen aan het klimaat waarin de Sjoa kon ontstaan. Sinds de jaren zestig investeren we er daarom in om partners te zijn met het Jodendom. Wat willen doen is: samen optrekken als kinderen van God.”
Lukt dat?
“Jezus, Maria en de apostelen waren Joden, en het christendom is ooit begonnen als een Joodse beweging. Dat mogen wij nooit vergeten. Daarin vinden wij een verbintenis met de huidige Joden. Het grootste deel van onze Bijbel delen wij met het Jodendom. Hetzelfde geldt voor onze liturgie, die wij bijvoorbeeld deels ontlenen aan Joodse gebeden, waaronder de psalmen. Verder zeggen we als katholieken: we hebben te leren van de Joden.”
De Katholieke Kerk investeert dus in de relatie met het Jodendom, maar waarom is dat dan zo weinig zichtbaar?
“De verbinding die wij met de Joden zoeken, vindt organisatorisch plaats op twee niveaus: wereldwijd vanuit Rome en dichtbij in Nederland. De curie in Vaticaanstad heeft een eigen commissie voor het Jodendom, ook om aan te geven dat de band met dat geloof extra bijzonder is. In Nederland hebben we dus de Katholieke Raad voor het Jodendom. Op websites en kranten van zowel het Vaticaan als van de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland is te lezen en te zien wat er in de praktijk gebeurt. We zijn daarbij ook weer afhankelijk van andere media.”
Hoe ondergaat u de huidige oorlog tussen Israël en Hamas?
“Ik besef me dat het weer gaat over het bestaansrecht van de Joden. Een paar jaar geleden was ik aanwezig bij de herdenking van 75 jaar bevrijding van Auschwitz. Daar sprak toen een Joodse jongen van ongeveer tien jaar over wat hij had gehoord van zijn opa die de Sjoa had overleefd. Van alle toespraken troffen de woorden dit kind mij het meest, want hij besefte dat hij er van Hitler eigenlijk nooit had mogen zijn. Ik dacht: jongen, je leeft al zo vroeg met dat besef. Trauma’s, zoals dat van zijn opa, werken door. De trauma’s die kinderen nu in Israël alsook in Gaza nu oplopen, dat grijpt mij nog het meeste aan.”
Over mogelijke trauma’s gesproken: eerder werd bekend dat zes Joodse kinderen in Amsterdam zijn overgeplaatst van een reguliere naar een Joodse school omdat ze zijn weggepest. Hoe kijkt u daar tegenaan?
“Het is onacceptabel dat er in ons land in een situatie terecht zijn gekomen dat Joodse kinderen zich niet veilig weten, omdat ze zijn wie ze zijn. Zeker ook vanwege de geschiedenis die we in de Tweede Wereldoorlog. Ik krijg daar rillingen van.”
Hoe verklaart u de huidige situatie?
“Het onderscheid tussen wat er in Israël en Gaza gebeurt, wordt onterecht naar hier gehaald. Het wij-zij-denken wordt dan hier ook sterker. Dat kan alleen tegengegaan worden als we elkaar meer zien en ontmoeten. Dat is ik ook als een van mijn kerntaken.”
Er zijn nog steeds veel katholieke scholen in Nederland. Iedereen kan daar onderwijs volgen, ook Joodse kinderen. Wat kunt u doen om te voorkomen dat kinderen tegenover elkaar komen te staan inzake het conflict?
“Ikzelf ben geen onderwijskundige, maar ik kan zeggen: houd het bij jezelf en de vraag: waar heb je zelf pijn van? Ga dan van daaruit met elkaar in gesprek. In de klas kun je dan zeggen: waar zit bij jou de pijn en kun je daarover praten om meer bij elkaar te komen? En waar kunnen we de verbinding dan zoeken? Verder hoop ik dat dit op alle scholen gebeurt en niet alleen op katholieke scholen.”
Hoe staat de Rooms-Katholieke Kerk eigenlijk in dit conflict?
“Hier in Nederland volgen wij de lijn die paus Franciscus heeft afgekondigd. Wij zijn voor het einde van de oorlog. We willen dat de wapens neergelegd worden om verder leed te voorkomen. Door oorlog doet de haat alleen maar toenemen. We bidden voor vrede en hebben daar vrijdag ook voor gevast. Het Vaticaan kiest geen partij, maar kiest voor vrede. Dat doen wij hier dus ook.”
In Nederland gaan jullie dus niet mee in de polarisatie?
“Nee. Wij kiezen met de paus voor de kant van de vrede. Ook kiezen we voor het recht op bestaan van en land voor zowel Israël als de Palestijnen. En laat ik helder zijn: iedere vorm van terreur, en 7 oktober was een overduidelijke terreuraanslag, die veroordelen wij. Tegelijkertijd kiezen wij voor verzoening. Kijk naar de twee ontvoerde Israëlische vrouwen die vorige week zijn vrijgelaten. Een van hen zei tegen haar ontvoerders bij het afscheid: ‘Vrede voor jou’.”
Waar staat de Rooms-Katholieke Kerk?
“Wij kiezen voor vrede en zijn tegen terreur.”
Hoe moet het conflict tussen Israël en de Palestijnen worden opgelost?
“Beide volkeren hebben recht op een eigen staat, maar antisemitische kreten als ‘From the river to the sea…’ zijn voor ons onacceptabel. Hopelijk kunnen gesprekken op gang komen, daar zal het toch moeten beginnen.”
Heeft u nog een tip voor Haagse politici die elkaar om de oorlog in de haren vliegen?
“Ik kan dan alleen maar zeggen wat paus Franciscus heeft gezegd: kies voor vrede. Ontmoet de ander en luister naar wat hem of haar beweegt. Aanvaard elkaar als persoon en zie waar je staat. Kijk naar kardinaal Jan de Jong, die vorig jaar postuum de Yad Vashem-onderscheiding kreeg. Hij zag de ander eerst als mens en kwam op voor de waardigheid van ieder mens, als beeld en gelijkenis van God.”
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren