Asscher voorzitter commissie Verweesde Joodse Roofkunst

Lodewijk Asscher in 2020 (PvdA, YouTube)

Er komt een onafhankelijke commissie die advies gaat uitbrengen over de zogeheten verweesde Joodse roofkunst. Oud-vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) is benoemd tot voorzitter. Hij gaat samen met de andere commissieleden onderzoeken wat er moet gebeuren met Joodse roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog die niet meer te herleiden is naar de rechtmatige eigenaren.

Asscher en zijn commissie zullen focussen op de collectie van de Stichting Nederlands Kunstbezit (lees: de NK-collectie), waarvan een deel geroofd Joods eigendom is. Ze zullen ook advies uitbrengen over de vraag welke bestaande of nieuwe partij geschikt is om het beheer van deze collectie te gaan voeren. Asscher is ‘in nauwe samenspraak’ met minister Eppo Bruins (NSC) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Centraal Joods Overleg (CJO) benoemd.

Uitbreiding

De verdere samenstelling van de commissie Asscher zal binnen enkele weken door het CJO en Asscher worden ingevuld. ‘Uiterlijk eind 2025 zal de commissie de haar gevraagde adviezen uitbrengen’, aldus het CJO. ‘Het is duidelijk dat de collectie niet verkocht zal gaan worden maar dat moet worden bedacht hoe zo goed mogelijk recht kan worden gedaan. En hoe de collectie kan helpen het bewustzijn van de misdaad levend te houden’, schrijft Asscher op Linkedin.

Erezaak

Met CJO-voorzitter Chanan Hertzberger bezocht Asscher eerder deze week het depot van de NK-collectie. ‘Het is een beklemmende ervaring, want je kijkt naar kunstwerken die boven iemands bank gehangen hebben. Naar tafelzilver dat op de vrijdagavond gebruikt is. Voorwerpen waarvan gehouden is – die cadeau gedaan zijn bij barmitswa’s en huwelijken. De eigenaren zijn vermoord. Die misdaad kan niet ongedaan gemaakt worden’. Asscher zelf noemt het ‘een erezaak’ dat hij benoemd is tot voorzitter.

NK-collectie

In de Tweede Wereldoorlog zijn tienduizenden cultuurgoederen naar Duitsland gegaan, onder meer door roof of inbeslagname. Een deel is na de oorlog teruggekeerd en werd ondergebracht in de rijkscollectie. Tot in de jaren vijftig zijn objecten teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren. Een ander deel werd verkocht. Wat achterbleef kreeg de titel NK-collectie, herleid naar de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK). Deze collectie bevat schilderijen, werken op papier en objecten zoals meubelen en keramiek.

Eerder onderzoek

In 2009 werd de musea gevraagd de herkomst van hun collecties te onderzoeken. Er bleken 173 objecten te zijn waarvan het vermoeden is dat ze tussen 1933 tot 1945 zijn geroofd, geconfisqueerd of verkocht onder dwang. De Museumvereniging coördineerde het project, de commissie ‘Museale Verwervingen vanaf 1933’ hield inhoudelijk toezicht en het ministerie van OC&W bood financiële ondersteuning. Eind 2018 kwam het onderzoeksproject formeel tot een einde.

Gedigitaliseerd

Wie tijdens de bezetting kunstwerken had verloren of informatie had over kunstvoorwerpen die in handen waren geraakt van de vijand, was verplicht aangifte te doen via de SNK. De aangiftes worden bewaard in het Nationaal Archief. Het gaat om circa 15.000 formulieren en tweeduizend objectfoto’s, die in 2015 door het Nationaal Archief werden gedigitaliseerd en grotendeels doorzoekbaar gemaakt. OC&W en de Conference on Jewish Material Claims Against Germany steunden dit project.

Restitutiebeleid

Een deel van de kunstobjecten kan niet meer bij de rechtmatige eigenaren terecht komen. Toch is de wil er om hier iets mee te doen. Zodoende bepaalde toenmalig minister Ingrid van Engelshoven (D66) van OC&W in 2021 dat de objecten aan de Joodse gemeenschap zullen worden overgedragen na afronding van het restitutiebeleid. De commissie Asscher heeft ten doel om advies uit te brengen hoe dit te doen. Wordt de kunst bijvoorbeeld verkocht of moet het bijvoorbeeld in een – mogelijk nieuw – museum komen?

Restitutiecommissie

De commissie Asscher staat los van de zogenoemde Restitutiecommissie. Die onderzoekt verzoeken om teruggaaf van kunstobjecten, die mogelijk in de Tweede Wereldoorlog van Joden zijn afgenomen of gestolen. Vaak gaat het om kunst dat door musea en overheden in of na de oorlog is aangekocht en dat nog steeds in de gebouwen van deze organisaties hangt, maar dat in werkelijkheid eigendom is van de nabestaanden van Joden die werden vermoord in de Sjoa.

Modern-orthodox

Lodewijk Asscher werd in Amsterdam geboren in een Joodse familie. Hij is modern-orthodox Joods. In de jaren negentig studeerde hij rechten en psychologie aan de UvA, waarna hij voor de PvdA actief werd en in 2002 de Amsterdamse gemeenteraad betrad. Tussen 2006 en 2012 was hij wethouder en plaatsvervangend burgemeester. In het kabinet Rutte II werd hij benoemd tot vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Asscher was teven vicepremier.

Collignon

Bij de Tweede Kamerverkiezingen was Asscher lijsttrekker voor zijn partij. De PvdA werd afgestraft voor bijna vijf jaar van samenwerking met de VVD in de regering en kelderde van 38 naar negenzetels, het laagste aantal sinds de oprichting van de partij. Asscher vertrok uit de politiek. Hij werkt sindsdien als consultant en houdt er verschillende bestuursfuncties op na. In 2023 trok hij in de Volkskrant van leer tegen een antisemitische cartoon van tekenaar Jos Collignon.

Beeldmerk Jonet.nl.Waardeert u dit artikel?

Donatie
Betaalmethode
American Express
Discover
MasterCard
Visa
Maestro
Ondersteunde creditcards: American Express, Discover, MasterCard, Visa, Maestro
 
Kies uw betaalmethode
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren

Categorie: |

Home » Cultuur » Asscher voorzitter commissie Verweesde Joodse Roofkunst