‘De Bokser’ is het lezen meer dan waard – boekrecensie

bokser
Querido

In de net verschenen biografie ‘De bokser, het leven van Max Moszkowicz’ vertelt NRC-journalist Marcel Haenen op meeslepende wijze het aangrijpende levensverhaal van de beroemde strafpleiter uit Maastricht.

Wat een bijzondere man. Dat is het gevoel dat je overhoudt na lezing. Jazeker, een vechter die soms meedogenloos is voor zijn tegenstanders. Iemand die kleinzielig kan zijn in conflicten. Maar ook: een hartelijke en genereuze vriend, een liberaal van de oude stempel met vooruitstrevende opvattingen over het strafrecht, met een diepgeworteld geloof in het goede in de mens. Vooral dat laatste is verbazingwekkend. Na het lezen van de eerste hoofdstukken, over de vervolging en later de gevangenschap in Auschwitz en andere gruweloorden, is het moeilijk voorstelbaar dat iemand die dit allemaal heeft meegemaakt nog zo’n geloof kan hebben.

Ook het deel van de familiegeschiedenis dat voorafgaat aan de naziperiode lijkt nu niet meteen een groot vertrouwen in de mensheid te inspireren. Max’ vader Abraham Moszkowicz moet in 1923 vluchten uit zijn geboorteland Polen. Hij vestigt zich in het Duitse Essen, waar hij in 1926 trouwt met Feiga Raab. Hij verdient zijn geld in de textielhandel. In oktober 1926 wordt de oudste zoon Max geboren.

In 1929 begint de terreur van nazi-knokploegen: Joden worden op straat aangevallen en synagogen worden beklad met dreigende teksten. Dit neemt toe nadat Hitler in 1933 tot rijkskanselier wordt benoemd. Joodse winkels worden geboycot, Joodse ondernemers worden geïntimideerd en klanten maken misbruik van de politieke situatie: zij weten dat Joden geen rechten meer hebben en betalen vaak hun openstaande rekeningen niet.

Volksvijand
Nog in 1933 wordt Abraham Moszkowicz gearresteerd omdat de nazi’s hem als ‘volksvijand’ beschouwen. Een paar maanden later verhuist hij met zijn gezin – inmiddels uitgebreid met een meisje, Helga – naar het Limburgse Amby. Zij zijn niet de enigen: veel Oost-Europese Joden vluchten naar ‘de veilige kant van de Duitse grens’ (blz. 40). Amby heeft een ‘goede’ burgemeester die zich vaak persoonlijk ontfermt over de vluchtelingen. Het zeer katholieke Limburg heeft verder weinig op met Joden. De terreur tegen Joden in het nabije Duitsland blijft vrijwel onvermeld in de pers. Van de twee regionale kranten is één, de Limburger Koerier, uitgesproken nazi-gezind.

Een jaar voor het uitbreken van de oorlog wordt Max Moszkowicz bar mitswa. Hij zit dan op het gymnasium in Maastricht, waar het gezin in 1939 naar toe is verhuisd en waar vader Moszkowicz een succesvolle winkel in dameskleding heeft. Maar maatschappelijk gezien wordt de positie van Joden steeds moeilijker. Er verschijnen steeds vaker antisemitische artikelen in kranten en Joden worden in toenemende mate in het openbaar uitgescholden. Abraham Moszkowicz probeert zo veel mogelijk Joden die Duitsland ontvluchten te helpen, onder andere door hen illegaal de grens over te smokkelen.

Vrijwel meteen na de Duitse inval blijkt dat de Limburgse overheidsdienaren zich in alle opzichten voegen naar de wensen van de bezetter. Discriminerende maatregelen tegen Joden worden zonder het geringste protest uitgevoerd. De commissaris van politie in Maastricht toont zich zelfs overijverig in het plaatsen van de op steeds meer plekken verschijnende borden met ‘Verboden voor Joden’. Hij vraagt zelfs om extra borden om de nogal eens vernielde exemplaren meteen te kunnen vervangen.

Auschwitz
In 1942 wordt Abraham Moszkowicz gedwongen zijn bedrijf te verkopen en heeft dan geen inkomsten meer. In augustus van dat jaar krijgen de Joden van Maastricht een oproep zich te melden om ‘te gaan werken in Duitsland’. Het gezin Moszkowicz wordt samen met het grootste deel van de Maastrichtse Joden afgevoerd naar Westerbork en binnen een maand verder getransporteerd naar Auschwitz, waar moeder Feiga met dochtertje Helga en de in 1940 geboren baby Joop meteen worden vergast. Vader en zoon Moszkowicz worden naar het werkkamp gebracht. Max overleeft de verschrikkingen, waaronder de beruchte dodenmars, maar Abraham wordt kort voor de bevrijding vermoord in het kamp Ebensee.

Max meldt zich na zijn terugkeer bij het gymnasium in Maastricht, waar hij zijn opleiding wil afmaken. Niemand is geïnteresseerd in wat hij heeft meegemaakt en hij praat er zelf ook niet over. Na het gymnasium studeert Max rechten aan de Universiteit van Nijmegen, een katholiek bolwerk waar hij een vreemde eend in de bijt is. Als enige van zijn studiegenoten begint hij na afronding van zijn opleiding een praktijk in Maastricht als strafpleiter, een deel van de advocatuur waar in die tijd nogal op wordt neergekeken. De advocatuur in Maastricht bestaat uit leden van ‘deftige’ lokale families, die zich vrijwel uitsluitend bezighouden met civielrechtelijke zaken. Als Moszkowicz al snel succesvol blijkt, nemen zijn ‘confrères’ hem dat niet in dank af. De kinnesinne neemt regelmatig sterk antisemitische vormen aan.

Moszkowicz is zo succesvol dat hij in de loop van de jaren filialen van zijn praktijk opent in andere steden. Hij wordt ook zeer gewaardeerd door veel rechters om zijn charmante manieren en zijn uitstekende vaardigheden als pleiter. Hij krijgt een wekelijkse column in De Telegraaf, waarin hij onder andere zijn zeer liberale opvattingen over straffen en het recht uiteenzet. Hij is bekend met het foute oorlogsverleden van deze krant maar omdat het de grootste van Nederland is, kiest hij bewust voor dit zo groot mogelijke podium.

De vier zonen van Moszkowicz kiezen ook allen voor de advocatuur. Deels door hun ernstige tweedegeneratie-problematiek verliezen drie van de vier het recht hun vak uit te oefenen. Alleen Max junior blijft overeind in de advocatuur. Nadat zijn vader in 2004 wordt getroffen door een ernstig herseninfarct neemt hij de zaak over, maar hij specialiseert zich juist in civielrechtelijke zaken.

Oordeel
Haenen heeft veel onderzoek gedaan en is goed thuis in zijn onderwerp. Hij ontzenuwt op een rustige manier de vele antisemitische aanvallen die in de loop van de jaren zijn gedaan op Max Moszkowicz, waaronder het verhaal van een regionale Limburgse historicus die het praatje rondstrooit dat Moszkowicz nooit gevangen heeft gezeten in Auschwitz en dat hij zijn kamptatoeage zelf heeft aangebracht. Dankzij de context, waarin Haenen uitgebreid heeft laten zien hoe zeer het antisemitisme ook in het naoorlogse Limburg nog sterk aanwezig is, begrijpt de lezer meteen in welke categorie deze praatjes vallen.

Enige minpuntjes zijn te vinden in de proloog en in het eerste hoofdstuk, waarin Haenen de Joodse voorgeschiedenis van de familie Moszkowicz beschrijft. Hierin staat een aantal irritante fouten: Haenen haalt chassidisme en orthodox Jodendom door elkaar, schrijft ‘rabbi’ in plaats van het Nederlandse ‘rabbijn’ en nog zo wat kleinigheden. Maar meer dan dat zijn het niet. ‘De Bokser’ is het lezen meer dan waard.

Deze recensie werd geschreven door Manja Ressler

Titel: De bokser. Het leven van Max Moszkowicz
Auteur: Marcel Haenen
Uitgeverij: Querido.
ISBN: 978 90 214 0806 4
Prijs: 22,50 euro

Categorie: |

Home » Cultuur » Boeken » ‘De Bokser’ is het lezen meer dan waard – boekrecensie