De Joodse penoze van Amsterdam – column Max Moszkowicz

Max Moszkowicz

Hoe kan een zestienjarige met volwassen nazi’s die zijn moeder, broertje en zusje voor zijn neus vergastten de boksring in te stappen? Ja, hij overleefde daardoor waarschijnlijk de oorlog… Ik heb het over mijn grootvader Max Moszkowicz sr. die het aardse leven op 27 januari van dit jaar verliet, uitgerekend op internationale Holocaust-herdenkingsdag. Nam hij als zestienjarige niet een gigantisch risico door onderdeel te zijn van de Auschwitz-häfling-boksploeg? Hij deed dat misschien, maar sloeg die nazi’s en criminele kapo’s wel op hun bek! Het gaat nog verder, hij liep op sterven na dood van honger en vermoeidheid de dodenmars van Auschwitz naar Mauthausen. Daarna liep hij ook nog moederziel alleen – nog altijd in streepjespak – dwars door Europa terug naar het schoolplein van zijn middelbare school in Maastricht.

Zwarte Joop
Ik doe onderzoek naar deze Joodse wezen, die zich net als mijn eigen grootvader na de oorlog bewogen tussen de Amsterdamse penoze aangezien er geen ouderlijk toezicht meer voor velen van hen was. Mijn grootvader had nauwe banden met deze heren van de Joodse penoze op de Amsterdamse Wallen. Hij was de advocaat van de charismatische en charmante Joodse gangster Maurits de Vries, oftewel ‘Zwarte Joop’. Ik heb ontdekt dat de groep rondom Joop voor een substantieel gedeelte bestond uit Joden of jongens met Joodse wortels, waarvan de meesten weeskinderen uit de oorlog waren. Was er misschien daardoor een Amsterdamse Joodse maffia ontstaan? Waarschijnlijk dacht niemand er destijds of vandaag zo over, maar er zit een kern van waarheid in.

Maffia en de Cabala
De casino-ambitie van Zwarte Joop bracht hem in het vaarwater van maffiakopstukken van de Genovese family (een van de vijf grote maffiafamilies uit New York) zoals Dino Cellini, Freddy Ayoub en Joe Nesline, maar bovenal de opperbaas en ooit onderdeel van het Joodse huurmoordenaarsbedrijf Murder Inc. Grappig detail: Meyer Lansky – Joodse maffioso – was samen met Benjamin ‘bugsy’ Siegel de geestvader van het wereldberoemde gokparadijs Las Vegas. Zo belandde er halverwege de jaren zeventig een New Yorkse maffiadelegatie op de Wallen om de wateren te peilen voor Joops casino.

Zwarte Joop (links) met twee vrienden voor de gevel van Casa Roso (foto: courtesy)

Er waren hier destijds nog geen gokwetten en dus kreeg Zwarte Joop een financiële injectie van de Genovese maffia en Meyer Lansky, plus de kennis om zijn droom te verwezenlijken: een casino op de Wallen. De Cabala was geboren! O, het was glorieus: drankjes en hapjes waren gratis, vierentwintig uur per dag open, er was een huisdiscotheek en het interieur was marmer, goud en pluche. Zoals Joop had gehoopt werden er miljoenen guldens vergokt aan zijn Las Vegas-modelgoktafels.

‘Zelfkanter’
Joop was niet de enige Joodse penoze charmeur. We hadden ook nog Maurits ‘Maupie’ Caransa, die zich bewoog in het grijze gebied van de Amsterdamse vastgoedwereld. Ook Jaap Kroonenberg was een Joods vastgoedtycoon in Amsterdam. Naast hen waren er vele anderen. Deze jongens waren geen echte criminelen maar ze wel hadden hun eigen mores, normen en waarden die niet altijd overeenkwamen met de wet. Zwarte Joop noemde zichzelf een ‘zelfkanter’. Hij hield zich niet altijd aan de wet, maar had absoluut een moreel kompas. Hij heeft ook ontzettend veel betekend voor de het beeld van Amsterdam, de aantrekkingskracht van de Wallen en het naoorlogse Joodse leven. Hij heeft tevens veel Joden financieel geholpen, was betrokken bij het opzetten van een Joodse school en de beveiligingsorganisatie Bij Leven en Welzijn (BLEW). Velen zullen niet snel toegeven dat Zwarte Joop ze heeft geholpen, maar je weet zelf wel wie je bent. 

Overlevers
Waarom waren juist deze Joodse wezen zo succesvol? Dat wil ik weten. Misschien ben je wel helemaal geen normaal mens als je in de meest vijandige omstandigheden het instinct en de onbreekbare wil hebt om te overleven. Het zou wel eens van veel verder terug gaan in onze familiegeschiedenis, bedacht ik me al eens. De Joden in Europa werden eeuwenlang vervolgd en werden gelyncht tijdens pogroms. Alleen de allersterksten bleven over. Wat doet dat met de nakomelingen van de generatie met een geschiedenis van trauma, terreur en van geweld?

Ik denk dat dit geldt voor erg veel Joodse oorlogswezen en dus niet alleen voor mijn grootvader. In de komende weken ga ik hier voor Jonet.nl meer onderzoek naar doen. Ik zie er naar uit jullie mee te nemen in een ontdekkingstocht met bijzondere uitkomsten.

Lees ook:
Het Jeruzalem-syndroom – column Max Moszkowicz

‘Wellicht ooit van het Jeruzalem-syndroom gehoord? Waarschijnlijk niet. Het is je niet kwalijk te nemen, ik kwam er ook bij toeval achter toen ik een jaar of zeven geleden het NTR-programma ‘Vals plat’ mede vorm gaf. De opdracht was om een portret te maken van een individu dat obstakels in zijn leven had overwonnen of nog aan het overwinnen was. Vandaar de naam ‘vals plat’ wat een wielrenners term is voor een opwaartse rit zonder dat het te zien is, enkel voelbaar voor de wielrenner…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.


Categorie: |

Home » Nieuws » De Joodse penoze van Amsterdam – column Max Moszkowicz