Esther Voet: ‘sneeuwstorm Thor bezorgde mij een bijzondere taxirit’

Beeld: FB
Beeld: FB

‘Washington, vierde keer in een jaar. Ditmaal voor de AIPAC conferentie. Een enorm circus zoals alleen de Amerikanen dat kunnen organiseren, voor 16.000 man, met speeches van Benjamin Netanyahu, een generale repetitie voor zijn speech in Congress de volgende dag, Susan Rice, Samantha Power en vele anderen. Het zijn uitputtende dagen van zes uur in de ochtend tot laat in de avond, even los van de afspraken die ik buiten de conferentie om had. En het werd al een paar dagen van tevoren aangekondigd: sneeuwstorm Thor was onderweg, uitgerekend op de donderdag dat ik moest terugvliegen. En zo zit ik nu veel en veel te vroeg, al ingecheckt, voor mijn vlucht op Dulles International Airport. Het is nu elf uur in de ochtend. Ik vlieg pas om 18.25 in de avond.

Wat er gebeurde? Vannacht heb ik in mijn hotelkamer om de paar uur gecheckt of Thor al aanklopte, maar het bleef bij wat motregen. Tot vanochtend een uur of half zeven. Langzaam veranderde de regen in ijsregen en daarna in stofsneeuw, totdat een witte zweem het uitzicht vanuit mijn kamer beperkte tot een zicht van nog geen vijftig meter. Als het sneeuwt in Washington komt de wereld tot stilstand. De overheid is lang niet zo effectief in het schoonhouden van de straten als in Nederland. Taxi’s stoppen met rijden, of vragen exorbitante ‘sneeuwtoeslagen’ vanwege het extra risico. Ik nam in drie seconden een besluit: nu de stad uit, naar het vliegveld, want of dat over een uur nog lukt is zeer de vraag. Tien minuten later checkte ik uit. Ja, haarlak en shampoo vergeten in de badkamer. Jammer dan, dat overleef ik wel. Was er nog een taxi te krijgen? Ja, een zwarte limo waar een klein mannetje met poppetjes in zijn ogen uitstapte. “Wise decision, ma’am!” lachte hij. De rit zou 75 dollar gaan kosten. En zo gingen we onderweg. In de stad was het nog 34 graden Fahrenheit, +1 Celsius. In een ritje van een half uur kelderde de temperatuu naar -3, en de weg werd steeds witter en vervolgens gevaarlijk glad. Er stond ergens een auto 180 graden gedraaid, met zijn neus de tegengestelde kant op. Sneeuwschuivers konden de ladingen niet verwerken, verwacht werd dat er vandaag tenminste ‘a foot’, zo’n 33 centimeter zou vallen (later zou het blijken meer te zijn). Maar het mannetje met de lach op zijn gezicht stuurde me rustig en vakkundig richting Dulles. En toen ontstond er natuurlijk een gesprek. Waar hij vandaan kwam? Marokko. Marrakesh om precies te zijn. Hij was in 1964 naar Amerika gekomen, was nu 75 jaar oud en getrouwd met een Finse. Ik reageerde enthousiast, ik ben dol op Marrakesh, en daar werd hij weer enthousiast van. Mijn telefoon ging: de Israelische ambassadeur Haim Divon vanuit Nederland aan de telefoon. De conversatie verliep in Engels.

“You are Israeli, ma’am?”
“No, but I am Jewish,” en ik legde uit waarvoor ik in Washington was en wat ik in Nederland voor werk deed, eigenlijk een wat koelere reactie verwachtend.
Maar: “Ah, I hear Maroccans make a lot of trouble there.”
“Some do, most don’t, it is always A Maroccan never THE Maroccan, I always say.”
“I don’t understand the kids there, ma’am, growing beards, being agressive, attacking Jews, if they would do that in Marocco they would immediately be put behind bars.”
And I really, really do not understand what everybody has against Jews. It is jealousy ma’am. You all take care that you are well educated and I know Jews as very hard working people. And that is why a lot are succesful. It is jealousy ma’am. You also see it with Israel, they get well educated and work hard, that is why the country is so succesful too. I tell you, it is all jealousy.”
Ik liet mijn zilveren chamsa met Davidster zien die ik om mijn nek had hangen. “Ah, the chamsa! May it protect you ma’am, and the star of David will do that too. It will protect you.”

We waren safe en sound aangekomen bij de terminal. Ik vroeg om zijn kaartje, voor een volgende keer Washington. Hij wenste me een veilige vlucht. “Wise of you to leave the moment you did, ma’m, and it was wonderful talking to you. Don’t forget what I said,” en toen omhelsde hij me. Nog even zwaaien, waarna zijn zwarte limo verdween hij in een dikke deken sneeuwvlokken. Op naar huis, waar ik nu ontzettend naar verlang. En ik bedacht me terwijl ik naar binnen liep: wat zou het mooi zijn als ik ook eens zo’n conversatie kon hebben met een taxichauffeur van Marokkaanse afkomst in Amsterdam. Ik begin steeds meer van Amerika en de Amerikanen te houden.

Goed. Kwart voor 12. Nog zes uur voor boarding, als die kist geen vertraging heeft, tenminste. En dan naar huis. Ik ga aan de koffie.’

Esther Voet is directeur van het CIDI en een van de vaste columnisten van Jonet.

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Esther Voet: ‘sneeuwstorm Thor bezorgde mij een bijzondere taxirit’