Gelukkig is ze niet Joods – column Tomer Pawlicki

Tomer Pawlicki
FB

‘Amoureuze verplichtingen dwingen mij tot het schrijven van deze column. Een column over niemand anders dan mijn vriendin. Ik ben gedwongen te zeggen dat die verplichting volledig door mij en mij alleen aan mijzelf is opgelegd. En feitelijk is dat ook zo. Niemand kan mij dwingen een column te schrijven over een ongewenst onderwerp. Daarbij is mijn vriendin gewenst, dus hier de column.

Wie mij goed kent weet dat ik menig dating app heb getest, voordat ik mijn vriendin ontmoette. Tinder, Happn, Cupid en ook J-swipe is aan de orde gekomen. Tinder voor Joodse singles. Hoopgevend voor single Joden jagers, mensen die perse een Joodse wederhelft zoeken. Verder teleurstellend als je ziet dat er in Amsterdam en heel Nederland dezelfde twintig profielen digitaal om elkaar heen draaien. Nooit waren de sporen van de Tweede Wereldoorlog zo kristal helder te zien in de maatschappij. Een digitale woestijn waar de Joodse singles ontbreken terwijl ze er wel moesten zijn. Dankzij de oorlog.

Ik heb het vermeld in mijn beschrijving. Volgens mij kon niemand er de humor van inzien.
Nul matches.
Bij de algemene dating-app Happn vond ik mijn vriendin.

Om eerlijk te zijn was ik niet op zoek naar een Joodse wederhelft. Dat is voor mij nooit belangrijk geweest. In tegenstelling tot sommige van mijn Joodse vrienden. Waarom ik dan op J-swipe zat? Geen idee. Je bent jong en je wilt wat. Ik vond het geestig. Dat ik uiteindelijk met een Joodse zou eindigen, terwijl andere er wanhopig naar zochten.

Uiteindelijk ben ik niet met een Joodse. Sterker nog, zij vindt zelfs dat ik niet Joods ben. Ergens heeft ze ook gelijk. Maar als ik zou besluiten om vroom te worden zou ik meteen door de harde kern van de gemeenschap worden omarmd. En als zij ineens Joods zou willen worden dan zal ze toch altijd als een buitenstaander worden gezien. Maakt niet uit hoe orthodox ze is. Ik heb een Joodse moeder. Zij niet.

Een vriend vroeg ooit aan mij: Je wilt toch wel dat je kinderen tot hetzelfde volk behoren als jij?’
Zijn moeder zei: ‘Als je veertig bent wordt je wakker met het besef dat er iets mist in je leven. Dat gemis zullen Joodse kinderen zijn.”
Aan beide heb ik geantwoord: Het zijn mijn kinderen. Uit liefde geboren. Wat maakt het uit of ze Joods zijn of niet? De nazi’s vonden wel dat het Joden waren.”
In dat opzicht waren ze vooruitstrevender dan wij.

Samen hebben wij in ieder geval een besluit genomen. Onze zoon wordt niet besneden. Dat wil zij absoluut niet. En ik begrijp waarom. Goed, in Israël zijn er genoeg seculiere Joden die daar ook voor kiezen. In Europa lijken de seculiere Joden dat nog wel te prefereren. Hoe verder de mens van huis is des te conservatiever hij wordt. En ik voel me hier wél thuis.

Mijn vriendin blijkt trouwens ergens ver weg van Joodse afkomst te zijn. Even dacht ze vanuit haar moeders kant. Ironisch vertelde ik dat aan een vriend. Hij was in de plotselinge veronderstelling dat als je meer dan drie generaties niet Joods hebt geleefd je niet meer Joods bent. Geen idee of dat klopt. Maar een dubieuze opmerking was het zeker.

Het blijkt trouwens generaties terug vanuit haar opa’s kant te komen. Het maakt ook niet uit. Mijn moeder is gek op haar. Dat is belangrijker.
Ze is niet Joods en daar ben ik blij om. Als ze wel Joods was geweest was ik er ook blij om geweest. Het leukste van dit alles is dat we elkaar kennen. En dat we ons niet laten tegenhouden door onze achtergrond. En dat het leuk is.

Vooral dat.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Archief Oud-columnisten » Gelukkig is ze niet Joods – column Tomer Pawlicki