Heronderhandeling nieuwe ambassade Israël

Rijksvastgoedbedrijf

De gemeenteraad van Den Haag heeft donderdagavond met een nipte meerderheid gestemd voor heronderhandelingen inzake de nieuwe vestiging van de Israëlische ambassade. Zeker 23 van de 45 raadsleden willen dat het Haagse college van burgemeester en wethouders opnieuw in gesprek gaat met het Rijksvastgoedbedrijf over de verkoop van het pand aan het Plein 1813 dat moet gaan dienen als ambassade. Ook moeten er gesprekken worden aangegaan met de staat Israël. Het pand, de monumentale witte villa van wijlen minister Joseph Luns van Buitenlandse Zaken is, is momenteel al eigendom van de Israëlische staat. Er is al enige tijd onrust over het project, onder meer omdat het gebouw moet worden verbouwd wegens veiligheidsmaatregelen.

Onlangs werd na veel protest besloten dat ingehuurde juristen van de gemeente opnieuw juridisch onderzoek moeten doen naar de gronden waarop de verhuizing van de Israëlische ambassade kan plaatsvinden. Ze moeten het Verdrag van Wenen nog eens goed bestuderen, zo besloot de Haagse gemeenteraad. Volgens sommige partijen in de raad interpreteert wethouder Boudewijn Revis (VVD) het internationale verdrag verkeerd, waardoor de verhuizing mogelijk onterecht zou zijn. De verhuizing van de ambassade levert vooralsnog bezwaren op van bewoners en politici.

Op de verplaatsing van de ambassade van Israël is veel kritiek. Twee jaar terug werd de witte stadsvilla op nummer vier en vijf aan het Plein 1813 verkocht door het Rijksvastgoedbedrijf aan de staat Israël. Met de verhoop was vier miljoen euro gemoeid. Door de veiligheidssituatie moet de witte villa van binnenuit voorzien worden van betonnen muren. Dit tast dit rijksmonument aan. Tegelijkertijd moeten er veertig bomen worden gekapt, verandert het wachtershuisje, komen er extra sterke hekken en moet het Plein 1813 worden aangepast. Vooral omwonenden van deze elitewijk maken zich zorgen en doen hun beklag in de media.

De Haagse raad debatteerde er donderdagavond over. Met name raadslid Peter Bos (Haagse Stadspartij) voerde het hoogste woord in het raadsdebat. Hij verwees naar de langslepende kwestie met de Amerikaanse ambassade op het Lange Voorhout. Die verhuisde onlangs tot opluchting van Den Haag naar Wassenaar. Het duurde circa tien jaar om dit mogelijk te maken. “We zijn net van deze ambassade af en nu begaan we dezelfde fout door weer een risicovol object in een parel van de stad te situeren,” aldus Bos. Ook de Partij voor de Dieren (PvdD) roerde zich. “Den Haag gooit nu een rijksmonument te grabbel voor een carte blanche voor de Israëlische ambassade. Het is een slecht en onvoldragen plan,” aldus raadslid Christine Teunissen (PvdD).

De geplaagde wethouder Boudewijn Revis (VVD) gaf aan met het dossier in zijn maag te zitten. Volgens hem moet de gemeente echter het Verdrag van Wenen als uitgangspunt nemen, dat leidend is en waardoor de Hofstad niet langer onder de verhuizing uit kan. “Het enige dat we kunnen is de schade beperken. Dat hebben we gedaan want de geplande verbouwing in het monumentale pand hebben we kunnen aanpassen. De monumentale waarde blijft zoveel mogelijk in stand,” legde Revis uit. De PvdD-fractie diende echter een voorstel in voor een juridische second opinion.

Een meerderheid van de gemeenteraad was het met de PvdD eens en wil thans dat een externe jurist het Verdrag van Wenen nogmaals bekijkt. Partijen Hart voor Den Haag/Groep de Mos en GroenLinks, beide collegepartijen, stemden voor de motie, waardoor er een meerderheid voor was. De externe jurist moet ontdekken of de ambassade een volledig vrije locatiekeuze heeft op basis van het verdrag en of de gemeente Den Haag verplicht is om veiligheidsmaatregelen te nemen die haaks staan op de monumentenwetgeving. Wethouder Revis denkt dat de second opinion geen nieuw op de zaak zal werpen omdat de gemeentelijke juristen ‘goed naar de zaak hebben gekeken’.

Categorie:

Home » Heronderhandeling nieuwe ambassade Israël