Hedda van Gennep (88) overleden

wiki

Televisie- en filmmaakster Hedda van Gennep is vrijdag op 88-jarige leeftijd overleden. De maakster, die tot op latere leeftijd niet wist dat ze Joods was, produceerde taboedoorbrekende televisie en film in Nederland. Tot haar tachtigste maakte ze nog documentaires in de strijdbare stijl die tot op het laatste moment haar handelsmerk was. In de jaren vijftig ging ze bij de AVRO-radio werken voor de wekelijkse vrouwenrubriek ‘Avrodite’. In 1968 trad Van Gennep als programmamaakster in vaste dienst bij de VARA. Voor die omroep werkte ze tot 1987. Later maakte ze ook programma’s voor IKON en NCRV.

Van Gennip stond aan de basis van het VARA-programma ‘Open en bloot‘ dat in 1974 en 1975 werd uitgezonden. In deze show werd voor het eerst openlijk over seks gesproken. Presentator Joop van Tijn zei als allereerste het woord ‘neuken’ op televisie, iets was tot dan toe een taboe was geweest. Van Gennep maakte tevens programma’s over abortus, lesbiennes, pornografie, uitgeprocedeerde asielzoekers en de strijd tegen kruisraketten. Tot op hoge leeftijd leverde ze ieder jaar een documentaire af bij de publieke omroep. In 2002 speelde ze mee in het toneelstuk ‘De Vagina Monologen’.

Van Gennep was de dochter van de surrealistische schilder Kor Postma. Haar Joodse grootouders werden in 1942 vermoord in Auschwitz. In 1993 maakte ze de documentaire ‘Het oog van de naald’. Deze ging over SS’er Alfons Zündler, die als bewaker van de Hollandsche Schouwburg Joden hielp te ontsnappen aan deportatie. Zelf wist Van Gennep niet dat ze Joods was. “Dat had mijn moeder me nooit verteld. Waarom zou ze ook, het was geen onderwerp. We waren niet religieus. Alle kinderen van mijn grootouders waren met christenmannen getrouwd. Mijn biologische vader, Cor Postma, de schilder, was niet-Joods, en mijn stiefvader, hij was patholoog-anatoom op het Binnengasthuis, ook niet,” vertelde Van Gennep ooit aan De Volkskrant.

“Toen ik eens logeerde bij mijn grootouders in Antwerpen ging ik mijn grootvader afhalen bij de diamantslijperij. Uit de fabriek kwamen allemaal mensen met bonthoeden en pijpenkrullen. Ik keek mijn ogen uit. ‘Bompie, wat zijn dat voor mensen?’ ‘Kind,’ zei hij, ‘dat zijn Joden’. Haar grootouders kwamen bij haar ouders in Amsterdam wonen. “Ze moesten een ster dragen, mijn moeder ook. Ze mochten de winkels niet meer in. Dan moest ik de groentewinkel in, en stond mijn moeder buiten instructies te geven. En ik dacht maar: waarom doet ze in godsnaam haar eigen boodschappen niet. We gingen een keer samen schoenen kopen. We liepen over straat en zij droeg de doos schuin onder haar arm, zodat je de ster niet goed zien. Ze werd aangehouden en in het gezicht geslagen.”

Bij hen thuis kwam de Nederlandse politie een paar keer langs. Van Gennep tegen de Volkskrant: “Mijn stiefvader had tegen mijn grootvader gezegd: ‘Lex, je moet weg.’ En mijn grootvader zei toen, ik weet het nog letterlijk, ik stond erbij: ‘Wat ben jij voor een schoonzoon om mij in deze omstandigheden het huis uit te zetten, ik leg ze wel uit dat ik nog nooit iets verkeerd heb gedaan, dat ik een keurige diamantklover ben.’ Mijn vader zei: ‘Lex, je krijgt de kans niet om iets uit te leggen.'” Na tien dagen kwam de SS om de Joodse bejaarden weg te voeren voor deportatie naar het Oosten. Haar Joodse moeder werd ontzien en overleefde de oorlog.

Decennia later maakte Van Gennep een documentaire voor de IKON over de rol van Amsterdamse ambtenaren rond de deportatie van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de film ‘Elke stip is tien Joden’. Van Gennep: “Ik heb zo gehuild toen ik de brieven las die ze aan de Duitsers schreven: dat ze nog niet op orde waren, maar dat ze hun best zouden doen om hun alle gegevens te verstrekken. Die hele deportatie had nooit gekund zonder die overmatige ijver van de ambtenaren. En vanuit Londen is ook nooit gezegd: verberg een Jood in uw kippenhok. Het emotioneert mij buitengewoon. Ik erger mij ongelooflijk aan de hypocrisie. Geef het toch toe. Elke stip staat voor tien Joden: het staat letterlijk op de plattegronden van die gemeenteambtenaren, ik wilde het niet geloven. En dan al die tramconducteurs die de trams hebben laten rijden, en kaartjes verkochten, want ze moesten ook nog de rit betalen van de Beethovenstraat naar het CS. Dus hoezo vastberaden, heldhaftig en nog iets… Bullshit!!”

Van Gennep was getrouwd met boekenhandelaar en uitgever Rob van Gennep, die in 1994 overleed. Ze kreeg in 1989 de Clara Meijer Wichmann-penning. Hedda van Gennep stond in 2005 op plek zes van de Journalist Top-40. Die werd samengesteld door de toenmalige redactie van vakblad ‘De Journalist’. Van haar eerste man kreeg ze zoon Jaap Goudsmit, hoogleraar virologie. “Ik was 21 toen hij werd geboren. Ik ben met de vader van Jaap, een Joodse jongen, getrouwd. Ik had het gevoel dat ik met een Jood moest trouwen. Zijn ouders waren vermoord. Maar het ging niet, we waren veel te jong.”

Categorie: |

Home » Achtergrond » In memoriam » Hedda van Gennep (88) overleden