Islamitisch antisemitisme en ‘de dialoog’

Nathan Bouscher

“Iemand die een leven redt, redt de hele wereld.” Talmoed, in het traktaat (boek) Sanhedrin 4,5

‘Zo heilig als het leven in de ene religie is, zo heilig is de dood in een andere. Dit hebben we kunnen zien in Brussel, Toulouse, Parijs en Kopenhagen. In relatief korte tijd volgden deze brute gewelddadige antisemitische aanslagen gepleegd door radicale moslims elkaar op in West-Europa. Het schrikeffect blijft onverminderd, al ziet ieder mens zonder oogkleppen op ze aankomen.

Toch is islamitische haat en geweld is voor hele bevolkingsstammen een taboe. Het is de olifant in de kamer voor de goedgelovigen, kwaadwillenden en slechtzienden. De percentages verschillen, maar de ontkenners en relativisten vind je in alle delen en lagen van de samenleving. Taboes zijn niets anders dan confrontaties met oncomfortabele waarheden. Ze worden in stand gehouden door conformiteit aan een groep en bewaakt door politieke correctheid. Haast ieder mens maakt zich hier schuldig aan en ik zie het als de grote jihad (= innerlijke strijd) om onszelf hiervan te bevrijden.

Er is iets grondig mis in de islamitische gemeenschap als het om Joden gaat. Het gaat precies mis op de thema’s waar Joden het van oudsher goed doen: opvoeding, onderwijs en het corrigerend vermogen vanuit de gemeenschap. De vraag waar de valse tot kwaadaardige beelden over Joden bij veel moslims vandaan komen kan niet eenduidig worden beantwoord: schotelantennes, haatpredikers en -docenten, geschriften, propaganda, het land van herkomst, de Koran, de cultuur, het schoolplein, de straat? Een gevaarlijke cocktail van deze ingrediënten aangevuld met gevoelens van sociale onvrede of een misplaatst gevoel van gerechtigheid kan de bom laten ontploffen. Islamitische terreur op Joodse doelen is immers het radicale broertje van het islamitische antisemitisme op straat.

Het relatief zeer hoge aantal antisemitische incidenten uit islamitische hoek van het afgelopen decennium, waarvan een aantal in het bijzonder, heeft de Nederlands-Joodse bestuurders aangezet tot de dialoog. Heerlijk al die thee of espresso, zoals Chantal Suissa betoogt in NIW 30, maar dat raakt de kern niet. Laat staan dat deze benoemd wordt.

Hoe ziet die dialoog er uit? De opzet van de dialoog zoals ik die op veel niveaus heb meegemaakt, met als hoogtepunt een gesubsidieerde studiereis naar Marokko voor Joodse en Marokkaanse bestuurders uit de hoofdstad, gaat uit van een valse gelijkwaardigheid: ‘Joden en Marokkanen worden gediscrimineerd in Nederland en dat moet hand in hand worden bestreden.’ Het moge voor zich spreken dat deze stelling op zichzelf juist is, maar in de context van het aangaan van gesprekken tussen deze twee bevolkingsgroepen is het een laffe en gevaarlijke halve waarheid.

Joden zijn namelijk structureel slachtoffer van discriminatie door een andere minderheid in de Nederlandse samenleving. Daar is geen balans in te vinden in deze dialoog. Er zijn de facto no-go-area’s en Joden slaan op de vlucht, terwijl de elite zich progressief blind staart op de zogenoemde dialoog. Waar blijft het leiderschap bij de Joodse bestuurders? Wij moeten de moslimgemeenschap als gelijkwaardige partner hierop aan blijven spreken. Het is hun probleem, waar wij last van hebben.

Kennismakings -en educatieprojecten zoals die van Chantal of die van de onvermoeibare Sami Kaspi van stichting Maimon verdienen desondanks lof, maar moeten niet overschat worden of het debat verstommen. Ze gaan de verlichting niet brengen, al dragen ze er zeker wel hun steentjes toe bij. Echte verandering moet plaats gaan vinden in de moslimgemeenschap, waar het eveneens aan leiderschap ontbreekt, zoals Aboutaleb enige tijd terug terecht opmerkte. Het is een ideeënstrijd die wereldwijd gewonnen moet worden; de intolerante islam versus de liberale islam.

Voor zover er al een reële oplossing is, ligt deze daar.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Islamitisch antisemitisme en ‘de dialoog’