Jimmy Carter, de man van Camp David – in memoriam
De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter is op honderdjarige leeftijd overleden. De man die in 1978 het Camp David-vredesakkoord tussen Israël en Egypte mede mogelijk maakte, stierf in zijn woonplaats Plains in Georgia. Het presidentschap van Carter kende dit hoogtepunt, maar ook dieptepunten. Hij kwam vooral na zijn aftreden uit de verf. Ook had hij steeds meer kritiek op het Israël van Benjamin Netanyahu.
James Earl Carter jr. werd op 1 oktober 1924 geboren in Plains, een boerengehucht in de staat Georgia. Zijn vader was een succesvolle lokale zakenman die een winkel runde en investeerde in landbouwgrond, en zijn moeder was een gediplomeerd verpleegster. Jimmy en zijn ouders, broers en zussen verhuisden mettertijd verschillende malen in de gemeente. Zo groeide hij ook op in het armere deel, waar voornamelijk Afro-Amerikanen woonden.
Pindaboer
Carter bezocht de Plains High School en ging nadien naar Georgia Tech in Atlanta. Vervolgens ging hij bij de marine en in 1946 studeerde hij af aan de Naval Academy in Annapolis. Intussen was hij al getrouwd met
Rosalynn Smith, een vriendin van zijn zus Ruth. De Carters woonden op verschillende plekken van het land voor de marine, waarna ze in 1956 terugkeerden naar Georgia om het familiebedrijf over te nemen. In de jaren daarna leidde Carter een bestaan als pindaboer.
Heling
In de jaren zestig besloot Carter de politiek in te gaan. Voor de Democraten zat hij in de staatssenaat en stelde hij zich kandidaat voor de functie van gouverneur. In 1971 werd hij dat ook en zette hij een periode van heling tussen zwart en wit in, in Georgia. Vanaf 1972 bouwde hij aan een pad om vier jaar later president te worden. De VS zaten in die jaren in zwaar weer, onder andere door de sociale onrust van de jaren zestig, de Vietnamoorlog en het Watergateschandaal van president Richard Nixon.
Buitenstaander
Met zijn ‘peanut brigade’ won Carter de presidentsverkiezingen van 1976 van de zittende Republikeinse president Gerald Ford. In Washington DC werd hij als een buitenstaander gezien en afstandelijk behandeld. Tegelijkertijd was hij onervaren en kon hij koppig zijn, waardoor hij vast bleef houden aan beslissingen die verkeerd uitpakten. Onder Carter werd de economie vanuit de overheid gestimuleerd waardoor de lonen stegen, maar toen het land in 1979 te maken kreeg met een Oliecrisis kwam er een torenhoge inflatie.
Joodse dossiers
De inflatie zorgde voor stagflatie en grote economische onzekerheid voor veel Amerikanen. Carter was niet bij machten het tij te keren en zijn populariteitscijfers zakten weg, onder meer ook door onhandige media-optredens. Op Joodse dossiers ging het echter wat beter: zo zette de president zich in voor Nathan Sharansky, de leider van de Sovjet-Joden die in 1977 werd gearresteerd, door te verklaren dat hij geen spion was voor de VS. Met de Sovjets bereikte Carter overigens een overeenkomst voor kernwapenbeheersing: SALT II.
Visum
In 1978 legde Carter de basis voor het Holocaust Memorial Museum met de oprichting van ‘the Presidential Commission on the Holocaust’. Onder leiding van Elie Wiesel adviseerde de commissie over de oprichting van het Holocaustmuseum in Washington DC. Tijdens de Iraanse revolutie zette Carter zich in om Joden, christenen en bahai uit Iran met een speciaal visum toegang tot de VS te verlenen via Amerikaanse ambassades. Zeker 50.000 mensen konden zo uit de klauwen van een nieuw en kwaadwillend regime worden gered.
Camp David
In het Midden-Oosten boekte van Carter echter een veel groter succes. In 1978 nodigde hij, tegen het advies van zijn adviseurs in, de Israëlische premier Menachem Begin en de Egyptische president Anwar Sadat uit om naar het presidentiële buitenverblijf Camp David te komen voor vredesgesprekken. De heren werden net zo lang ‘opgesloten’ totdat ze een akkoord zouden bereiken, zo was het idee.
Verbindende factor
Beide buurlanden hadden een bloedige geschiedenis achter de rug met een aantal militaire conflicten. Mede daardoor had Israël de Sinaï-woestijn weten te bemachtigen. In ruil voor een vredesverdrag met volledige diplomatieke erkenning was de Israëlische premier Begin bereid het gebied aan Egypte terug te geven. Daar wilde de Egyptische Sadat over praten en zo geschiedde het in Camp David, waar Carter als de verbindende factor optrad.
Land voor vrede
Negen dagen lang aten, sliepen en baden de mannen samen. Ze spraken over de problemen tussen beide landen en dachten erover na, soms tot diep in de nacht. Het kwam op de laatste dag aan, toen er een vredesdeal kwam waarbij het concept ‘land voor vrede’ was geboren. Carter wilde eigenlijk ook een oplossing voor de nederzettingenpolitiek van Israël, maar dat werd ter elfde ure ter zijde geschoven, tot grote frustratie van de Amerikaan achteraf. De Camp David Akkoorden werden in Washington getekend en gelden nog steeds.
Gijzeling
Op een andere plek in het Midden-Oosten liep het echter minder goed af voor Carter. In 1979 was in Iran het islamistisch regime van ayatollah Khomeini aan de macht gekomen, die de Amerikaanse ambassade in Teheran liet bestormde en er diplomaten gegijzeld hield. De gijzeling bleef lang duren en een reddingsoperatie mislukte, waarvoor Carter eindverantwoordelijk was. De crisis rond de gegijzelden en de beroerde economie kostten Carter uiteindelijk de kop met de verkiezingen van 1980, die hij verloor van Ronald Reagan.
Goodwill
Na zijn presidentschap moesten Carter en zijn vrouw Rosalyn zich herpakken. Wat gingen ze nu doen? Halverwege 1981 werden ze opgeschrikt door slecht nieuws uit Egypte: hun vriend, president Sadat, was vermoord door extremisten die vonden dat hij geen vrede had moeten sluiten met Israël. De moord gaf de Carters een ingeving: zij zouden zich gaan inzetten voor vrede en ‘goodwill’ in Amerika en de wereld. En zo geschiedde.
Nobelprijs
In de jaren tachtig zette het echtpaar het Carter Center op, van waaruit vredesprojecten en sociale projecten werden gesteund. Ook richtten ze zich samen op Habitat for Humanity, een initiatief dat huizen bouwt voor Amerikanen die er geen hebben. Carter zelf kwam in de jaren negentig weer op het wereldtoneel toen president Bill Clinton hem inzette als gezant in Noord-Korea en Haïti om crises te bezweren. Dat en andere initiatieven leverden Carter in 2002 de Nobelprijs voor de Vrede op die hij in Oslo kwam ophalen.
Kritisch boek
Als gelovig christen was Carter altijd een ondersteuner van Israël, maar in de jaren 2000 kwam daar vaker de klad in. Hij had steeds vaker kritiek op het Israëlische nederzettingenbeleid en de aanwezigheid van Israël in de betwiste gebieden. In 2006 schreef hij een boek waarin hij Israël een apartheidsstaat noemde. Dat leverde hem veel kritiek uit het land en de Joodse wereld op, ook uit Joods Amerika. In 2009 sprak Carter per brief zijn excuses uit. In totaal schreef hij twintig boeken over verschillende onderwerpen.
Netanyahu
Niettemin bleef Carter kritisch op het beleid van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die hij in 2015 tijdens zijn laatste reis naar Israël weigerde te ontmoeten. Dat is uiterst ongewoon voor een Amerikaanse oud-president die het land bezoekt. Carter vertelde aan de pers dat een tweestatenoplossing onmogelijk was zolang Netanyahu aan de macht bleef, terwijl hij vond dat terreurgroep Hamas geïnteresseerd zou zijn in vrede.
Kanker
Het was eveneens in 2015 dat Carter aankondigde leverkanker te hebben. Hij was open over zijn ziekte en gevecht ertegen, maar kon al twee jaar later verklaren dat hij ‘kankervrij’ was. Het was opmerkelijk te noemen omdat velen hadden verwacht dat de hoogbejaarde oud-president het niet zou redden. Hij leefde sindsdien ‘in blessuretijd’ en bleef actief, maar de ziekte keerde later wel terug.
Levenseinde
Carters toegewijde vrouw en compagnon Rosalyn stierf 2023 op 96-jarige leeftijd. Hij kon haar begrafenis bijwonen, zij het zeer verzwakt en liggend in een rolstoel. Op 1 oktober 2024 vierde hij zijn honderdste verjaardag thuis in Plains, waar hij op 29 december zijn laatste adem uitblies. Carter was de oudst levende voormalige president in de geschiedenis van het land. Zijn familie bereidt zich voor op een staatsbegrafenis in Washington DC.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren