‘Kinderen uit een andere cultuur moeten eens minder naar hun ouders luisteren’

Yvonne Brill (foto: S. Elzinga)

Yvonne Brill (78) is kinderboekenschrijfster. Onlangs publiceerde ze het boek Davids droom, dat is geschreven voor kinderen van tussen de elf en de veertien jaar. Het verhaal gaat over een Joodse jongen en zijn ervaringen in de Sjoa. Het is niet voor het eerst dat er kinderboeken over het thema uitkomen, maar Brill vindt het toch erg belangrijk dit verhaal te hebben gemaakt. Er is veel onwetendheid over het onderwerp en ook het onderwijs garandeert niet dat kinderen erover leren. “Ik heb getracht in Davids droom in begrijpelijke taal de kinderen bij te brengen uit welke cultuur we komen, welke godsdienst we aanhangen en dat tolerantie en vriendschap het begin kunnen zijn van begrip voor een ander.” Een interview.

Onlangs publiceerde u ‘Davids droom’, een boek over een fictieve Joodse jongen die de Sjoa overleeft. Waarom vond u het noodzaak dit boek te maken? 

“Dit jaar is het 75 jaar geleden dat we zijn bevrijd. Door de corona is het in zeer afgeslankte vorm gevierd. Er zijn erg veel boeken verschenen over WO2, maar weinig voor kinderen vanaf elf, twaalf en dertien jaar. Zij staan op de drempel, de springplank om uit te vliegen naar het middelbare onderwijs. Rasoptimiste die ik ben, geloof ik dat er op die leeftijd nog iets te modeleren valt.”

Hoe kwam u op het idee voor dit boek?

“Ik woon niet zo ver van kamp Westerbork en kwam daar geregeld, vooral als ik mensen uit het buitenland op bezoek had. Zo kwam ik er voor het eerst achter hoe weinig ook volwassenen over de Sjoa weten. Daar werd het zaadje geplant. Ik liep al een hele tijd rond met dit verhaal. Daar ikzelf ook de illustraties maak, begin ik altijd eerst met een schets van mijn hoofdpersoon, dan komt die tot leven. En daar ik in het verleden veel met kinderen heb gewerkt, maar ook een aantal vrouwen onder mijn hoede heb om te leren schrijven, kom je tijdens die uren tot verrassende gesprekken. Intolerantie, pesten op school en daar komt ook antisemitisme voorbij.”

Het verhaal laat de levenswandel van David in de bange jaren ’40-’45 zien. Heeft u er alles in kunnen stoppen wat u nodig achtte voor de jeugd van tegenwoordig?

“Dat weet ik niet. Allereerst het Joods zijn heeft altijd als een rode draad door mijn leven gelopen.  Geboren in 1942, moeder Christen en van vaders kant Joods. Ik heb mijn grootouders, ooms en tantes nooit leren kennen. Slechts twee mensen, mijn oom Samuel en mijn vader Jacob, hebben hun vege lijf kunnen redden door onder te duiken. Ik heb getracht in Davids droom in begrijpelijke taal de kinderen bij te brengen uit welke cultuur we komen, welke godsdienst we aanhangen en dat tolerantie en vriendschap het begin kunnen zijn van begrip voor een ander. Misschien moeten kinderen uit een andere cultuur eens minder naar hun ouders luisteren en zelf nadenken. Dat kun je best op die leeftijd. In deze multi-culti-maatschappij heeft iedereen zo’n kort lontje. Dit verhaal stemt tot nadenken, als dat lukt ie er een deel van Davids droom uitgekomen.”

U bent niet de enige die zich met een boek richt op een jong publiek. Lukt het om de kinderen goed te bereiken? 

“Ja, mijn kleinkinderen zitten niet in deze leeftijdsgroep, maar ik heb veel jongere vrienden met kinderen zoals David, weet wel wat er zo’n beetje in die koppies zit en wat buiten de social media voor hen telt. Helaas staat het lezen niet voorop. Wel heb ik een aantal leuke en mooie reacties van jonge lezers binnengekregen.”

Hoe reageren de jonge lezers op dit bijzondere verhaal?

“Het boek is pas een paar weken op de markt. Door de corona staan de lezingen op een laag pitje, maar diegenen die het boek hebben gelezen zijn behoorlijk onder de indruk. Lezeres Indy, ze is veertien jaar, mailde me. Wat ik een mooi stukje vind, schreef ze, is dat David een zigeunerjongen genaamd Josh ontmoet. David ziet dat hij alleen is, en hij betrekt Josh tot zijn familie. Vriendschap is heel belangrijk in nare situaties, in dit geval oorlog. Het is fijn om iemand te hebben waarmee je alles kan delen. Het is een mooi boek voor kinderen, maar ook voor volwassenen.”

Hoe heeft u de Kinderboekenweek van dit jaar ervaren? 

“De Kinderboekenweek was er één met mondkapjes en veel regels, onder andere de afstand. Ik had tenminste het geluk dat er dertig mensen aanwezig mochten zijn bij de boekpresentatie en op 10 oktober had ik nog een signeermiddag. Bijzonder ja, want er kwamen geen kinderen op af maar wel ouders en een aantal mensen uit het onderwijs. Dat was een eyeopener. Want ook op scholen vooral in de hoogste groepen is WO2 een ondergeschoven kind. Als ze geluk hebben een juf of meester te treffen die geïnteresseerd is in dit dramatische deel van onze geschiedenis, krijgen ze tenminste een stuk uit Anne Franks dagboek te horen.”

Bij oudere generaties staat u vooral bekend om de serie ‘Bianca’, paardenboeken voor meisjes. Hoe was het om dit jarenlang te doen?

Bianca, ja, de 65 delen over een paardenmeisje en haar vriendinnen, gestart bij Kluitman te Alkmaar en nu dubbeldik geëindigd bij mijn Koninklijke van Gorcum. Die hebben ook Davids droom onder hun vleugels genomen. Bianca begon toen ze samen een jaar of acht, negen waren en nu? Nu zijn ze volwassen! De serie was een succes. De verhalen zijn ongecompliceerd, bevatten veel avontuur, liefde voor de natuur en hebben vriendschap hoog in het vaandel staan. Door de jaren heen zijn de hoofdpersonen met elkaar opgegroeid, hebben Europa ontdekt, maar kwamen altijd weer terug op de basis, hun mooie Drenthe. Nog steeds krijg ik mails van veertigers en vijftigers die zijn opgegroeid met Bianca. Velen hebben de serie als schuilplaats kunnen gebruiken omdat ze werden gepest.”

Voor het eerst heeft u een kinderboek over de Sjoa geschreven. Dat was ongetwijfeld iets totaal anders, of was er ook overlap in het schrijven van dit boek met vorige werken?

“Nee. Mijn verhaal over David en zijn vrienden is beslist geen overlap. Maar nu ik er over nadenk, is die er toch een beetje. Die warmte en de vriendschap, gewoon de Brill touch!”

Dit is eveneens uw allerlaatste werk. Waarom?

“Ik heb 152 boeken geschreven. David is een bijzondere afsluiting en een waardige. Ik had geen beter verhaal kunnen bedenken en daar moet je het bij laten. Mijn liefste wens zou zijn dat ieder kind in deze leeftijdsgroep dit dramatische deel van onze geschiedenis leert kennen en dat ze begrip krijgen dat je alleen samen een betere wereld kunt proberen te maken. Ik denk vaak dat wij weinig hebben geleerd van de geschiedenis.”

We hebben vernomen dat het niet zo goed gaat met uw gezondheid. Wat is er aan de hand en hoopt u er bovenop te komen?

“Inderdaad heb ik een heftige tijd achter de rug. Darmkanker en uitzaaiingen in de longen, ben van heel ver gekomen, maar mijn taak op aarde is nog niet af. Leuke en ook bijzondere bijkomstigheid, mijn chirurge is een verwoed fan van mijn boeken, toeval bestaat niet!”

Hoe kijkt u op uw carrière en leven terug? 

“Carrière, mooi woord, maar heb het als zo danig nooit gezien. Na een nare en liefdeloze jeugd en een slecht eerste huwelijk dat drie jaar duurde, heb ik mijn eigen wereld gecreëerd; één met veel warmte en de vrienden die mij hebben gekozen, het tweede deel van mijn leven met een man die me op handen droeg en me nooit heeft laten vallen. Nu ben ik 7,5 jaar alleen. Maar er is ineens een bonus. Ik blijk sinds het voorjaar een neef te hebben in Israël. Hij is bezig een Engelse versie van Davids droom te realiseren en hopelijk volgt dan ook een Hebreeuwse. Natuurlijk wil ik dan ook naar het Beloofde Land om te vertellen over dit boek.”

Wat gaat u na ‘Davids Droom’ doen?

“Er zijn uitdagingen te over. Al ga ik niet meer verder met schrijven, misschien alleen over mijn leven voor mijn zoons en kleinzoons. Verder heb ik een plan, een getekend verhaal zonder tekst alleen maar illustraties over Joodse hoogtijdagen, misschien ook een illustratie over het Hooglied. Daarnaast heb ik ontdekt dat mijn leerlingen nog geen genoeg van hun juf hebben. Drie jaar geleden heb ik mijn kweekvijver opgericht en heb een steentje in het water gegooid. De kringen in het water worden steeds groter en dat geeft een voldoening dat met geen pen te beschrijven is.”

Categorie: | |

Home » Nieuws » ‘Kinderen uit een andere cultuur moeten eens minder naar hun ouders luisteren’