‘Niet namens mij’ – pleidooi van Margalith Kleijwegt

Margalith Kleijwegt

Publiciste Margalith Kleijwegt schreef deze week in De Groene Amsterdammer een stuk waarin ze haar gevoelens en ervaringen over de gebeurtenissen sinds 7 november blootlegt. Ze stelt zich als Joodse Amsterdamse niet vertegenwoordigd te voelen door organisaties als het Centraal Joods Overleg (CJO) en CIDI. Ook vindt ze dat georganiseerd Joods Nederland zich teveel naar binnen keert en in de slachtofferrol wentelt. ‘Het brengt ons nergens’.

‘Een niet-Joodse kennis vroeg me eens wanneer ik van plan was om terug naar Israël te gaan. Terug naar Israël? Hoezo? De vragensteller ging er voetstoots van uit dat ik eigenlijk dáár hoorde en niet hier. Ik schrok zo dat ik niet informeerde hoe hij bij die gedachte kwam, maar stamelde dat ik er niet over peinsde om naar Israël te verhuizen. Ik was hier geboren en getogen; wat moest ik in hemelsnaam in Israël?

Het incident gaf me een gevoel van ongemak en herinnerde me aan de woorden van Arnon Grunberg die in Het Parool uitlegde dat, zelfs al zou je dat willen, assimilatie onmogelijk was: ‘Ik beken Joods te zijn omdat ik toch wel als zodanig zal worden ontmaskerd. Ik beken Jood te zijn om de geschiedenis van mijn ouders en mijn ouders zelf niet te verloochenen.’

Oftewel: Joods zijn was onontkoombaar. Daarbovenop was er het beladen verleden van onze ouders en vermoorde familieleden dat verplichtte. De kunst was te leren hoe je je tot die erfenis moest verhouden.

Moeder

De van huis meegekregen opdracht om op te staan tegen antisemitisme en racisme heeft me mijn hele leven behoorlijk beziggehouden. Het belang van rechtvaardigheid en moed, en de afkeer van slachtofferschap was er door mijn moeder ingeramd. Zij was een bekende tv-persoonlijkheid en kreeg tijdens haar carrière regelmatig te maken met grove antisemitische verwensingen die bij ons thuis voor de nodige ontreddering zorgden.

Haar laatste televisieprogramma, uitgezonden vlak voor haar dood in 2001, was de documentaire Zonder Rabbinaal Toezicht, waarin ze zich de vraag stelde wie of wat nu precies ‘De Joodse gemeenschap’ was. Ze sprak met rabbijnen, historica Evelien Gans, jongens met een Marokkaanse achtergrond en Ajax-supporters. De rode draad was haar eigen geschiedenis en haar loyaliteit, ondanks haar tegenstrijdige gevoelens, aan de groep.

Haar conclusie was dat dé Joodse gemeenschap gewoonweg niet bestaat. Cijfers staven die bewering, van de circa 40.000 Joden in Nederland zijn er ongeveer zesduizend aangesloten bij een liberaal of orthodox kerkgenootschap, de rest is ongebonden en zoals ikzelf, joods op zijn of haar eigen manier.

Paniek

Vanzelfsprekend beangstigden de beelden uit de nacht van 7 op 8 november me, ik raakte lichtelijk in paniek toen ik het woord ‘jodenjacht’ hoorde en de impact van de video waarop een jonge man in een kort beige jasje in een steegje op de grond lag te kreunen was immens. Ik was bang.

Later, toen de rol van de Maccabi-supporters duidelijk werd, vroeg ik me vooral af hoe het in godsnaam mogelijk was dat ze met zovelen hier naartoe waren gekomen. Terwijl de afschuw over de oorlog die Israël voert hier in het afgelopen jaar alleen maar is toegenomen. Was die gastvrijheid niet vragen om moeilijkheden?

Pas in de nasleep van de tragedie op 7 oktober, toen Hamas een ongekende slachting aanrichtte op onschuldige Israëlische burgers, liet ik beetje bij beetje tot me doordringen wat de rol van Israël in dit conflict was. Tot die tijd probeerde ik tegen beter weten in de scherpe kantjes eraf te halen. Vermoedelijk struisvogelpolitiek, ik wilde de tragische realiteit, namelijk dat Israël veel van haar krediet heeft verspeeld, niet onder ogen zien.

Mijn moeder overwoog vlak na mijn geboorte met de boot naar Israël gaan, in de veronderstelling dat we daar veilig zouden zijn. Stel dat ze had doorgezet, had ik daar nu gewoond, realiseer ik me. Het is voor alle joden confronterend en akelig om in te moeten zien dat Israël niet langer een land is om trots op te zijn en dan druk ik me zwak uit. Deze waarheid onder ogen zien, ervaar ik als tergend langzaam rouwproces.

Inmiddels zijn mijn oogkleppen dus af en die nieuwe staat van zijn maakt het leven er niet makkelijker op. Het doet mij pijn om hardop te moeten zeggen dat wat Israël doet vreselijk is en dat ik weinig hoop heb op een goede afloop. De situatie lijkt alleen maar erger te worden, nu de kritische kwaliteitskrant Haaretz is geboycot, wordt ook de persvrijheid aan banden gelegd.

Lees de rest van dit artikel op de site van De Groene Amsterdammer.

Beeldmerk Jonet.nl.Waardeert u dit artikel?

Donatie
Betaalmethode
American Express
Discover
MasterCard
Visa
Maestro
Ondersteunde creditcards: American Express, Discover, MasterCard, Visa, Maestro
 
Kies uw betaalmethode
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren

Categorie: | |

Home » Columns en opinie » Gastcolumns en blogs » ‘Niet namens mij’ – pleidooi van Margalith Kleijwegt