NRC en NIK in polemiek over rituele slacht

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

Onder de kop ‘Liever geen rituele slacht’ pleit NRC Handelsblad in een hoofdredactioneel commentaar deze week voor de afschaffing van onbedwelmd slachten. Aanleiding is het recente rapport over risico’s in de ‘roodvleesketen’ dat het Bureau Risicobeoordeling en Onderzoeksprogrammering (BuRO), onderdeel van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), uitbracht aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) reageert inmiddels op het rapport dat het NRC bewoog tot het innemen van een standpunt tegen de kosjere slacht, de sjechieta, en de Islamitische hallal-slacht.

Behalve de onbedwelmde slacht, behandelt het BuRO-rapport tal van andere onderwerpen, waaronder de besmettingsrisico’s door mest, salmonella, antibiotica, groepshuisvesting en verwaarlozingsrisico’s en het tegengaan van fraude in de vleessector. Het niet toebrengen van een verdovende schot door de kop van het slachtrund voorafgaand aan de halssnede beschouwt het rapport als een ernstige aantasting van het dierenwelzijn. Voor het NRC blijft de rituele slacht vooral een ‘gevoelskwestie’. Het vraagt zich af hoeveel ‘dierenleed’ een religieuze rite waard is en concludeert: “Dierenwelzijn mag hier net wat zwaarder wegen. Laten we van deze voor dieren belastende praktijk afzien.”

In een opiniestuk vandaag in hetzelfde NRC, legt het NIK, partner bij een convenant met de overheid, de moslimgemeenschap en de slachthuizen bij de verbetering van het dierenwelzijn bij de rituele slacht,  samen met andere Joodse organisaties op het rapport dat aanleiding was voor het NRC-commentaar:

“Relevant hier is het in 2011 gesloten convenant tussen overheid, vleesverwerkende industrie, joodse- en moslimgemeenschap. Het doel is samen te komen tot een betere balans tussen dierenwelzijn en religieuze grondrechten bij het slachten. Sinds invoering van het convenant zijn diverse maatregelen genomen ter verbetering van dierenwelzijn.”Zo wordt bijna 100% van de kosjere slacht gecontroleerd door inspecteurs van de NVWA. De kosjere slachters mogen alleen slachten na jarenlange intensieve opleiding met veel aandacht voor dierenwelzijn. Het convenant wordt momenteel geëvalueerd om verdere verbeteringen door te voeren en betrouwbare metingen vast te stellen. Terwijl partijen dus actief bezig zijn met verbeteringen, worden de uitgangspunten nu ter discussie gesteld.”

De Joodse organisaties vragen zich af of BuRO wel voldoende voorzichtig omgaat met bepaalde conclusies en aanbevelingen over de slacht van circa tweeduizend dieren per jaar voor kosjere consumptie terwijl er geen adviezen zijn voor verbetering van het dierenwelzijn van de in totaal twintig miljoen dieren die jaarlijks industrieel in Nederland worden geslacht:

“Het feit dat het bij die andere, veel grotere slacht, zo vaak niet goed gaat, is voor ons geen excuus om niet zelf continu te kijken hoe wij diervriendelijk kunnen slachten. Wij vragen ons wel af hoe het kan dat alleen de rituele slacht nu zo ter discussie wordt gebracht, daar waar de grootste winst op het gebied van dierenleed elders valt te halen. Waarom is er geen aanbeveling om, net als bij de rituele slacht, de industriële slacht beter te reguleren? Die regelgeving en controle bestaat juist al voor onze slacht en wordt door het convenant uit 2011 continu verder ontwikkeld.”

In de slotparagraaf trekken de gezamenlijke Joodse sjechietapartners fel van leer tegen BuRO, dat kennelijk een andere insteek heeft dan de NVWA, waar het deel van uitmaakt:

“De NVWA-inspecteur-generaal zelf neemt in zijn aanbiedingsbrief afstand van het rapport en geeft aan voorstander te zijn van een goede wettelijke regeling voor het onbedwelmd doden van slachtdieren. Als joodse gemeenschap zijn we het hier volmondig mee eens.”

De kersverse Staatssecretaris van Economische Zaken, Martijn van Dam, zal zich binnenkort in de Tweede Kamer moeten uitspreken over het rapport.

Categorie:

Home » Nieuws » Religie » NRC en NIK in polemiek over rituele slacht