Oi vei. Alleen in Antwerpen – boekrecensie Minjan

Atlas Contact

In september kwam Minjan uit, een boek van de Belgische schrijfster Margot Vanderstraeten. Op wie zou het boek gericht zijn? vroeg ik mij af, toen ik gevraagd werd er een recensie over te schrijven, maar dat bleek meteen al uit de kleine lettertjes op de kaft: de ondertitel luidt namelijk ‘Mijn orthodox-Joodse ontmoetingen na Mazzel tov’. Een vervolg dus op het vorige boek, dat ik iedereen aanraad om eerst te lezen.

Eerst even iets over dat vorige boek. In Mazzel tov komt de schrijfster eind jaren tachtig als werkstudente bij een orthodox-Joodse familie in Antwerpen terecht, het is haar taak om de drie kinderen te helpen met hun huiswerk. Ze weet niets van het Jodendom. Het boek is in drieën gedeeld: wat ze de eerste zes jaar in Antwerpen meemaakt, hoe zij Israël ervaart als ze jaren later de twee oudste kinderen weer opzoekt en hoe alles anders is geworden als zij de oudste dochter en de jongste zoon in New York treft, die beiden inmiddels zijn getrouwd.

Keek je in Mazzel tov steeds mee, in Minjan loop je als het ware met Verstraete zelf mee door het hedendaagse Antwerpen en legt zij uit wat ze tegenkomt. In dit boek wordt heel wat uitgelegd. Ook nu is het in drieën gedeeld. Het begint met een uitgebreide beschrijving van de voorbereiding van een vernissage rond haar vorige boek. In het tweede deel is zij een veelgevraagd spreekster geworden en beschrijft ze hoe ze in haar ontmoetingen moet voldoen aan de verwachtingen die mensen van haar hebben. Het derde deel heeft als titel ‘Lockdown’ en daarin beschrijft ze het ZOOM-tijdperk.

Joden doen niets alleen’
Hoffy’s, het bekende kosjere restaurant met takeaway in de Antwerpse Diamantbuurt, die zij als cateraar voor haar vernissage inhuurt, wordt met verve beschreven. Vanderstraeten tekent citaten op uit de mond van Mosje, de leider van de zaak, zoals: ‘Joden doen niets alleen, zelfs bidden niet’ en ‘Elke dag een kleine portie dialoog heeft dezelfde werking op de mens als de vitaminen in onze gerechten.’ Zij beschrijft ook hoe ze fotograaf Dan Zollman heeft weten op te sporen en brengt uitvoerig haar ontmoetingen met deze man in beeld, die zich gemakkelijk in ultra-orthodoxe kringen beweegt en daar volledig wordt geaccepteerd.

Getweeën organiseren ze een tandemtentoonstelling. Het betreft een zestigtal foto’s, per thema gegroepeerd: ‘Het ochtendgebed’, ‘Jesjivot, religieuze scholen’, ‘Middenstand’, ‘Rituelen’ en ‘Feestdagen’. De beelden hangen aan de wand vergezeld van passages uit haar boek Mazzel tov, in drie talen naast elkaar, Nederlands, Engels en Hebreeuws. De expositie is ingericht op de bovenste verdieping van de Dossinkazerne – het Belgische herdenkingscentrum van de Sjoa – en wordt ook door koningin Mathilde bezocht, waarna de schrijfster op papier filosofeert over de overeenkomst tussen het koningshuis en de streng orthodoxe gemeenschap: ‘Zowel de dynastie als de orthodoxe gemeenschap probeert, in deze eenentwintigste eeuw, tradities te bewaken die door de tijd voorbijgestreefd zijn’.

Vanderstraetens niet gelovig zijn schemert door als ze een mezoeza beschrijft als ‘zo’n kokertje waarin op perkament een citaat uit de Tora geschreven staat en dat het huis tegen het kwade moet beschermen’. Ook haar tolkenopleiding sijpelt door, als ze optekent: ‘Voor het verlies van een broertje of een zusje bestaat in het Nederlands noch in het Jiddisj of Hebreeuws een specifiek woord – ik begrijp zo’n gat in de taal niet’. De journaliste in de schrijfster ontdekt geschiedenisfeiten die ook wij in Nederland wellicht minder goed kennen: over drie Brusselse verzetslieden die een trein op weg naar Auschwitz tot stoppen dwingen, waarna bijna driehonderd gevangenen uit de wagons weten te ontsnappen.

Kritische vragen
In het tweede deel van Minjan, getiteld ‘De Lezing’, beschrijft Vanderstraeten hoe ze door haar eerste boek zo’n beetje als de autoriteit wordt gezien op het gebied van de orthodox-Joodse levenswijze. Op zo’n zondagmiddagse voordracht leest ze een passage over de spijswetten voor, ‘omslachtig’ noemt ze die en door orthodox-Joodse toehoorders worden haar kritische vragen gesteld als ‘Denkt u, mevrouw, dat u weet wat het Jodendom is?’ en ‘Kunt u zich voorstellen wat antisemitisme is?’

Later raakt ze met de vragen stellende vrouw in gesprek en ‘ontmoeten’ zij elkaar. In het café neemt ze zelf een tripel en zet ze de vrouw een dienblaadje voor met een kop heet water, een earl grey theezakje en een koekje. De vrouw pakt subiet het blad op en ruilt het aan de bar. Het porseleinen kopje blijkt verwisseld te zijn voor een pyrex theeglas. Margot maakt deze theeregel voor het eerst mee en legt uit: ‘In de poriën van porselein kunnen resten van vleesbouillon kruipen. Of van melk’.

Deze orthodoxe vrouw, die haar belangrijkste contact is om tot begrip te komen van wat er in de Belzer-gemeenschap speelt, zegt dingen als ‘Internet is bij ons filternet’ en ‘Kinderen moeten beschermd worden tegen Harry Potter’. De schrijfster verzucht op papier: ‘Ik was nog nooit iemand tegengekomen die zo fervent openlijk en zonder gêne pleitte voor een bestaan vol taboes’ en openlijk stelt ze ‘Je sluit kinderen af van indrukken en inzichten waarop ze recht hebben’. Flink wat pittige discussies volgen.

Sjabbat-avond
Margot Vanderstraeten en haar vriend zijn op een vrijdagavond uitgenodigd en maken een sjabbat-maaltijd mee. De auteur beschrijft de gang van zaken en legt daarbij van alles uit: welke gerechten er op tafel komen en de samenstelling er van, hoe het handen wassen gaat, welke observaties ze later thuisgekomen meteen had genoteerd. Aan het eind van de avond zet een van de aanwezige jongens een lied in dat alle mannen uit volle borst meezingen. Dan schrijft ze: ‘Halverwege de uitvoering begon hij met zijn wijsvinger op de tafelrand te kloppen. In een mum van tijd deed heel de tafel mee: net een kampavond bij de jeugdbeweging.’ Volgens mij had ze niet door dat de mannen aan het bensjen waren. In de verklarende woordenlijst achterin het boek komt dat woord dan ook niet voor.

Zulk soort beschrijvingen maken het lezen van dit tweede boek de moeite waard. De charme is dat de auteur alles probeert uit te leggen, maar dat je toch van tijd tot tijd meent op te merken dat het haar net niet lukt, dat haar dingen zijn ontgaan. Althans, dat is wat mij aanspreekt.

Kortom een boek van nu in de slipstream van The Chosen van Chaim Potok en de TV-serie Shtisel.


Titel: Minjan, Mijn orthodox-Joodse ontmoetingen na Mazzel tov
Auteur: Margot Vanderstraeten
Uitgeverij: Atlas Contact
ISBN: 978 90 450 43890
Prijs: 22,99 euro, als e-book 13,99 euro

Op Jonet.nl is trouwens een heel dossier over het joodse leven in België, met meer dan 350 berichten waarin onder andere:

koningin-mathilde-bezoekt-tentoonstelling-sjoa
werkstudente-bij-orthodox-joodse-familie
kosjer-restaurant-hoffys-komt-met-eigen-kookboek

Categorie: |

Home » Nieuws » Oi vei. Alleen in Antwerpen – boekrecensie Minjan