Rudolf van den Berg, meestercineast – in memoriam
Onverwacht is dit weekend regisseur Rudolf van den Berg overleden. Hij werd 76 jaar oud. Boekverfilmingen als Tirza van Arnon Grunberg, en Bastille en Zoeken naar Eileen van Leon de Winter had hij onder meer op zijn naam staan. Een van zijn bekendste werken is Süskind, dat gaat over het leven en de oorlogsjaren van de Joodse verzetsheld Walter Süskind. Van den Berg won vijf keer een Gouden Kalf en was een grote naam in de Nederlandse filmwereld.
Rudolf van den Berg kwam op 6 januari 1949 ter wereld als kind van Joodse ouders die de Sjoa hadden overleefd. In zijn jeugd kreeg hij te maken met een scheiding van zijn ouders. Ook had hij als tweede generatie-Joods geregeld last van het oorlogstrauma van zijn familie. Van den Berg was cultureel Joods. De zoektocht naar zijn Joods-zijn en Joodse thema’s hebben een grote rol gespeeld in zijn werk.
Naar Leningrad
Al op zijn zestiende wist Van den Berg dat hij films wilde maken, nadat hij het complete oeuvre van de Zweedse regisseur Ingmar Bergman had gezien. Hij durfde en mocht niet naar de Filmacademie en ging op advies van zijn vader en leraren politicologie studeren. Toch kriebelde het. Op vakantie in de toenmalige Sovjet-Unie kocht hij in Leningrad een zestien millimetercamera. Thuis ging hij aan de slag en zo rolde hij het filmen in.
In 1975 studeerde Van den Berg als politicoloog af, maar algauw ging hij als cineast verder. In 1976 debuteerde hij met een documentairefilm over de nasleep van de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog. Dat thema zou hem niet zomaar loslaten. Later maakte hij de documentaire Sal Santen Rebel. Deze gaat over de Trotskistische Joodse auteur Sal Santen, die hulp verleende aan Algerijnse vrijheidsstrijders en daarvoor werd veroordeeld. Het leverde hem een Gouden Kalf op.
Joodse thema’s
Gedurende zijn loopbaan pakte Van den Berg vaak Joodse thema’s op. Dat kwam onder meer door zijn eigen zoektocht naar zijn eigen Joods-zijn. De plaats van de vreemdeling (1979) deed onderzoek naar wat het betekent om Joods te zijn. Indertijd was de documentaire omstreden. Van den Berg werd ervan beschuldigd een antisemitische film te hebben gemaakt.
Toch werd uitzending van De plaats van de vreemdeling bijna verboden. Twee in de documentaire opgevoerde personen waren overtuigde Israël-aanhangers spanden een rechtszaak aan om hem te verbieden. Volgens zou de strekking van de film tegen het bestaansrecht van de staat Israël zijn gericht. De rechtbank oordeelde dat dit anders was en de film kon gewoond worden vertoond.
Boekverfilming
In 1984 maakte Van den Berg zijn eerste speelfilm. Dat was een verfilming van Bastille, een van de boeken van auteur Leon de Winter. Het verhaal gaat over een Joodse man die geobsedeerd raakt door zijn persoonlijke geschiedenis, waarin zijn vergaste ouders en een verdwenen tweelingbroer een grote rol spelen. Van den Berg kreeg er in hetzelfde jaar een Gouden Kalf voor in de categorie Beste Regie.
Drie jaar later volgde een tweede boekverfilming van een titel van De Winter. Dit keer ging het om Zoeken naar Eileen, een verhaal dat gaat over een jongeman wiens vriendin overleden is maar die op een dag een dubbelganger van haar tegenkomt. Hoewel hun ontmoeting kort was, weet de hoofdpersoon dat hij met haar verder wil. Terwijl hij naar haar speurt, maakt hij ook een tocht door zijn eigen verbeeldingswereld.
Openbaring
Leon de Winter vertelt aan Jonet.nl dat het een openbaring was om met Van den Berg samen te werken. “Gezien mijn eigen vrolijke jeugd in Den Bosch had ik nog niet eerder een Jood ontmoet met wie ik over de dingen kon praten die mij fascineerde. Hij was voor mij de eerste Joodse vriend die ik kreeg. Ik leerde hem rond 1981 kennen, toen ik toch al 27 jaar was. Dat was rond de publicatie van La Place de la Bastille.”
De Winter ontmoette Van den Berg gewoon op straat, bij hem huis aan de Prinsengracht. “Hij sprak mij aan over het boek en had duidelijk de ambitie om een speelfilm te maken. Toen zij we erover gaan nadenken.” Het was geen ‘spanningsveld’ om het boek te verfilmen, want De Winter wist dat hij het boek moest ‘loslaten’. “En ik was natuurlijk betrokken bij het script, waar we een jaar of ander half aan hebben gewerkt.”
Schot in de roos
Het duurde vrij nog lang voordat de speelfilm er was, aldus De Winter. “De film ging in 1984 in premiere. Het was ook een indrukwekkende film en ik verwacht dat hij ook niet verouderd is. Rudolf was in staat om de juiste toon te zetten en de camera telkens op de juiste plek te zetten.” Voor de Nederlandse film was dit destijds een afwijkende vorm, ‘ingetogen en serieus. Hij schoot daarmee echt middenin de roos’.
Vrij snel daarna begonnen ze aan de verfilming van Zoeken naar Eileen. “We hadden nu het voornemen om een film te maken zonder Joden en vrij puur entertainment te maken. Dat lukte ook. De film was een groot succes.” Maar hij heeft geen prijzen gewonnen. “Klopt. Daarvoor was hij te commercieel, want daar werd door jury’s en recensenten op neergekeken, maar het publiek smulde ervan.”
De Johnsons
De Winter en Van den Berg werkten begin jaren negentig nog samen aan de absurdistische horrorfilm, een pastiche, De Johnsons (1992) met Monique van de Ven. “Daarna kregen we een ongelooflijke vete die lang heeft geduurd, maar daarna kwamen we weer on speaking terms. Lang heb ik zijn stem gemist en hij ongetwijfeld ook de mijne.” Een film over Spinoza kwam er uiteindelijk niet. Later kwam er een andere film.
De Avonden
Inmiddels had Van den Berg zijn derde Gouden Kalf ontvangen. Dat was voor de verfilming van de roman De Avonden van Gerard van het Reve, met Thom Hofmann in de hoofdrol. Daarover zei hij tegen De Filmkrant. “De film moet een raakvlak hebben met mijn eigen fascinaties en obsessies. Door zijn innerlijke benauwdheid werd De avonden echt een film van mij. Hij gaat dan wel niet over de Joodse identiteit, maar het gaat wel over onuitspreekbare innerlijke angsten en paniek. Het gevoel van: ‘O God, wat moet ik in de wereld’. Ik ben trots op De avonden, juist omdat het zo’n moeilijke film was om te maken.”
Dürrenmatt
Van den Berg raakte halverwege de jaren negentig betrokken bij de derde verfilming de krimi Das Versprechen van de Zwitserse auteur Friedrich Dürrenmatt. Het boek werd in 1996 door Van den Berg in het Engels verfilmd als The Cold Light of Day. Hierin maakt een politie-inspecteur – Richard E. Grant – jacht op een kindermoordenaar, waarbij hij een klein meisje als levend lokaas gebruikt.
Sjoa weer terug
In 1997 maakte Van den Berg For my Baby, een werk waarin het thema Holocaust weer helemaal terug was. In deze een dramatische speelfilm staan tweede generatie-Joden centraal. Dit deels autobiografische werk werd als verhaal geschreven voor Van den Berg zelf. Het script werd gemaakt door Michael O’Loughlin. Ook deze film werd bekroond met een Gouden Kalf in de categorie Beste Regie.
TV en Tirza
In de jaren negentig en daarna legde Van den Berg zich ook toe op televisiewerk. Zo regisseerde hij afleveringen van de dramaserie Oud Geld (1998-1999) en van de tv-serie De Keerzijde (1998). Ook tekende hij voor de regie van tv-serie Van God los (2011). Een van zijn grotere films van die tijd was Tirza, een verfilming naar het gelijknamige boek van Arnon Grunberg, werderom een Joodse auteur. Voor de film, die dat jaar de Nederlandse inzending voor de Oscars was, kreeg hij een Gouden Kalf in de categorie Beste Regie.
Meesterwerk
Door velen word Van den Berg’s werk Süskind (2012) een speelfilm over het leven en de oorlogsjaren van de Joodse verzetsheld Walter Süskind als zijn meesterwerk gezien. In de bange jaren ’40-’45 redde Süskind circa duizend Joodse kinderen die in de Hollandsche Schouwburg zaten, waar hij de directeur van was. De film, werd goed ontvangen maar viel niet in de prijzen. Indertijd kwam het antisemitisme weer opzetten in Nederland en mede daarom zou een bekroning volgens critici goed zijn geweest.
Spinoza en Vermeer
Van den Berg laatst verschenen werk was Een nieuwe Vermeer, een Nederlands-Frans-Belgisch-Kroatisch-Luxemburgse biografische film uit 2016. Het verhaal ging over de meestervervalser Han van Meegeren, die begin jaren twintig van de vorige eeuw schilderijen maakte in de stijl van Rembrandt van Rijn en Johannes Vermeer. Net als in Süskind werd de hoofdrol vertolkt door Jeroen Spitzenberger.
In de afgelopen jaren begon Van den Berg dan eindelijk aan een speelfilm over het leven van de Joodse filosoof Baruch de Spinoza. Dat was een lang gekoesterde wens. In de hoofdrollen zitten acteurs Bart Bijnens en Pierre Bokma. Het draaien was net achter de rug en het monteren kon voor Van den Berg beginnen. In Parijs werd hij echter zaterdag plots onwel en overleed hij aan hartfalen.
Donderslag
Het nieuws over de dood van zijn oude vriend kwam voor Leon de Winter als een donderslag, vertelt hij. “Het is jammer dat hij de Spinoza-film niet meer kan monteren.” De laatste drie jaar spraken ze elkaar niet, wat hij ook jammer vind. “Het was een bijzondere vriendschap die ik met hem had, van zeer innig tot heel bijtend. Het samenwerken ging heel goed omdat we alles tegen elkaar konden zeggen en heel fel konden zijn.”
‘Spinoza zal worden voltooid en verschijnt volgend jaar in de bioscoop’, melden producenten Cadenza Films, Flinck Film en Deep.Amsterdam in de media. Uitgekeken wordt naar het allerlaatste werk van Rudolf van den Berg, een meestercineast van Joodse komaf die in de laatste veertig jaar huzarenstukjes heeft afgeleverd. De redactie van Jonet.nl wenst de familie en nabestaanden veel sterkte toe. BDH.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren






