Son of Saul – column David Barnouw

David Barnouw
Overhetwestland

‘Son of Saul: een ongeloofwaardig en boosaardig sprookje

Van de aanloop naar de Oscar-uitreikingen wordt vaak uitgebreider verslag gedaan dan over de winnaars zelf. Nu zijn er ook meer dan twintig categorieën, dus veel meer dan de high lights krijgen we niet te zien. Daarom is na de uitreiking van de awards, afgelopen maart, een beetje weggevallen dat de beste buitenlandse film Son of Saul was; geregisseerd door László Nemes en al eerder bejubeld door bijna de hele Nederlandse filmpers. De Nederlandse Kring van Filmjournalisten had ook een stemming onder recensenten gehouden en Son of Saul werd uitgeroepen tot de beste bioscoopfilm van 2015.

Nederland was 2015 een zwak oorlogsjaar wat films betreft: Er ist wieder da, Im Labyrint des Schweigens (de voorloper van Der Staat gegen Fritz Bauer), Unbroken en Son of Saul is weinig voor een jubeljaar (zeventig jaar na de bevrijding).

De recensies logen er niet om: “ijzersterk”, “voert je mee in de hel”, “vernietigingshel”, “verstikkend drama”, “nooit eerder is er zo’n intieme weergave geweest van de meest onmenselijke plek op aarde, tijdens de meest onmenselijke gebeurtenis in de humane geschiedenis. Son of Saul maakt dan ook diepe, diepe indruk” en “De Holocaust-film die nog gemaakt moest worden”.

Zelfs Claude Lanzman, die ijdele Franse cineast, die beweerde dat na zijn Shoa (1985) geen films meer gemaakt hoefden te worden, had lof voor Son of Saul.

Wat bij de recensies opviel, was dat leek of de recensenten wisten hoe de hel, of een hel, eruit zag en dat ze vonden dat Nemes dat goed had weergegeven. De recensenten bekeken deze speelfilm als documentaire; ja, zo was het echt geweest: “Son of Saul komt ontzettend dicht bij de beleving zelf”. Zij traden op als historicus, zou je bijna zeggen. Maar als je op een dergelijke manier naar Son of Saul kijkt, zou toch wel duidelijk geworden zijn dat de hoofdpersoon niet één, maar meerdere keren zou zijn doodgeschoten. Hij is vaak op plekken waar hij volstrekt niet mag komen, maar komt daar wonderlijk genoeg mee weg. In plaats van het door de Duitsers opgedragen werk te doen, gaat hij zonder problemen geheel zijn eigen gang. De hoofdtaak die hij zich heeft opgelegd, is een omgekomen Joods kind een Joodse begrafenis geven. Hij denkt dat het zijn zoontje is, maar erg zeker is dat niet en bovendien weet hij niets van het Jodendom of Joodse rituelen. Zijn zoektocht naar een rabbijn die hem kan helpen, wordt door recensenten, en kijkers, gezien als “een sprankje hoop” of “een ultieme poging om waardig te zijn”. Dat hij daarmee een opstand die leden van het Sonderkommando beramen, ernstig in gevaar brengt, kan hem blijkbaar niet schelen.

Opmerkelijk is dat het dagblad Trouw de film Son of Saul niet eens vermeldde in zijn filmoverzicht over 2015. Daar weten ze natuurlijk dat Saul een op Christen jagende Joodse Romein was, die zich op weg naar Damascus tot Christen bekeerde. Wij kennen hem beter als de apostel Paulus.

Dat je een in werking zijnde gaskamer aan de buitenkant in beeld brengt, geeft mij het angstige vermoeden dat een volgende Holocaust-cineast ìn die gaskamer gaat filmen.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Son of Saul – column David Barnouw