‘Van der Laan onzorgvuldig met Holocaustmonument’
Twee hoogleraren bestuursrecht vinden dat de vorig jaar overleden burgemeester Eberhard van der Laan ‘onzorgvuldig en te gehaast’ te werk is gegaan bij het toewijzen van een plek voor het Namenmonument. Dit meldt De Volkskrant vanochtend
De hoogleraren doen deze uitspraak naar aanleiding van het uitgebreide bezwaarschrift dat omwonenden van het ‘Weesperplantsoen’ hebben ingediend tegen het door architect Daniel Libeskind ontworpen monument.
De omwonenden zeggen dat wijlen burgemeester Eberhard van der Laan bij dit besluit niet de ‘zorgvuldige procedure’ volgde die hij zelf met de gemeenteraad had afgesproken. Van enige inspraak was volgens de omwonenden geen sprake.
“Zo’n kolossaal en ingrijpend monument dat de Holocaust herdenkt, heeft enorme impact op een buurt. Juist dan moet je ruimte bieden voor inspraak,” zegt Jon Schilder, hoogleraar bestuursrecht aan de Vrije Universiteit. “Uit de stukken blijkt dat dat ook Van der Laans bedoeling was, maar ergens heeft de haast het toch gewonnen.” Schilders Groningse collega Bert Marseille vindt daarnaast van belang dat het door Libeskind onthulde ontwerp op tal van plekken afwijkt van de voorwaarden die de gemeenteraad had gesteld. “Daardoor kan de advocaat van de omwonenden aannemelijk maken dat een zorgvuldige procedure tot een ander besluit had kunnen leiden.”
De bouw van een monument waarop alle 102 duizend namen van Nederlandse slachtoffers van de Sjoa worden herdacht, is de afgelopen jaren een slepende kwestie geworden. Het initiatief voor de herdenkingswand komt van het Nederlands Auschwitz-comité en kreeg de volledige steun van Eberhard van der Laan, die zelfs lid werd van het comité van aanbeveling. Maar in de Plantagebuurt en de oude Amsterdamse Jodenbuurt is weinig ruimte. De eerste locatie waarvoor Libeskind een ontwerp maakte, het Wertheimparkje, werd na hevig protest van omwonenden afgewezen.
De zoektocht naar een alternatieve locatie, waarbij zeker zestien plekken met behulp van een ‘matrix’ en ‘wegingsfactoren’ werden beoordeeld, eindigde bij een plantsoentje aan de Weesperstraat waar op dit moment al een – in de Joodse gemeenschap omstreden – monument staat. Libeskind maakte voor het park een ontwerp waarin 102 duizend steentjes met namen van slachtoffers op elkaar zijn gemetseld tot muren van 2,30 meter hoogte. De muren dragen metalen constructies die samen het Hebreeuwse woord voor ‘herinneren aan’ vormen. Vijfentwintig bomen zouden moeten wijken voor het nieuwe monument.
De omwonenden van dat parkje voelen duidelijk het nodige ongemak bij het feit dat zij bezwaar maken tegen het initiatief van het Auschwitz-comité. Zij beginnen dan ook met de expliciete verklaring dat zij het herdenken van de Sjoa zeer belangrijk vinden, en dat zij zich zeer betrokken voelen bij de geschiedenis van hun buurt en de herdenkingen die daar bij horen. “En zo willen wij ons ook betrokken voelen bij een groot, zelfs nationaal, namenmonument.” Het bezwaar van de bewoners richt zich ook niet tegen het idee voor zo’n monument: “Wij zijn specifiek tegen dit ontwerp op deze plek.”
Problematisch is volgens de bezwaarmakers dat het ontwerp van Libeskind op sommige plekken zeven meter hoog is en het zicht op de achterliggende Hoftuin en Hermitage ontneemt. Het doolhof van muren zou snel verloederen en onveilig zijn. Bovenal is het plantsoentje simpelweg te klein, waardoor er ook erg weinig ruimte zou zijn om herdenkingen te organiseren. De buurt wil het plantsoentje met de bomen en het zicht op de Hoftuin behouden.
Juridisch zijn de bezwaren tegen het monument zelf gewichtiger dan die tegen de locatie, stellen hoogleraren Schilder en Marseille. “Het aanwijzen van een plek is een discretionaire bevoegdheid van de gemeente waar een rechter niet zozeer een streep door zal zetten.” De kwestie blijft bovenal een politieke, stelt Jon Schilder. “Als de bezwaarcommissie ook oordeelt dat de belangen van omwonenden ondergesneeuwd zijn en aan het stadsbestuur adviseert er nog eens goed naar te kijken, is het vervolgens aan de nieuwe gemeenteraad om te beslissen of ze dat ook doen.”
Het stadsdeel Centrum, waar het bezwaarschrift is ingediend, wil lopende de procedure niet inhoudelijk reageren.
Vorige maand werd de Joodse gemeenschap al opgeschrikt toen bekend werd dat de gemeente Amsterdam mogelijk een grote donatie voor het monument niet zal uitkeren.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren