Waar een goed gesprek goed voor is – column Roland Vos
Wat doe je als blijkt dat een van je oud-medewerkers, die steengoed is en graag in je team wil terugkeren, heeft meegedaan aan anti-Israëlprotesten waar je zelf zo tegen bent? Het overkwam Roland Vos. Met de persoon in kwestie ging hij het gesprek aan, met een bijzondere uitkomst.
Enige tijd geleden kreeg ik een WhatsAppje met de vraag: ‘Hoi, hoe gaat het met jou? Ik ben binnenkort weer in Nederland en kan en wil weer graag komen werken’. Ik reageerde enthousiast, maar realiseerde ook dat er op dat moment iets schuurde. De persoon in kwestie heeft voor mij gewerkt. Het was een erg fijn personeelslid. Beleefd, altijd op tijd, collegiaal, servicegericht, echt een droommedewerker voor elke leidinggevende.
In februari heeft hij helaas afscheid genomen vanwege zijn studie en andere werkzaamheden. Zo gaat dat nu eenmaal, niets mis mee. Maar enige weken nadat hij bij mij gestopt was, kreeg ik van andere medewerkers een foto te zien: hij stond op het dak van een universiteitsgebouw in Amsterdam. Hij was onderdeel geworden van de anti-Israëlprotesten aan de UvA. U herinnert het zich ongetwijfeld nog wel: 1,5 miljoen euro schade veroorzaakt door raddraaiers…
Nu twijfelde ik of ik hem weer in huis wil halen, want er is een kans op discussie met de anderen in mijn uitstekende team. Iemand die deelneemt aan zulke schandalige demonstraties gun je toch geen werkplek? Maar ja, een goede ingewerkte medewerker die wil terugkomen is natuurlijk een groot compliment voor ons team en bovendien: goede werkkrachten zijn tegenwoordig schaars te vinden.
Niet oordelen
Uiteindelijk besloot ik het gesprek aan te gaan, in overweging nemende dat we het niet altijd met elkaar eens hoeven te zijn, dat demonstreren mag en dat het niet direct aan mij is om over anderen te oordelen. Zeker niet buiten werktijd en over ex-medewerkers eigenlijk al helemaal niet. En als er bij wijze van spreken iemand is die morgen vrij wil, dan is hij al ingewerkt en beschikbaar. Wat een uitkomst.
Maar toch wrong er iets toen we elkaar ontmoetten. Het weerzien was hartelijk en we hebben eerst even bijgepraat. Vervolgens ben ik het gesprek aangegaan, iets waar ik behoorlijk tegenop zag. Ik begon voorzichtig te vertellen dat er een groot verschil is tussen de Joden in Nederland en de staat Israël, en dat ik mij realiseer dat er in Gaza verschrikkelijke dingen gebeuren. Hij beaamde dat. Op het moment dat ik vertelde dat van hem een foto gespot is waarop hij op het dak van de universiteit staat, vertrok het gezicht tegenover mij.
Direct zei hij: “Dat was ook fout. Ik werd ge-appt door medestudenten dat het heel erg mis ging en of we konden komen. Ze zeiden: neem je bivakmuts mee. Op dat moment wist ik niet waar ik in terecht zou komen en toen ik er eenmaal was, was er niet echt een weg terug. Ik zag dingen gebeuren waar ik niet achter stond en die ik heel erg slecht vond. Vernielingen, geweld, vandalisme. Dit sloeg echt nergens op en niemand is hiermee geholpen, dacht ik. Ik kon op dat moment ook niet echt meer weg. De groepsdruk was groot en neutraal blijven was geen optie.”
Moeilijke tijd
Hij vertelde me ook dat hij kort daarna de bewuste foto op zijn socials plaatste en meteen nare reacties kreeg. “Toen ik het bericht verwijderde, kreeg ik er nog meer: het was in de ogen van docenten en medestudenten onmogelijk om neutraal te zijn, want dan was je gewoon fout, oftewel: vóór Israël. Ik voelde me zwaar onder druk gezet om mee te doen en niet mee demonstreren was dus geen optie.” Hij vervolgde: “Ik heb echt een moeilijke tijd gehad en veroordeel wat daar gebeurd is. Wie ben ik om te oordelen over wat er in Israël en Gaza gebeurt? Ik weet er veel te weinig van en wil juist liefde en positiviteit uitstralen en verspreiden.”
Ik hoorde het aan en zei aan het einde van ons gesprek dat ik me in elk geval had voorgenomen dat hij sowieso mocht terugkeren op onze werkvloer. En dat als er commentaar of vragen van anderen zou komen, dan hij – mocht hij zich daar geen raad mee weten – deze collega’s zal doorsturen naar mij.
Opgelucht gingen we allemaal weer aan het werk.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren