‘Ad van Liempt pronkt met andermans veren’ – een andere kijk op de gevierde historicus

Op 9 mei zal Ad van Liempt aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) promoveren op zijn biografie van de kampcommandant van Westerbork, Albert Gemmeker. In 2010 is hij al ­benoemd tot eredoctor aan de Universiteit van Amsterdam. Matthijs van Nieuwkerk noemde Van Liempt in DWDD ‘mentor van ons allen als het om televisiejournalistiek gaat’. In april 2017 ontving hij als veelgevraagd deskundige het eerste exemplaar van Oorlogs­ouders van Isabel van Boetzelaer, waarna een triomftocht van de schrijfster volgde.

Totdat ­publicist Maarten van Voorst tot Voorst onthulde dat Oorlogsouders vol vergoelijkende onwaarheden stond over het SS-verleden van de vader en de grootvader van de schrijfster. Sterker: romancier Chaja Polak ontdekte dat haar Joodse ouders op 22 april 1944 van huis waren gehaald door Nederlandse agenten die voor de Gestapo werkten en later onderdeel vormden van het beruchte Commando Van Boetzelaer.

Omdat dochter Van Boetzelaer zou spreken in Westerbork en Polak na haar boek als antwoord op Oorlogsouders werd genegeerd door het herinneringscentrum, ageerde ik op Jonet.nl terloops tegen het lid van de raad van advies, Van Liempt. Daarop schreef de voorzitter van de raad van toezicht van Westerbork, Doeko Bosscher: “Van Liempt heeft zich welgeteld één keer in zijn leven vergist, toen hij dacht te maken te hebben met een geloofwaardig relaas over de familie van de auteur Van Boetzelaer. Ad van Liempt: zuiverder op de graat worden ze niet gemaakt.”
Die laatste zin van de Groningse emeritus-hoogleraar, een van de twee promotors van Van Liempt aan de RUG, vormt de aanleiding tot dit artikel over minder bekende aspecten van de werkwijze van de promovendus.

1) Oorlogsouders
Artikelen in De Nederlandse Boekengids van Maarten van Voorst tot Voorst en in NRC, eind augustus 2017, over manipulaties van feiten in Oorlogsouders zijn het begin van de affaire Van Boetzelaer-Van Liempt. Slachtoffers van Oorlogsouders waren de waarheid en romancier Chaja Polak. Haar vader Hans Polak werd door de nazi’s vermoord. De tot levenslang veroordeelde Jodenjager Willem baron Van Boetzelaer stichtte na zijn gratie in 1957 een gezin.

Polak publiceerde eind 2018 De Man Die Geen Hekel Had aan Joden, een verwijzing naar de ‘goede’ vader Van Boetzelaer. Hierin hekelt ­Polak het weglaten van daden die niet pasten in het beeld dat Van Boetzelaer van haar ‘goede’ vader wilde schetsen. Ze verbaast zich vooral ‘dat deskundige Van Liempt, de directie van Kamp Westerbork en journalisten die lacunes in Oorlogsouders niet hebben onderkend’. Zondag 4 november 2018 werd Polak als gast in radioprogramma OVT door historicus Bas Kromhout bekritiseerd om haar aanval op Van Liempt, die hij disproportioneel en niet eerlijk vond. Polak had Van Liempt inmiddels verzocht om een openbaar excuus, omdat hij schade had berokkend aan het beeld van de Holocaust, waarop hij antwoordde dat zijn bijdrage aan Oorlogsouders zeer beknopt was en de zaak te ver achter hem lag.

Onlangs ging hij in het Dagblad van het Noorden ter promotie van zijn boek over Gemmeker voor het eerst in op de affaire, die hij beschouwde als een dieptepunt. “Ik heb het boek nauwelijks gelezen, een beetje gescand. En een wervend zinnetje opgeschreven.” Hoe rijmt Van Liempt deze uitspraken met zijn woorden bij de presentatie van Oorlogs­ouders, toen hij sprak over ‘zogeheten’ daders en zei ‘de grootste verdienste van dit boek is dat we iets meer van daders gaan begrijpen’?

Vervolgens beval de lector kwaliteitsjournalistiek aan de Hogeschool Utrecht het boek aan in de Volkskrant en was hij met de auteur te gast in de talkshow Jacobine op zondag, waarin hij zei: “Ik heb het boek meegelezen.”  Dochter Van Boetzelaer noemde hem ‘de eerste buitenstaander en ook nog een autoriteit, die het boek las en daar toen al een positief oordeel over velde’.

Meegelezen of gelezen, dat suggereert toch iets anders dan ‘een beetje gescand?’ Ook het wervende zinnetje ‘Ik lees veel familiegeschiedenissen en oorlogsmemoires, maar dit hoge niveau komt zelden voor’ wekt andere associaties dan ‘ik heb het boek nauwelijks gelezen’.

Er is nog een aanwijzing dat Van Liempt in 2017 aan geheugenverlies moet hebben geleden over ‘zogeheten’ dader Van Boetzelaer. In zijn eigen boek Jodenjacht uit 2011, waarvoor het omvangrijke oorlogsdossier over Willem van Boetzelaer volledig is onderzocht, staat hoe leden van het Commando Van Boetzelaer Joden en verzetsmensen van huis haalden en dat ‘het Commando Van Boetzelaer op 21 en 22 februari 1945 enkele illegale werkers executeert’.
In 1995 schreef Bart van der Boom in Den Haag in de Tweede Wereldoorlog: “Van Boetzelaer vond enkele maanden voor het einde van de oorlog nog een ondergedoken Joodse familie. Zeer verheugd bekeek hij zijn vangst en zei: ‘Een Jood, een Jodin en nog een Jodin, dat hadden jullie niet gedacht, dat we jullie nog zouden ­krijgen.”

Voornoemde bronnen rechtvaardigen de vraag waarom en wanneer Van Liempt een ­loopje nam met de waarheid: in 2017, toen hij als meelezer legitimeerde dat de ‘zogeheten’ dader Van Boetzelaer ‘niets wist van Jodenvervolging’, of in 2019, toen hij Oorlogsouders ‘alleen even had gescand en nauwelijks gelezen’?

2) Krieg und Frieden
In 2012 praat Van Liempt in talloze interviews over zijn televisie-idee Nederland valt aan om de politionele acties in Indonesië van eind ­jaren veertig te verslaan als ‘CNN Breaking News’, alsof ze in het heden hebben plaatsgevonden.

De tv-regisseur Bob Rooyens op 20 juni 2012: “Ik was onaangenaam verrast toen ik Ad van Liempt op de radio hoorde toeteren dat hij een nieuwe vorm heeft bedacht om historische gebeurtenissen in beeld te brengen. Ook weer iemand die zich schaamteloos smukt met de veren van een ander. In 1996 heb ik voor de WDR en Arte, ter gelegenheid van de 350-jarige herdenking van de Vrede van Münster, het programma Krieg und Frieden niet alleen bedacht, maar ook geconcipieerd en geregisseerd. Het concept ging er vanuit dat televisie in 1648 al bestond en dat ontwikkelingen in de betreffende landen rechtstreeks via de originele ARD-correspondenten op de voet konden worden gevolgd. Het programma had het karakter van een CNN ‘Breaking news’-reportage.”

“De historicus Van Liempt zal van een historisch programma, genomineerd voor de prestigieuze Grimme-Preis, uitgezonden door de Duitse zender WDR en door Arte, wel nooit gehoord hebben. Heb me eerlijk gezegd nooit zo druk gemaakt om mensen van wie de ijdelheid groter is dan een respectvolle blik op de ­werkelijkheid.” Van Liempt: “Geachte heer Rooyens, het spijt me zeer dat ik niet van het programma over de Vrede van Münster wist. Had ik ervan geweten, dan zou ik daar zeker melding van hebben gemaakt. Het spijt me overigens ook dat u mij zo zonder mankeren in de hoek van de ijdeltuiten zet. Ik geloof niet dat ijdelheid tot mijn meest kenmerkende karaktertrekken behoort.”

Reactie Rooyens: “Meneer Van Liempt, wat betreft ijdeltuitjes, ik heb twee radio-interviews met u gehoord. Daarbij liet u zich, uiteraard met een bescheiden toon, makkelijk aanleunen dat er een geniale vorm was gevonden om geschiedenis te vertellen. Over die vorm ben ik het natuurlijk eens. Daarom snap ik niet waarom zo’n grote man als u, die de televisie in zeer positieve zin verrijkt heeft en zijn lauweren ook verdiend heeft, zo krampachtig doet over iets simpels als credits daar leggen waar ze horen. Uw opstelling stelt mij teleur.”

3) Televisieserie De Oorlog
Historicus Barbara Henkes recenseerde in 2010 in vakblad BMGN de serie De Oorlog. Van Liempt schreef het scenario voor deze herziene versie van De Bezetting van Loe de Jong uit de jaren zestig, voerde de eindredactie en publiceerde het gelijknamige boek. Henkes wees op vier voorbeelden die Van Liempt ten onrechte claimde als eigen ontdekkingen.

Voorbeeld één: “Van Liempt beweert dat in de ­serie voor het eerst mensen aan het woord ­komen die volgens hem door De Jong genegeerd werden, zoals voormalige nationaal­socialisten, Oostfrontstrijders en andere collaborateurs. Kennelijk is Van Liempt vergeten dat De Jong de nodige aandacht besteedde aan de positie en motivering van individuele NSB-­leden in deel vijf van De Bezetting.”

Vervolgens: “Opmerkelijk is dat Van Liempt zich zo nadrukkelijk afzet tegen de benadering van De Jong, zonder te verwijzen naar collega’s die in een eerder stadium De Jongs sjabloon van het onverschrokken Nederland in verzet ­tegen het perverse nazi-Duitsland hebben opengebroken. Dat geldt vooral voor de avondvullende documentaire Vastberaden, maar soepel en met mate, herinneringen aan Nederland 1938-1948 van Hans Keller, Henk Hofland en Hans Verhagen, die in 1974 door de VPRO werd uitgezonden. Zij waren de eersten (voorbeeld twee) die collaboratie van Nederlandse zijde een prominente plaats gaven in hun hooggewaardeerde beeldverhaal van het oorlogsverleden.”

Van Liempt claimde ook, aldus Henkes, dat in De Oorlog voor het eerst plaats is ingeruimd voor ‘gewone’ mensen en het alledaagse leven in oorlogstijd: “Dan gaat hij echter voorbij aan de plaats die Keller cum suis gaven (voorbeeld drie) aan onbekende mannen.” Daarnaast stelt Van Liempt dat hij en zijn team een vernieuwend oog hebben voor de normaliteit van de oorlog, dat voor veel mensen het leven gewoon doorging. Maar ook dit inzicht kwam eerder in Vastberaden aan de orde. (voorbeeld vier) Dat Henkes niet alleen stond in haar constatering over ten onrechte door Van Liempt geclaimde ‘nieuwe inzichten’, bleek uit de aankondiging van de lezingenserie Helden en Schurken in het Amsterdamse Verzetsmuseum, in 2013.’

De VPRO-documentaire uit 1974 wordt beschouwd als het eerste kritische geluid over de rol van de gemiddelde Nederlander tussen 1938 en 1948. ‘Henkes verweet Van Liempt nog niet eens dat hij in de televisieprogramma’s naliet te verwijzen naar de eerdere documentaires, maar wel ‘dat hij in talrijke interviews rond de serie niet één keer wees op de eerdere bronnen, deze ­negeerde en het in al zijn uitingen deed voor­komen alsof zijn benadering van de televisie­serie De Oorlog volstrekt nieuw was.’In zijn algemeen verwijt Henkes de promovendus ‘gebrekkige kennis over en het negeren van eerder documentair werk over eenzelfde of vergelijkbare historische gebeurtenis.’

4) Kopgeld
In het Algemeen Dagblad van 15 november 2002 recenseerde toenmalig verslaggever Theo Gerritse, vorig jaar gepromoveerd op het proefschrift Rauter, Himmlers vuist in Nederland het boek Kopgeld van Ad van Liempt. ‘Het boek werd gebracht als een grote scoop. Auteur en uitgever wekten de indruk dat zij een terra incognita van de Tweede Wereldoorlog hebben betreden. Dat is allerminst het geval. De nationale geschiedschrijvers van de bezetting en de Jodenvervolging, Loe de Jong en Jacques Presser, hebben in het verleden al aandacht besteed aan de Colonne Henneicke (vernoemd naar de beruchte premiejager Wim Henneicke). De prijs van 7,50 gulden had Van Liempt van De Jong, die de televisiemaker in 1989 bij de remake van De Bezetting een kwitantie had laten zien.’

5) Knock-out
In 1950 kwam Foekje Dillema op als rivaal van de koningin van de Olympische Spelen van 1948, Fanny Blankers-Koen. Net zo snel als Dillema opkwam, verdween ze weer, na haar weigering een geslachtstest te ondergaan. Publicist Max Dohle ontdekte na twee jaar intensief onderzoek voor zijn biografie over Dillema rond haar dood in 2007 het grote geheim: Dillema was een intersekse vrouw, een vrouw met veel mannelijke hormonen en wellicht geboren met inwendige testikels.

Makers van Andere Tijden Sport benaderden Dohle om samen te werken voor een documentaire over Dillema, met het verzoek gebruik te mogen maken van zijn kennis. Na aanvankelijke aarzeling stemde Dohle toe op uitdrukkelijke voorwaarde dat zijn boek eerst zou verschijnen. Dohle: “Die afspraak braken de televisiemakers in een vervelend gesprek onder leiding van Ad van Liempt. Ze hielden tegen de afspraken in informatie achter over Dillema. Van Liempt was onverbiddelijk, de documentaire zou voor mijn boek worden uitgezonden, ja, met mijn naam op de aftiteling onder het kopje researchbijdrage. Het boek waaraan ik jaren had gewerkt, had zijn nieuwswaarde verloren. Ik voelde me mentaal zo knock-out geslagen door met name Van Liempt, dat ik in 2008 een half jaar inactief op de bank heb gelegen.”

6) Voetballen in de Oorlog
Voor de tentoonstelling Voetballen in Westerbork op 19 april 2012 hield Van Liempt, die ik toen zeer hoog had zitten, een toespraak. Ik zat vlak voor hem en dacht: wat komen de citaten mij bekend voor. De toespraak leek een samenvatting van de omvangrijke bijlage Voetbal in de Oorlog, die Henk van Dorp en ik in 1979 na een jaar research voor Vrij Nederland hadden geschreven. Met een omissie: Van Liempt verwees niet één keer naar de oorspronkelijke bron VN, maar naar drie radioprogramma’s uit 1987.

Toen Parool-columnist Theodor Holman Van Liempt van plagiaat en jatwerk betichtte, luidde zijn verweer dat Van Dorp en ik alle lof verdienden voor ons baanbrekende werk, maar dat hij niet begreep waarom hij naar de oorspronkelijke bron VN zou moeten verwijzen als hij citeerde uit de radio-uitzendingen van zeven jaar later. Van Liempt onlangs: “In de aftiteling van de radio-uitzendingen werd keurig verwezen naar VN als één van de bronnen. Ik begrijp niet waarom je dat niet gelooft.” In de aftiteling ontbrak elke verwijzing.

7) Het Rode Kruis
Eind 2013 begon NIOD-onderzoekster Regina Grüter haar onderzoek naar de rol van het Rode Kruis in de oorlog. Tijdens de presentatie van haar indrukwekkende boek Kwesties van ­leven en dood op 30 oktober 2017 in aanwezigheid van de beschermvrouw van het Rode Kruis, prinses Margriet, bood voorzitter Inge Brakman excuus aan aan de Joodse gemeenschap en (de families van) politieke gevangenen voor het falen van het Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog, ­precies zoals oud-­directeur Cees Breederveld had gewenst. Lopende het onderzoek van Grüter was voor het jubileumboek over 150 jaar Rode Kruis Van Liempt aangetrokken als medeauteur, naast ­onderzoekster Margot van Kooten.

Er werden afspraken gemaakt: Van Liempt zou bij vragen over de oorlog naar het onderzoek van Grüter verwijzen, Grüter zou materiaal aanleveren voor het hoofdstuk over de oorlog en vooral: het boek van Grüter zou als eerste verschijnen. Op basis van deze afspraken stuurde Grüter hoofdstukken en bevindingen naar Van Liempt.
Dat haar boek het eerste zou uitkomen, weet ook voormalig directeur Breederveld: “Dat was ik zelf nog overeengekomen, overeenkomstig de wens van Inge Brakman en mij. We wilden eerst schoon schip maken over onze rol in de oorlog. Daarna zouden we feestelijk het jubileum vieren.”
Toch verscheen Grüters boek niet als eerste. Breederveld: “Ik was toen geen directeur meer, alleen nog meelezer van het jubileumboek. Zonder overleg met mij is besloten dat het boek van Van Liempt eerder zou verschijnen. Ik heb daar nog wel tegen geprotesteerd, maar dat heeft niet geholpen.”

Zaterdag 6 mei 2017 sprak Van Liempt in de TROS Nieuwsshow over zijn boek over het Rode Kruis dat twee dagen later in de winkels zou liggen. Grüter verwachtte dat hij volgens afspraak bij vragen over de oorlog naar haar werk zou verwijzen, maar op de eerste vraag over de oorlogstijd antwoordde hij: “We hebben dat zo goed mogelijk onderzocht, dat het hoofdbestuur daar gefaald heeft en niet ­alleen voor de Joden, maar ook voor gevangenen in het buitenland. Daar hebben ze geen poot naar uitgestoken, echt een zwarte blad­zijde in de geschiedenis.”

Minutenlang wijdt Van Liempt uit over het ­Rode Kruis in de oorlog zonder Grüter, haar aanstaande boek of het NIOD ook maar één keer te noemen. Overigens werd zijn mede­auteur Van Kooten ook niet genoemd. Op een enkele uitzondering na klonk het voor luisteraars alsof hij het boek over 150 jaar Rode Kruis alleen had geschreven, getuige uitspraken als ‘ik heb beschreven’, ‘mij viel op’, ‘mij hield bezig’ en ‘ik ben gestuit op’.In al zijn bescheidenheid zei hij: “Ik heb het verhaal ontdekt van het stadje Kampen, waar tienduizenden dwangarbeiders na de grote ­razzia’s in het westen in het najaar van 1944, ­onder mensonterende omstandigheden, waren samengebracht en door leden van het plaatselijke Rode Kruis zijn geholpen.”

Ontdekt? In 2003 was al een boek verschenen van Herman Boers over de uitvinder van de kunstnier, de internist Willem Kolff. Dankzij Boers was allang bekend hoe Kolff honderden gevangenen uit handen van de Duitsers wist te houden door ze symptomen van ziekten te ­geven die ze in werkelijkheid niet hadden.

Op 7 oktober 2013 hadden Kolff en zijn vrouw dan ook postuum de Yad Vashem-onderscheiding ontvangen, het hoogste Israëlische eerbetoon voor het redden van Joden in de oorlog. Het verhaal over Kampen en Kolff was in 2017 dus verre van een ontdekking. Op een latere vraag in het radioprogramma antwoordde Van Liempt eindelijk: “Er is overigens een wetenschappelijk onderzoek bezig op verzoek van het Rode Kruis zelf naar de rol van het Rode Kruis in de oorlog, dat komt over een paar maanden uit en daar zal in grote trekken hetzelfde uit­komen.”

De luisteraar kon maar één conclusie trekken: dat uit de studie van Grüter in grote trekken hetzelfde zou komen ‘als ik, Ad van Liempt, al heb ontdekt’. Met andere woorden: het nog te verschijnen boek voegt niet zoveel meer toe. Toen Grüter na het radio-interview in een mail aan Van Liempt liet weten dat zij zijn optreden oncollegiaal vond en hem herinnerde aan hun afspraken, antwoordde hij dat hij niet de indruk had disproportioneel over de Tweede Wereldoorlog te hebben gesproken. ‘Maar goed: als ik je heb teleur­gesteld, dan spijt me dat oprecht. Ik heb onze samenwerking zeer gewaardeerd en vind het heel akelig als ik de indruk heb gewekt deloyaal te zijn.’

8) Westerbork
Zondag 17 maart presenteerde Chaja Polak haar boek in Westerbork. Ze wees op het gevaar van nivellering, zoals de kwalijke opvatting dat toeval bepaalde wie in het verzet of bij de SS zat, de lotsbepaling die Van Liempt zo indrukwekkend zag beschreven door Van Boetzelaer.

Polak: “Het legitimeren van Oorlogsouders door het niet onderkennen van de talloze manipulaties en verdoezelingen door prominente meelezers en de media draagt bij aan de heersende tendens van ‘allen een beetje slachtoffer en een beetje dader’, zoals Evelien Gans het treffend formuleerde. Ik maak me zorgen om teloorgang van kennis en opkomend racisme en antisemitisme. Het is schokkend dat bij sommige leidinggevenden en leden van de raad van advies van Westerbork de kennis ontbrak om het uit zijn context lichten van het verhaal Van Boetzelaer meteen te onderkennen. Met het aantreden van de nieuwe directeur zal, hoop ik, aan het beleid een nieuwe wending worden ­gegeven­.”

Voor het kritisch meelezen en verstrekken van nuttige informatie dank ik Jacques d’Ancona, dr. Marijke Barend-Van Haeften, prof. dr. Lodewijk Brunt, Max Dohle, drs. Hans Fels, prof. dr. Louise Fresco, dr. Theo Gerritse, dr. Regina Grüter, Chaja Polak, Bob Rooyens, Derk Sauer, prof. dr. Abram de Swaan en Maarten van Voorst tot Voorst, MA MSc.

Dit verhaal verscheen eerder in Het Parool.

Van Liempt
In reactie op de aanklacht van Barend stelt Van Liempt dat hij weinig tijd en ruimte heeft gekregen voor een weerwoord op wat hij ziet als poging tot karaktermoord. “De schrijver heeft na een uitputtende zoektocht van bijna twintig jaar een aantal mensen gevonden die iets op mij of mijn werk aan te merken hadden. Ik heb een paar jaar geleden te lichtvaardig een boek aangeprezen dat ik onvoldoende bestudeerd had. Dat was fout en daarvoor heb ik in het verleden al meermalen mijn excuses aangeboden.” “De bronvermelding tijdens mijn lezing is ook een oude kwestie, waarin ik volstrekt te goeder trouw heb gehandeld, maar die Frits Barend kennelijk niet kan laten rusten. De kwestie van het Rode Kruisboek is echt malicieus voorgesteld: de beslissing om het jubileumboek eerder te laten verschijnen dan de overigens voortreffelijke studie van Regina Grüter is buiten mij om genomen door het Rode Kruis, zoals hoofd communicatie Frank Tebbe kan bevestigen.” “Tegenover namen die bij het stuk staan, maar in de tekst verder niet voorkomen, kan ik mij niet verdedigen. Voor deze woedende aanval op mijn integriteit heb ik eigenlijk geen verklaring. Er valt mij wel iets op: in vijftig jaar journalistiek en historisch onderzoek is er één keer eerder een vergelijkbare en hier en daar identieke aanval op mij gedaan. Dat was een jaar of zeven geleden, ook op de opiniepagina van Het Parool. Het stuk was ondertekend door de echtgenote van Frits Barend.” (beeld: wikipedia)

Beeldmerk Jonet.nl.Waardeert u dit artikel?

Donatie
Betaalmethode
American Express
Discover
MasterCard
Visa
Maestro
Ondersteunde creditcards: American Express, Discover, MasterCard, Visa, Maestro
 
Kies uw betaalmethode
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren

Categorie: |

Home » Nieuws » ‘Ad van Liempt pronkt met andermans veren’ – een andere kijk op de gevierde historicus