Anno 2016 – column Theo van Praag

Theo van Praag
Theo van Praag

‘Parijs, Marseille, Brussel, Antwerpen, Berlijn, Amsterdam, Den Haag, Rome, Madrid, Kopenhagen. Overal in Europa herken je makkelijk Joodse gebouwen. Want ze worden allemaal bewaakt door politie, veiligheidsambtenaren, soms militairen. Die staan daar open en bloot, of zitten in auto’s, in huisjes op palen met kogelvrij glas. Anno 2016.

Sinds 9/11 zijn in Europa meer dan veertien aanslagen gepleegd: in Madrid, Amsterdam (Theo van Gogh), Londen (twee maal), Toulouse,  Parijs (al drie keer), Kopenhagen, Arras, Brussel, Istanbul, Nice.
Na die soms zeer bloedige aanslagen herdenkt men, terecht, massaal de onschuldige slachtoffers.
Toch is die aandacht vaak zeer selectief. Voordat Mark Rutte meeliep met “Je suis Charlie” in Parijs werd hij over die aanslag langdurig in tv-programma “Buitenhof” geïnterviewd maar geen woord over de vier onschuldige slachtoffers bij de aanslag op de Joodse supermarkt enkele dagen na Charlie Hebdo.

Naast heldere columns van Leon de Winter (oktober 2015) zoals bijvoorbeeld “waarom de Arabieren de Joden haten” of “het monster is weer opgestaan. We zijn terug bij af. De antisemieten zijn weer salonfähig”, en van Theodor Holman “Abou Jahjah tekent contract bij De Bij: Zijn ze gek geworden?” (februari 2016), zijn er slechts zeer weinige opiniemakers, columnisten, schrijvers, die de kennis en durf hebben dergelijke zaken aan de kaak te stellen.
“Als in Israël vier Joden in een synagoge in koelen bloede worden afgemaakt of wanneer in Toulouse een rabbijn met zijn drie kinderen wordt afgeslacht …….. dan huilt Europa niet en speldt het geen buttons op met “Je suis Juif”. Als men het over terrorisme heeft, dan bedoelt men dat het overal kan plaatsvinden, behalve blijkbaar in Israël, want dat zijn Joden en die hebben het altijd zelf gezocht. Het zegt veel over de inschatting van een probleem waarvoor Israël al lang waarschuwt, maar dat in Europa totaal verkeerd wordt ingeschat.”  Een citaat uit “Waarover men niet spreekt” van de Vlaamse publicist, essayist, docent en journalist Wim van Rooy. Hij noemt onder andere door het westen gesubsidieerde ngo’s die onder het mom van antizionisme het bestaansrecht van Israël ontkennen en daarmee de gruwel van de islam faciliteren. “Er zijn 49 landen waar moslims in de meerderheid zijn, 158 landen en gebieden waar christenen de meerderheid zijn, en er is één land voor de Joden- blijkbaar nog altijd één te veel.”

Antizionisme is volgens Van Rooy een codewoord dat alleen maar antisemitisme verbergt en een gebiologeerd zijn door de Jood. Nog één citaat:”Net zoals de nazi’s met de term ‘communisten’ vooral Joden op het oog hadden, en de communisten het met de term ‘kapitalisten’ ook over Joden hadden, zo hebben antizionisten het simpel ook over Joden, en die zijn altijd schuldig, aan alles. Alle kwalificaties die vroeger door antisemieten aan Joden werden toebedeeld, vallen nu de zionisten toe. …… Antisemitisme en antizionisme zijn één op één geworden.”

Paul Cliteur, rechtsgeleerde en filosoof, schreef over het omvangrijke werk van Wim van Rooy: “een enorm belangrijk werk voor het begrijpen van onze tijd”. Ook vele anderen, zoals Afshin Ellian, Theodor Holman, Yoeri Albrecht en Thierry Baudet prijzen zijn ongelooflijk uitgebreid overzicht van de islamdiscussie in Nederland.

Ik zou ‘Waarover men niet spreekt’ een huiveringwekkend actueel, onrustbarend én profetisch werk willen noemen.
Anno 2016.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Anno 2016 – column Theo van Praag