Burgemeester Bergen bezorgd over antisemitisme

Tijdens de herdenking van Kamp Schoorl heeft PvdA-burgemeester Lars Voskuil zijn zorgen geuit over de groeiende Jodenhaat en het toenemen van onverdraagzaamheid. Hij noemde ook het opbloeien van tegenstellingen in de samenleving zorgelijk en vergeleek het met de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. In Kamp Schoorl werden meer dan zevenhonderd Joden verzameld om te worden afgevoerd en vermoord.

Ieder jaar vindt bij het monument van het voormalige Kamp Schoorl, dat in de duinen van het Noord-Hollandse dorp ligt, een herdenking plaats. Burgemeester Voskuil droeg een kippa, wat hij naar eigen zeggen als iets vanzelfsprekends ziet. “Het is een uiting van respect. Maar hierop krijg ik de laatste jaren kritiek. Ook tijdens de vorige bijeenkomst. Ik krijg steeds meer de vraag of het wel verstandig is om een keppel te dragen: het zou misschien een reactie kunnen oproepen,” zei Voskuil.

Verdraagzaamheid

“Ik heb vrienden die niet meer publiekelijk voor hun Joods zijn durven uit te komen uit angst voor een reactie en soms ook agressie,” aldus de burgemeester van de gemeente Bergen in Schoorl. “In een land als ons vrije Nederland dat zich zo voor laat staan op verdraagzaamheid en ruimte om te zijn wie je bent, past het niét dat je alleen kunt zijn wie je bent, als je het onopvallend doet. Daartegen moeten we ons samen krachtig blijven verzetten.”

Sjoa-kennis

Voskuil maakt zich eveneens zorgen over de afnemende kennis over de Sjoa. “Het lijkt soms of de geschiedenis beetje bij beetje herschreven wordt. Vaak gebeurt dit uit onwetendheid, niet zelden uit ongeloof. Steeds meer jongeren zijn onvoldoende op de hoogte van de Holocaust of ze betwijfelen of de Holocaust wel echt gebeurd is. Het lijkt alsof de lessen van toen nu niet meer de boodschap en zeggenschap hebben die voor ons zo pijnlijk vanzelfsprekend zijn.”

Toch doorgaan

De burgemeester zou hebben getwijfeld of de herdenking wel door moest gaan, omdat die anti-Joodse reacties teweeg zou kunnen brengen, maar hij heeft het toch gewoon laten doorgaan, zo meldt RTV80. De De aanslag van Hamas op 7 oktober en de proportionele – of juist niet proportionele – reactie van de Israëlische regering mogen geen reden zijn tot relativering of minimalisering van de verschrikkingen die plaatsvonden in Kamp Schoorl en daarbuiten, aldus Voskuil.

Bange Joodse kinderen

Tot de andere sprekers behoorden onder meer Ronny Naftaniel, oud-directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). “De haat tegen de Joden is niet verdwenen na het verslaan van de nazi’s. In toenemende mate zijn Joodse kinderen bang en benauwd om voor hun identiteit uit te komen. Ze verbergen een Davidster onder hun trui, ze durven het niet te tonen. Als ze er één dragen, dan laten ze ook niet hun keppel zien. Die bedekken ze met een pet of ze nemen hem af,” zei Naftaniel.

Universiteiten

Joodse studenten op universiteiten horen dat ze niet welkom zijn, aldus Naftaniel. “Het bordje ‘Verboden voor Joden’ uit de Tweede Wereldoorlog is vervangen door het bordje ‘geen zionisten hier’. Maar de betekenis het hetzelfde. Natuurlijk is dit verhaal niet te vergelijken met de volkerenmoord van zesmiljoen Joden door de nazi’s, maar alles heeft een begin. Juist daarop moet je alert zijn. Het is gebeurt, en het kan dus weer gebeuren.”

Over Kamp Schoorl

Kamp Schoorl was in de jaren ’40-’45 een gruwelijke plek. In februari 1941 werden de eerste 427 Joodse mannen naar naar deze plek getransporteerd. Dat gebeurde na razzia’s in Amsterdam, die leidden tot de Februaristaking. In juni 1941 volgde een nieuwe razzia, waarbij 310 Joodse mannen naar het kamp werden gebracht. In de oorlog werden circa 1.900 mensen via Kamp Schoorl naar andere nazi-kampen afgevoerd. Ruim duizend van hen keerden nooit meer terug.