Natascha van Weezel

debuteerde op twintigjarige leeftijd met het boek Magere Jaren (Uitgeverij Archipel, 2007). Van 2011 tot 2013 schreef ze een tweewekelijkse column voor het NIW over alles dat haar interesseerde binnen het Jodendom. In 2012 studeerde ze af aan de Nederlandse Film- en Televisieacademie als scenarioschrijver met de korte fictiefilm Lost&Found. Meteen daarna kreeg zij de kans om in samenwerking met de NCRV en Selfmadefilms de documentaire Elke dag 4 mei (2014) te maken.

Ook schreef Van Weezel (Amsterdam, 1986) het boek De derde generatie (Uitgeverij Balans, 2015) over hetzelfde onderwerp: kleinkinderen van Holocaust-overlevenden. Ze interviewde hiervoor meer dan vijftig kleinkinderen van Sjoa-overlevenden in Nederland, Amerika en Israël. Sinds 2014 werkt ze als freelance journalist bij enkele dag- en weekbladen, zoals de Groene Amsterdammer en de Volkskrant; waarvoor ze tijdens de maand maart 2015 een gastcolumn schreef. Momenteel is ze bezig met een nieuwe documentaire en een volgend boek over het Midden-Oosten conflict.

In haar vrije tijd is Van Weezel veel bezig met de dialoog. Zo is ze actief bij de dialooggroep Mo&Moos Mokum en bij de Salaam Shalom vriendschapsgroep, omdat zij het belangrijk vindt om ervoor te zorgen dat joden en moslims op een fijne manier kunnen samenleven. Voor Jonet.nl schreef ze om de maand een brief aan haar vader, wijlen journalist Max van Weezel.