De Joodse stem in Mokum: D66 – GK18

Hammelburg
D66

De gemeenteraadsverkiezingen staan weer voor de deur. Net als vier jaar geleden voelt Jonet politieke partijen in Amsterdam, de gemeente met de meeste Joodse inwoners in Nederland, aan de tand over Joodse onderwerpen. In een serie van tien interviews is het vandaag de beurt aan D66. Voor hen spreekt Alexander Hammelburg, de nummer vier op de kieslijst van de Democraten in Amsterdam.

Al jaren gaat de Joodse gemeenschap in Amsterdam gebukt onder de zware financiële lasten die de beveiliging van Joodse instellingen en ondernemingen met zich meebrengt. De gemeente vergoedt een deel, maar toch heeft de gemeenschap grote last van de miljoenen euro’s die ze moet betalen. Ziet uw partij het zitten als de gemeente alle onkosten vergoed?

“De overheid is verantwoordelijk voor de veiligheid van burgers en zal er alles aan moeten doen om die te garanderen. De gemeente heeft de afgelopen jaren incidenteel kosten voor extra beveiliging vergoed. Wij van D66 zien dat de dreiging niet incidenteel, maar structureel is. We zien in de landen om ons heen dat de dreiging realiteit is geworden. Met deze vreselijke realiteit moeten we er voor zorgen dat er dan ook structureel geld beschikbaar is voor veiligheidsmaatregelen. De gemeente moet, samen met Joodse instellingen en ondernemers, periodiek kijken wat er nodig is en samen een veiligheidsplan maken. En laat ik ook duidelijk zijn dat hiervoor een grote rol is weggelegd voor minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie.”

Het antisemitisme neemt volgens vele Joden en niet-Joden in de hoofdstad zichtbaar toe. Zo werd het kosjere restaurant HaCarmel sinds december drie keer aangevallen en waren andere Joodse instellingen het doelwit van vandalisme met een anti-Joodse inslag. Ook durven sommige Amsterdamse docenten onderwerpen zoals de Sjoa en de Jodenvervolging niet aan te snijden tijdens lessen uit angst voor verhitte reacties van hun leerlingen. Wat gaat uw partij doen om het groeiende antisemitisme in Amsterdam in te dammen?

“De politiek moet zich openlijk blijven verzetten tegen antisemitisme. Maar er is veel meer nodig. Laten we beginnen door naar de oorsprong te kijken van het antisemitisme. In veel niet-Joodse gezinnen hoor je misschien geen antisemitische uitspraken aan de eettafel, maar antisemitische uitspraken van anderen zijn ook geen gesprek van onderwerp. Er wordt teveel weggekeken. In ieder huishouden zouden ouders hun kinderen moeten vertellen hoe vreselijk zij de aanval op kosjer restaurant HaCarmel vinden, en hoe erg het is dat er een onthoofde pop voor een Turkse moskee in Amsterdam Noord is neergelegd. Ik verwacht daarbij ook publieke steun uit alle religieuze hoeken. Ouders zouden hun kinderen bewust moeten opvoeden met een afkeer van discriminatie en haat jegens andere groepen. Nou gaat de overheid niet over de gesprekken aan de eettafel, maar wel over de gesprekken in de klas. En daar kan het nog veel beter. Daarom hebben wij van D66 ook direct ja gezegd op het Joods Akkoord waarbij we ons bijvoorbeeld committeren aan ondersteuning van scholen en docenten die aangeven moeite te ondervinden bij het uitvoeren van lespaketten over de Sjoa. En als het nodig is, kom ik zelf graag voor de klas staan.”

De samenwerking tussen Amsterdam en Tel Aviv, die sinds enige jaren bestaat, wil nog niet echt vlotten. Zo kiezen Israëlische bedrijven ervoor om met Rotterdamse in plaats van met Amsterdamse bedrijven in zee te gaan. Wat gaat uw partij er aan doen om de samenwerking te optimaliseren en zou het niet beter zijn te kiezen voor een volwaardige stedenband?

“De discussie in de gemeenteraad over de samenwerking was in eerste instantie erg moeizaam. Pijnlijk, wat mij betreft. Dat heeft natuurlijk ook impact op hoe er in Tel Aviv naar Amsterdam gekeken wordt. Daarom was ik ontzettend gelukkig dat raadsleden van bijna alle partijen samen met toenmalig D66-wethouder Kajsa Ollongren naar Tel Aviv zijn gegaan. En dat zij met een positief beeld terug kwamen: zij zien Tel Aviv als een open, progressieve en liberale stad. Er liggen flinke kansen voor samenwerking op het gebied van innovatie en het start-up-klimaat. Ook hebben we kunnen zien dat Amsterdam en Tel Aviv veel van elkaar kunnen leren als het gaat om sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Denk aan de opvang van vluchtelingen en onderwijs voor hun kinderen, aan de positie en rechten van LHBTI’s of juist de inzet van innovatie ten gunste van bewoners en ondernemers. Hoe je het precies noemt, samenwerking of stedenband, vind ik minder boeiend. De eerste stappen in de goede richting zijn gezet, tijd om verder te bouwen aan die samenwerking.”

In Amsterdam-Zuid en de wijk Buitenveldert wonen relatief veel Joodse Amsterdammers. In hun dagelijkse leven lopen zij vaak aan tegen beperkingen, zoals het feit dat veel gebouwen geen sjabbat-lift bevatten of niet sjabbat-proof zijn. Ook is het parkeren rond Joodse instellingen op drukke dagen een probleem. Wat gaat u er aan doen om dit soort Joodse noden en voorzieningen te stimuleren?

“Ik hoor mensen wel eens zeggen dat de bezoekers van de LJG maar met het openbaar vervoer moeten komen als er te weinig parkeerplek is. Dat toont aan dat men het toch echt niet heeft begrepen. Velen moeten bijvoorbeeld van ver komen omdat we in Nederland nou eenmaal niet in elke buurt een sjoel hebben. Dat is al pijnlijk genoeg. Gelukkig is het stadsdeel hard op zoek naar een oplossing. D66 is ook zeer bereid om te kijken of de gemeente ergens kan helpen bij het toegankelijker maken van de sjabbat.”

Voor D66 is goed onderwijs van groot belang. In de afgelopen jaren leverde u een onderwijswethouder, Simone Kukenheim, met een Joodse achtergrond. Maar wat heeft u er aan gedaan om het antisemitisme op Amsterdamse scholen tegen te gaan?

“Ik ken Simone als zeer uitgesproken en hands on-wethouder, zeker als het om het bestrijden van discriminatie, racisme en antisemitisme gaat. Dat gaat haar ontzettend aan het hart. Ze heeft ervoor gezorgd dat antisemitisme veel beter kan worden behandeld in de klas door een breed aantal projecten te subsidiëren. Laat ik een paar voorbeelden noemen: De Anne Frank-krant en de theatervoorstelling Anne Frank met bijbehorende lesprogramma’s, dialoogbijeenkomsten tussen scholen en synagogen. Maar ook debatlessen over antisemitisme, en museumbezoeken aan het Joods Historisch Museum en het Verzetsmuseum. Ik woon daar in de buurt en zie elke dag groepen met Amsterdamse schoolkinderen aandachtig luisteren naar de verhalen over de Sjoa. Misschien vind ik het basisschoolproject Oorlog in mijn buurt wel het mooiste. Jonge kinderen interviewen ouderen uit hun eigen buurt over de oorlog en zetten dit op een fantastische website. Ik kan iedereen aanraden eens een kijkje te nemen op Oorloginmijnbuurt.nl. Al deze projecten zijn keihard nodig, want ons bereiken nog steeds signalen dat er docenten zijn die het niet over de Sjoa durven te hebben in de klas. Daarvan hebben we nu dus ook gezegd dat de gemeente deze docenten directe ondersteuning moet bieden.”

Categorie:

Home » Achtergrond » De Joodse stem in Mokum: D66 – GK18