De onsterfelijkheid van het Joodse volk – Jacobs’ Chanoeka-toer (dag 4, gespijbeld)

B. Jacobs

Net terug van dag vier van mijn Chanoeka-toer krijgt mijn vrouw Blouma een Whatsapp, van een mevrouw met wie zij vorige week woensdagochtend in Israël in gesprek raakte. Via Yad Vashem had zij elf familieleden, waaronder haar grootouders, kunnen ‘opsporen’, allen vermoord. Zelf is ze niet Joods, maar de verbintenis via haar Joodse vader zat er diep in. Ze vroeg ietwat schuchter aan Blouma of ik bereid zou zijn om bij de Kotel kadiesj te zeggen voor die hele lijst met familieleden. Want er is niemand meer om het kadiesj gebed voor hen uit te spreken.

Enige uren later stond ik voor de Klaagmuur met de namen van haar voorouders op een papiertje. Ik heb kadiesj gezegd, ik had de vlammetjes van hun zielen voor ogen en ik voelde in mij de onsterfelijkheid van het Joodse volk. Ik zag de Menora branden, zelfs in de grootste duisternis en ik zag de vlammetjes de eeuwen achtervolging trotseren: Am Jisraeel Chaj – het Joodse volk leeft en overleeft! En omdat ik kadiesj heb gezegd ontving Blouma nu een Whatsapp. Er worden drie bomen in Israël geplant, ik mag aangeven in welk woud.

Ik hoor u vragen: wat heeft dit met de Jacobs’ Chanoeka-Toer te maken? Beste lezer: alles! Het brengen van licht in duisternis. Dat kadiesj van mij betekende zo veel voor deze vrouw. Dat is licht, dat is Chanoeka!

En terwijl ik honderden kilometers mag rijden in ons natte landje, van Menora naar Menora, word ik overstelpt met Whatsapps vanuit de hele wereld. Je kunt het zo gek niet noemen of er staat wel voor een stadhuis, op een markt of waar dan ook een gigantische Menora.

Maar ik was vandaag egoïstisch en heb me geconcerntreerd op de Menoroth waarmee ik iets van doen heb. In Marioepol, Oekraine, woont rabbijn Mendel Cohen. Ik ben voor hem een soort mentor  en ook een beetje het licht in zijn duisternis. Marioepol ligt vlakbij het gebied waar Oekraïne in oorlog is met de Russisch gezinde Separatisten. Maar omdat duisternis relatief is en hij zichzelf kennelijk in het licht waant, heeft hij twee broers, beiden in opleiding voor rabbijn, laten invliegen om te helpen. Menachem Wolff studeert in Brooklyn en Awremmie in Frankfurt. Omdat ze geboren en getogen zijn in Kherson, is er geen taalprobleem. Zij zitten niet thuis gezellig met hun ouders bij de Menora te genieten van latkes of soefganiot (Blouma kent de recepten, ik alleen de naam en de smaak!), maar onder leiding van rabbijn Cohen reizen zij naar steden in Oekraïne waar geen Joodse Gemeente is en al helemaal geen lokale rabbijn. Maar wel Joden!

Aan duisternis is daar geen gebrek. Armoede, fysiek en geestelijk. Wat kun je verwachten na zeventig jaar communisme! Waar hebben ze tot vandaag de Menora aangestoken?  In Bachmut, Slavyansk, Konstatinovka en Kramatorsk. Mijn kleinzoon,  geboren en getogen in Almere, studeert in Brooklyn aan dezelfde Talmoed Hogeschool als Menachem Wolff uit Kherson. Ook hij is met Chanoeka niet thuis. Met een vriend trekt hij van gevangenis naar gevangenis in Florida. Buiten schitterend weer, een ideaal vakantieoord. Maar binnen de muren… Geen foto’s zal hij sturen want de gevangenissen die hij bezoekt zijn uitsluitend voor zware criminelen. Ieder vorm van fotograferen, ook van buiten, is verboden. Een reguliere justitierabbijn is aan dit soort gevangenissen ook niet verbonden.  

Mijn gedachten dwalen af naar 1972. Ik heb mijn studie mogen afronden in Israël. Met Chanoeka, een paar weken na onze choepa, zat Blouma in Kiriyat Malachi met een paar vriendinnen bij de Menora, zonder mij. Ik zat op de fronten in het leger om met onze soldaten Chanoeka te vieren. Allemaal jonge jongens gelijk mijn kleinzoon en gelijk Menachem uit Brooklyn en Awremmie uit Frankfurt.

Wij hadden vandaag een vrije dag genomen. Het was lastig om op de Eerste Kerstdag ergens iets te organiseren. Dat het gisteravond wel lukte zie ik als een wonder. En morgen, Tweede Kerstdag, gaat het ook weer lukken: Bourtange. Maar vandaag hebben we dus eigenlijk een beetje gespijbeld en hebben Chanoeka gevierd met onze Nederlandse kinderen en kleinkinderen.

Maar ook hebben we een beetje meegevierd met kleinkinderen elders in de wereld. Dat ging via diezelfde Whatsapp die ons vanavond in contact bracht met die mevrouw voor wiens voorouders ik kadiesj mocht zeggen bij de Kotel in Jeruzalem.

Opperrabbijn Binyomin Jacobs (IPOR en voorzitter van het Nederlandse College voor Rabbinale Zaken) maakt ook dit jaar weer een ronde langs verschillende menorot in heel Nederland, om deze in het openbaar aan te steken. Net als in voorgaande jaren schrijft hij een dagboekverslag voor Jonet.nl. Het is de zevende keer op rij dat Jacobs voor Jonet in de pen kruipt en zijn ‘Jacobs’ Chanoeka-toer’ maakt.

Familie van Jacobs (foto: B. Jacobs)
Categorie:

Home » Nieuws » De onsterfelijkheid van het Joodse volk – Jacobs’ Chanoeka-toer (dag 4, gespijbeld)