De zwijgende meerderheid – column Roland Vos

Als schipper in Amsterdam moest Roland Vos onlangs met een groep Joden op stap. Hij zag er tegenop, want ‘Gaza’ en ‘publieke ruimte’, maar het pakte anders uit dan verwacht. Vos kreeg in zijn optiek te maken met wat hij ‘de zwijgende meerderheid’ noemt.
Zoals sommigen van jullie al weten ben ik sinds enige tijd schipper op open toeristenboten in de grachten van Amsterdam. Mettertijd heb ik allerlei mensen aan boord gehad, wat vaak interessante gesprekken opleverde. Laatst mocht ik een tochtje ‘schipperen’ voor een bevriende Joodse organisatie. Dat werd dus een bootje regelen bij de rederij, marifoon mee en naar de haven.
Spannend? Welnee varen doe ik zo vaak. Veertig gasten? Wel ja, makkelijk. Een boot die ik niet ken? Mwha, maakt mij niet uit. Toch had ik een ongemakkelijk gevoel: er knaagde iets, maar wat? Dat realiseerde ik mij pas toen de gasten op de steiger stonden. Het werd varen met veertig Joden in Amsterdam, waarvan een deel herkenbaar was door keppels.
Een ‘Joods’ uitziende boot door de Amsterdamse grachten? In deze tijd van oplaaiend antisemitisme met rode lijntrekkers en rode verfgooiers, pro-Gaza schreeuwende demonstranten en mensen met een mening die slechts gebaseerd is op onkunde dan wel onwetendheid? Hmmm. Misschien toch niet zo een goed idee. Ik was weliswaar bezorgd maar ook niet bang – ik wil immers altijd optimistisch blijven.
En ja, wat je begint, moet je afmaken. Met veertig gasten aan boord, waaronder veel kleine kinderen, heb je als schipper wel wat beters te doen dan jezelf somber maken over wat er allemaal mis kan gaan. En als beroepsschipper ben je in Amsterdam druk genoeg met navigeren, de marifoon uitluisteren, langzamer varen als je de waterpolitie ziet, opletten voor waterfietsen, kano’s en roeiboten. Vooral moet je letten op de huurbootjes met toeristen die nog nooit hebben gevaren en dus geen idee hebben waar ze mee bezig zijn.
Dus daar gingen we door prachtig hartje Amsterdam. In het midden stond een rabbijn cocktails te shaken. Best een leuk gezicht. Zwaaien op het water is normaal en leuk, en iedereen doet dat eigenlijk wel. Ik zag alles en er viel mij iets op: passerende mensen in andere boten of op de kaden tikten elkaar aan, wezen op onze boot en begonnen vaak uitbundig naar ons zwaaien.
Eerst had ik het niet door, maar opeens zag ik het: dit was niet gewoon het zwaaien zoals ik dat dagelijks op het water zie, dit was elkaar attenderen op de manier van ‘Kijk wat leuk’ (en misschien wat moedig). Enthousiast gezwaai als steunbetuiging, wellicht om ons moed te geven en kracht. Dit had ik niet verwacht. Een emotioneel weekdier als ik ben, schoten bij mij de tranen in mijn ogen. Dit was zo blij, zo leuk, dít is het Amsterdam zoals ik het ken en waar ik mij thuis voel.
Het werd een feestje op het water zonder enige wan-klank.
Dit is dus de zwijgende meerderheid die normaal is: weldenkend, vrij en vrolijk, en die wel snapt wat er echt aan de hand is – of die het geen zier kan schelen en gewoon kijkt naar Joden als mensen, als Joodse Nederlanders, om wie we zijn.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren