Een symbool van menselijkheid – column Emile Schrijver

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

‘Anne Frank is een icoon en veel meer dan slechts één van de 104.000 in Nederland wonende Joden die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord. Dat weten we allemaal en, geef het maar toe, we ergeren ons ook wel eens aan die fixatie van de hele wereld op juist dit ene onderduikverhaal. Maar hoe erg is die iconische status nu eigenlijk echt?
Een paar jaar geleden sprak ik tien minuten bij de presentatie van de verzamelde werken van Anne Frank in bibliotheek Ets Haim. Ik stelde daarbij de vraag in hoeverre het dagboek een Joods boek is en reflecteerde goeddeels à l’improviste op haar literaire kwaliteiten. Ik heb in de loop van de jaren honderden lezingen gegeven over Joodse boeken, overal in de wereld, maar nooit heb ik zoveel belangstelling van de pers gehad als juist naar aanleiding van die tien minuten bij een bescheiden boekpresentatie.

Eerste uiting
Die tien minuten waren voor mij de eerste publieke uiting over de Holocaust. Tot dan toe, en ook daarna nog, heb ik succesvol om dit ingewikkelde onderwerp heen kunnen laveren. Inmiddels is dat natuurlijk anders. Toen ik in oktober 2015 aantrad als algemeen directeur van het Joods Historisch Museum nam ik daarmee ook de verantwoordelijkheid over voor de Hollandsche Schouwburg en het toen nog niet eens geopende Nationaal Holocaust Museum (NHM) in oprichting. In het NHM zeggen we vaak dat het Anne Frank Huis de geschiedenis vertelt van acht Joden en dat wij de geschiedenis van de andere 104.000 willen tonen. Dat klinkt defensiever dan we het bedoelen. De meer dan 1,3 miljoen bezoekers die naar Amsterdam komen om de plek te zien waar hun icoon zich heeft moeten verbergen, komen daar omdat ze daar iets verwachten te vinden, en meestal ook vinden, namelijk een bijna mystiek te duiden direct contact met een tienermeisje dat meer dan wat dan ook een symbool is geworden van hoop, van menselijkheid en, hoe cynisch dat op een bepaalde manier ook is, van vrijheid en tolerantie. In het definitieve NHM, dat er hopelijk rond 2020 zal komen, wordt een veel vollediger beeld geschetst van de Holocaust, van de aanloop, van de verschrikkingen van de oorlogsjaren en vooral ook van de effecten daarvan op de Joodse en niet-Joodse samenleving.

Wij krijgen vaak de vraag, wat doen jullie straks met Anne Frank? Het antwoord moet luiden, niet zoveel, maar we kunnen er ook niet omheen en gaan er ook niet omheen. Zo is in het Joods Historisch Museum volgend jaar een groot retrospectief gepland van het werk van de fotografe Maria Austria, waarin een belangrijke plaats is ingeruimd voor de foto’s die zij in 1954 maakte van het Achterhuis, voor de grote explosie van belangstelling dus. Ook op andere momenten zoeken we de samenwerking op, in eerste instantie met de Anne Frank Stichting en het Anne Frank Huis, maar met enige regelmaat ook met het Zwitserse Anne Frank Fonds.

De Anne-vraag
Het is vooral in onze internationale contacten dat we ‘de Anne-vraag’ regelmatig tegenkomen. We staan op het punt een educatieve samenwerking aan te gaan met het Du Sable Museum of African American History in Chicago. Die gaat van start met een gezamenlijk initiatief om een Engelstalig toneelstuk van Janet Langhart Cohen, getiteld “Anne and Emmett”, naar Nederland te halen. Het stuk zal naar alle waarschijnlijkheid in mei 2018 door een Amerikaanse cast een aantal malen worden opgevoerd in het De la Mar Theater in Amsterdam. Anne and Emmett draait om de levens van Anne Frank en Emmett Till, een zwarte jongen uit Illinois die in 1955 gelyncht is omdat hij naar een blanke vrouw floot. Anne en Emmett ontmoeten elkaar in een denkbeeldige plaats Memory en vertellen elkaar over hun leven.

Impact 
In de voorbereiding van de Nederlandse opvoering van Anne and Emmett heb ik het stuk in juli jongstleden gezien in het gloednieuwe Smithsonian National Museum of African American History and Culture in Washington, een groots opgezet museum over de Afrikaans-Amerikaanse geschiedenis, dat in september 2016 is geopend en alleszins een bezoek waard is. Daar viel me opnieuw op hoe enorm de impact is van Anne Frank. De directeur van het museum en de schrijver van het toneelstuk stonden stil bij het feit dat ze als kind het dagboek van Anne Frank hebben gelezen en bij de enorme ontroering die ze daarbij voelden. In het publiek werd die ontroering in woord en gebaar meebeleefd en sommigen pinkten zelfs een traantje weg. Ik realiseerde me daar voor het eerst dat in landen waarin de Tweede Wereldoorlog niet heeft plaatsgevonden het dagboek vaak de eerste en nog vaker de enige kennismaking is met de Sjoa. Dat geldt ook voor de Verenigde Staten, waar de herinnering aan de Holocaust vooral bij Joden leeft en veel minder bij andere groepen, zoals de goeddeels zwarte achterban van het Washingtonse museum. En ik kon aan al die emoties niets ontdekken dat niet authentiek was.

Amerikanen en Anne Frank
De afgelopen twee dagen was ik naar aanleiding van de toekenning van de jaarlijkse Anne Frank Award door de Nederlandse ambassade in Washington opnieuw getuige van de enorme indruk die het verhaal van het meisje maakt. Op 14 september werd de prijs van dit jaar tijdens een indrukwekkende ceremonie in de prachtige Members Room van de Library of Congress uitgereikt aan de Jezuïtische leider Leo O’ Donovan van de Jesuit Refugee Service/USA. Robert Quinn van de organisatie Scholars at Risk ontving de zogenaamde Anne Frank Special Recognition Award. Beiden hebben zich sterk ingezet voor het beschermen van de rechten van vluchtelingen. Bijna alle sprekers, vooral belangrijke politici (waaronder de vroegere Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright, de beide gelauwerden en de Nederlandse ambassadeur Henne Schuwer) stonden stil bij Anne Frank. Zij legden een verband tussen hun eerste kennismaking met het dagboek en de universele boodschap van medemenselijkheid die daarin wordt uitgedragen. Bij een besloten diner de avond tevoren sprak Nancy Pelosi, de leider van de Democratische partij in het Huis van Afgevaardigden, in zeer emotionele bewoordingen over haar eerste lezing van het dagboek. Zij legde, net als de Nederlandse ambassadeur, ook de relatie met hedendaagse problemen zoals maatschappelijke ongelijkheid, het belang van goed en vrij beschikbaar onderwijs en natuurlijk de vluchtelingencrisis. En ook aan al deze emoties kon ik niets ontdekken dat niet authentiek was.

Geen enkel kwaad te ontdekken
Ik ben inmiddels zo ver dat ik die universele duiding van Anne Frank als icoon van menselijkheid en hoop absoluut niet meer problematisch vind. Er zal altijd, en terecht, gediscussieerd worden over de vraag hoe ver de vergelijking tussen de Sjoa en andere rampen en genocides mag worden doorgevoerd. Ik vind net als vele anderen dat daar een ethische grens aan is. Maar Anne Frank onttrekt zich aan die discussie. Ik kan geen enkel kwaad ontdekken in het feit dat er in de hele wereld miljoenen mensen zijn die op zoek zijn naar een symbool van menselijkheid. Wie meer wil weten over Anne Frank en haar familie kan in het Anne Frank Huis terecht. En wie geïnformeerd wil worden over hoe de moord op zes miljoen Joden heeft kunnen gebeuren en hoe die moord tot op de dag van vandaag nog resoneert, kan bij ons terecht. Nu nog in het Nationaal Holocaust Museum in oprichting en straks in het definitieve NHM aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam.’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Een symbool van menselijkheid – column Emile Schrijver