‘Geschiedenis van de Joden’ leest als roman

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

In het tweede deel van zijn meesterwerk ‘De geschiedenis van de Joden: Erbij horen’ vertelt Simon Schama over de lotgevallen van de Joden in de periode tussen 1492 en 1900. Het uit drie delen bestaande werk werd bewerkt tot de BBC-documentaire ‘The Story of the Jews’. Schama werd eerder bekend door ‘Overvloed en onbehagen’, een nu al klassiek werk over Nederland in de zeventiende eeuw.

Schama is een meesterverteller. Hij laat de lezer de Joodse geschiedenis meebeleven aan de hand van verhalen over de levens van bekende en minder bekende Joden door de eeuwen heen. Hoogte- en dieptepunten wisselen elkaar af op een bijna wetmatige manier, beginnend bij de verdrijving van de Joden uit Spanje in 1492. Het is een periode van onzekerheid, ook voor Joden die zich gedwongen bekeerd hebben tot het christendom, want ook zij blijven verdacht in de ogen van de Inquisitie. Uiteindelijk komen ook veel van deze zogenaamde ‘conversos’ op de brandstapel terecht.

Andere Joden vluchtten naar veiliger oorden zoals Antwerpen, op dat moment een centrum van internationale handel en zeevaart. In de onrustige tijden die volgden, verspreidde de Sefardisch Joodse gemeenschap zich over vrijwel heel Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Vaak trokken zij van het ene naar het andere land omdat zij ineens niet meer welkom waren of omdat de Inquisitie hen ook in hun nieuwe woonplaats had ingehaald.

Het is niet verbazingwekkend dat onder deze omstandigheden her en der messiaanse verwachtingen ontstonden. Zo voorspelde de kabbalist Asjer Lämmlein Reutlingen in 1502 dat de masjiach binnen zes maanden zou komen als de Joden boete zouden doen voor hun zonden. Er werd gevast, maar de masjiach kwam niet… Er volgden vele andere voorspellingen en uiteindelijk meldde zich de valse masjiach, Sjabtai Tswi, in 1648.

Ondertussen probeerden Joden zich thuis te voelen in Engeland (waar zij verbannen waren en eigenlijk niet mochten wonen), Italië, de Republiek der Nederlanden, Turkije en andere landen, met wisselend succes. De Republiek der Nederlanden was in oorlog met de Spaanse koning, die het weerspannige, overwegend protestantse gewest onder de duim wilde krijgen. Mogelijk doordat Nederland en de Sefardische Joden een gemeenschappelijke vijand hadden, werden de laatsten – zeker in vergelijking met de situatie in andere landen – redelijk goed ontvangen.

Het verstrijken van de tijd zou niet zorgen voor meer stabiliteit voor Joden. Of het nu om Frankrijk tijdens en na de Verlichting gaat, of om Duitsland, Polen en zelfs de Verenigde Staten, overal steekt het antisemitisme zijn lelijke kop op. Als het economisch of politiek even tegenzit, zijn het steevast de Joden die het moeten ontgelden. In die zin is het een deprimerend boek, ondanks de vele voorbeelden van perioden waarin het wel goed ging.

Zo tegen het einde van de achttiende eeuw en gedurende de negentiende eeuw ontstaat een nieuwe variant van de aloude Jodenhaat: het ‘wetenschappelijke’, op verondersteld ‘ras’ gebaseerde biologische antisemitisme. Het ontstaat in Frankrijk, maar vindt al snel zijn weg naar Duitsland en Oostenrijk. De seculiere, geassimileerde Theodor Herzl ziet – terecht – de bui al hangen en wijdt een groot deel van zijn leven aan het proberen te overtuigen van zowel Joden als Europese en Turkse heersers dat een eigen land voor de Joden de enige juiste oplossing is voor alle partijen.

Helaas is de Nederlandse vertaling van dit prachtige werk zeer slordig. Zo worden de noachitische wetten verbasterd tot ‘noaïsche wetten’; Hebreeuwse termen worden verhaspeld; de lelijke en niet-bestaande term ‘joodsheid’ wordt gebruikt als vertaling van ‘Jewishness’ in plaats van (afhankelijk van de context) ‘Joods-zijn’ of ‘Joodse identiteit’; in het verhaal over Spinoza wordt gerept van ‘verbanning’ in plaats van ‘ban’; ook de vrijwel altijd gemaakte fout om ‘rabbi’ te schrijven in plaats van ‘rabbijn’ kom je veelvuldig tegen. Een nogal komische fout is het gebruik van ‘hervormd’ in plaats van ‘Reform’.

Dit laatste brengt deze lezer op een minpuntje in het overigens prachtige werk: Schama slaat de opkomst van het Reform-Jodendom in de negentiende eeuw in Duitsland over. Een onterechte omissie, vooral als je bedenkt dat inmiddels de meerderheid van de Joden wereldwijd aangesloten is bij een aan de Reform-beweging gelieerde synagoge.

Dat neemt niet weg dat dit boek een ‘must’ is voor wie geïnteresseerd is in Joodse geschiedenis. Doordat de overweldigende hoeveelheid informatie steeds verbonden wordt met persoonlijke verhalen, leest het boek als een roman. Helaas niet één om vrolijk van te worden.

Simon Schama: De geschiedenis van de Joden. Deel 2: Erbij horen – 1492 tot 1900, 880 blz. ISBN 978 90 450 2544 5. Uitgeverij Atlas Contact. Ook verkrijgbaar als e-book.

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » ‘Geschiedenis van de Joden’ leest als roman