Joodse schrijvers in de Sovjetunie

Michel Krielaars
Uitgeverij Atlas

Na zijn bekroonde boek over Tsjechov (‘Het brilletje van Tsjechov’) waarvoor hij in 2015 de Bob den Uyl Prijs ontving, schreef Michel Krielaars een indrukwekkend boek over het lot van schrijvers – Joodse schrijvers in het bijzonder – onder de tsaar, de communistische dictatuur en het post-communistische regime van Poetin. Krielaars was jarenlang correspondent in Moskou voor NRC Handelsblad; tegenwoordig is hij chef Boeken van die krant.

Ook als je al veel denkt te weten over de geschiedenis van de Russische Revolutie en wat daar op volgde, is het de moeite waard ‘Alles voor het moederland’ te lezen. De ondertitel ‘De Stalinterreur ten tijde van Isaak Babel en Vasili Grossman’ is eigenlijk te bescheiden. Het schrikbewind van Stalin maakt weliswaar de hoofdmoot uit van het boek, maar door de inbedding van het verhaal in de doorlopende geschiedenis vanaf de tsaren tot op heden krijgt de lezer veel meer inzicht in het leven van de twee hoofdpersonen, de al genoemde Joodse schrijvers Isaak Babel en Vasili Grossman.

De armoede en de vaak door de tsaren aangemoedigde pogroms maakten het leven voor de vijf miljoen Joden die destijds in Rusland leefden moeilijk en gevaarlijk. Joden mochten vóór de revolutie van 1917 niet buiten het Vestigingsgebied wonen, door Krielaars heel raar en incorrect vertaald met ‘Paal van Vestiging’. Dit gebied bestond uit het westelijk deel van het toenmalige tsarenrijk: Litouwen, Wit-Rusland, Oost-Polen, Moldavië en het westen van de Oekraïne. Maar ook binnen dat gebied was het hen verboden op het platteland te wonen, dus leefden zij in steden en sjtetls. Ook de meeste beroepen waren voor Joden niet toegestaan. Na de moord op tsaar Alexander II in 1881 werd de situatie alleen maar erger: het was Joden ook niet toegestaan hoger onderwijs te volgen.

Het was dan ook geen wonder dat veel Joden zich aangetrokken voelden tot de communistische leer met zijn universele idealen: in een socialistische maatschappij, zo dachten zij, zal iedereen gelijke rechten hebben en zal het er niet meer toe doen dat je Joods bent. Achteraf gezien misschien naïef, maar onder de omstandigheden zeer begrijpelijk. Ook de jonge schrijvers Isaak Babel en Vasili Grossman begroetten de revolutie van 1917 met blijdschap. Zij werkten aanvankelijk van harte mee aan het uitdragen van het communisme in hun literaire werk, al zijn beiden – in tegenstelling tot veel andere beroemde Sovjetschrijvers – nooit lid geworden van de Communistische Partij.

‘Alles voor het moederland’ vertelt het tragische verhaal van deze twee idealistisch ingestelde mannen die – Babel wat eerder dan Grossman – langzaam maar zeker ontdekken dat de Sovjet-Unie niet het paradijs is waarop zij hadden gehoopt. Babel moet zijn kritische kanttekeningen uiteindelijk – tijdens de terreur van Stalin – met de dood bekopen. Grossman ontspringt de dans, mede omdat hij ‘mee beweegt’ met de grillen van het regime en zelfs aanklachten tegen mede-schrijvers ondertekent om zijn huid te redden.

Babel had van jongs af aan een grote liefde voor de Joodse cultuur en het Jiddisch. Dit is in veel van zijn verhalen terug te vinden, onder andere in het beroemde ‘De geschiedenis van mijn duiventil’ waarin hij onder andere de gruwelen van een pogrom beschrijft. Grossman was geassimileerd en nam grote afstand van zijn Joodse achtergrond; pas toen hij oud en ziek was, kreeg de liefde voor de Joodse cultuur vat op hem.

Krielaars heeft een bijzonder indringend en verhelderend boek geschreven. Hij heeft met honderden getuigen gesproken, het hele land doorgereisd en vertelt onderhoudend, met veel menselijke details, over zijn wederwaardigheden. Zeer de moeite waard.

Categorie:

Home » Cultuur » Boeken » Joodse schrijvers in de Sovjetunie