Burgemeesters schrijven brief tegen Jodenhaat

Burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen (YouTube)

In een open brief hebben alle burgemeesters van Nederland zich gekeerd tegen antisemitisme en nemen zij het op voor hun Joodse medeburgers. De uitgebreide brief is een antwoord op de toegenomen Jodenhaat in Nederland sinds de aanslag van 7 oktober 2023. ‘Wij staan pal voor de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om te demonstreren, maar wij accepteren geen antisemitisme’, schrijven de burgemeesters.

Respect naar elkaar

In de brief, die ingaat op de gebeurtenissen van na 7 oktober en de vele vormen van Jodenhaat overal in Nederland, liegen de burgemeesters er niet om: zij willen pal achter hun Joodse burgers staan. Iedereen wordt opgeroepen om elkaar te respecteren en niet ‘de grenzen van het toelaatbare op te zoeken’. Op die manier hopen de burgervaders en -moeders het antisemitisme in hun gemeenten in te dammen. Uit de brief:

‘Na 7 oktober is het aantal antisemitische incidenten nog meer toegenomen. De statistieken zeggen het, maar wij wisten het al uit de contacten die wij met onze Joodse inwoners onderhouden. Online, op straat, in de klas, op de sportvereniging en bij onze universiteiten en hogescholen: overal ervaren Joodse stad- en dorpsgenoten anti-Joodse intimidatie en agressie. Het recent opgelaaide antisemitisme houdt verband met de geweldsexplosie in het MiddenOosten. Wij hebben met afschuw de terreuraanslag door Hamas op 7 oktober gadegeslagen’.

Joodse mensen

Opvallend is wel dat de burgemeesters de term ‘Joodse mensen’ gebruiken, een term die bij veel Joodse Nederlanders juist gevoelig ligt vanwege het verleden uit de Tweede Wereldoorlog. Desondanks is de intentie van de open brief goed: het voorkomen en terugdringen van Jodenhaat. ‘Kritiek op de Israëlische regering is geen antisemitisme. Maar Joodse mensen verantwoordelijk houden voor het handelen van die regering, alleen omdat zij Joods zijn, is dat wel. Joodse mensen intimideren, uitschelden of zelfs fysiek aanvallen is antisemitisch en strafbaar’.

Lees de hele brief hier:

‘In het Nationaal Holocaust Museum is een bord te zien dat tijdens de Tweede Wereldoorlog op veel plekken in ons land hing. ‘Joden niet gewenst’ staat erop. Deze borden moesten vaak op last van de bezetter bij winkels en cafés worden opgehangen. Er waren ook Nederlanders die zo’n bord uit eigener beweging ophingen. Enkele weken na 7 oktober 2023 kreeg een Joods kind van één van zijn niet-Joodse klasgenootjes een tekening mee naar huis. Daarop stond Adolf Hitler getekend, met een pistool erbij. 

Antisemitisme is geen incident maar een eeuwenoude vorm van racisme die, als we niets doen, van generatie op generatie wordt doorgegeven. De Holocaust is de extreme consequentie van het uitsluiten van mensen op basis van hun afkomst. De Holocaust leert ons dat we ons altijd moeten verzetten tegen elke vorm van discriminatie en racisme. Antisemitisme is na de Tweede Wereldoorlog nooit weggeweest, maar stak al in de jaren voor 7 oktober 2023 vaker de kop op. Dat gebeurde op verschillende manieren en kwam uit veel verschillende hoeken van de samenleving. Rondom de coronacrisis hebben we bijvoorbeeld gezien dat complotdenkers maar al te vaak antiJoodse stereotypen gebruiken en zelfs zijn veroordeeld voor het bagatelliseren van de Holocaust.

Na 7 oktober is het aantal antisemitische incidenten nog meer toegenomen. De statistieken zeggen het, maar wij wisten het al uit de contacten die wij met onze Joodse inwoners onderhouden. Online, op straat, in de klas, op de sportvereniging en bij onze universiteiten en hogescholen: overal ervaren Joodse stad- en dorpsgenoten anti-Joodse intimidatie en agressie. Het recent opgelaaide antisemitisme houdt verband met de geweldsexplosie in het MiddenOosten. Wij hebben met afschuw de terreuraanslag door Hamas op 7 oktober gadegeslagen.

Wij gruwen van de gigantische aantallen burgerdoden in Gaza. Kritiek op de Israëlische regering is geen antisemitisme. Maar Joodse mensen verantwoordelijk houden voor het handelen van die regering, alleen omdat zij Joods zijn, is dat wel. Joodse mensen intimideren, uitschelden of zelfs fysiek aanvallen is antisemitisch en strafbaar. Wij staan pal voor de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om te demonstreren, maar wij accepteren geen antisemitisme.

Wij schrijven deze brief niet alleen als gezagsdragers en wetshandhavers. Wij schrijven deze brief ook als de eerste burgers van onze gemeenten. In die rol roepen wij onze medeburgers op om rekening te houden met elkaar. Om niet de grenzen van het toelaatbare op te zoeken. We vragen onze medeburgers om geen leuzen te gebruiken die anderen kwetsen en intimideren. Om geen ongepaste vergelijkingen met de Holocaust of het nazisme te maken die overlevenden intens veel pijn doen. Wij spreken ons uit als we zien of horen dat onze Joodse medeburgers geïntimideerd worden of als er anderszins morele grenzen worden overschreden, ook als die niet strafbaar zijn.

In veel steden zijn er Joodse mensen, vaak met familie in Israël, Palestijnen die in grote angst leven om hun dierbaren en anderen met sterke betrokkenheid bij het conflict die met elkaar in gesprek blijven. Soms ondanks heftige meningsverschillen. Wij zijn ongelooflijk trots op die inwoners. Zij zaaien vrede in onze samenleving. Laten we die kwetsbare vrede niet vertrappen. Laten we ons blijven verzetten tegen elke vorm van discriminatie en racisme. Deze weken zijn in alle Nederlandse steden en dorpen vele vrijwilligers bezig met de voorbereidingen voor het herdenken van onze doden op vier mei en het vieren van onze vrijheid op vijf mei. Wij roepen al onze inwoners op om respect te hebben voor die belangrijke en waardevolle traditie.’

Categorie:

Home » Nieuws » Burgemeesters schrijven brief tegen Jodenhaat