Kaag en hoofdbedekkingen – column Frits Barend

Frits Barend
Twitter

De aanval van Geert Wilders op Sigrid Kaag over het dragen van een hoofddoek in Iran [dinsdag tijdens het NOS Slotdebat, red.] had iets weg van een spannende verlenging van een Europacupwedstrijd. Het deed me vagelijk denken aan het verwijt aan de koning een jaar geleden toen hij in Yad Vashem in Jeruzalem een keppeltje droeg, waarover later meer.

Toen Kaag haar intrede deed in de Nederlandse politiek werd haar in sommige kringen verweten dat ze is getrouwd met een Palestijn. En die Palestijn was ook nog lid geweest van de regering van de toenmalige Palestijnse leider Yasser Arafat. Dus Kaag kon niet deugen, klonk het in bepaalde, Joodse kringen. In feite werd ze veroordeeld om de afkomst van haar partner. Juist Joden moeten weten hoe kwalijk het is om te oordelen op basis van afkomst in plaats van een oordeel over hoe mensen in het leven staan.

Landsbelang
Tijdens het spetterende televisiedebat vlak voor de verkiezingen werd Kaag door Geert Wilders verweten dat ze drie jaar geleden, op 21 februari 2018, tijdens een bezoek aan de president van Iran een sluier had gedragen. Ze was daarmee volgens Wilders gezwicht voor de leider van een schurkenstaat waar progressieve vrouwen en homoseksuelen worden vervolgd om wat ze uitdragen en wie ze zijn. Letterlijk zei Wilders: “U bent het afgelopen jaar naar Iran geweest waar vrouwen die de hoofddoek afwierpen met stokken in elkaar zijn geslagen door de politie en in de gevangenis gestopt. Op dat moment boog u, met een hoofddoek om, voor de Iraanse president, de grote dictator die daar aan de macht is, en hebt u de rechten van de vrouwen te grabbel gegooid, koos u de kant van de ayatollahs. U was een Nederlandse minister die boog voor Iran. U heeft hen verraden, verraden.” Kaag reageerde geschokt. Ze wierp tegen dat ze de beoogde minister verving, het landsbelang maar ook de belangen van Israël diende en als je dan een sluier om moet doen, dan doe je dat met het oog op een groter belang.

Haar woede over het verwijt van verraad leek me oprecht. En toen las ik op de ochtend van de verkiezingen een tweet van Ronnie Naftaniel: ‘Ik geloof niet dat het in het belang van Israel en de regio was dat #Kaag zich ten overstaan van de ayatollahs zo uitdoste. De regio en Israel zijn gebaat bij het verdwijnen van het Iraanse regime. En niet bij het betuigen van respect voor dit inhumane en onderdrukkende bewind’. Hoe oprecht de verdediging van Kaag in het debat ook klonk, ik vrees dat Naftaniel gelijk heeft. De laatste jaren volg ik tweets van Iraanse vrouwen en dan kun je met Naftaniel maar tot een conclusie komen: Kaag en de Nederlandse regering hadden dat bezoek gewoon moeten afzeggen. Dan was Kaag het hele dispuut over dat hoofddoekje en de aanval van Wilders bespaard gebleven, maar wellicht ook de grote verkiezingswinst. 

Oorzaak, gevolg
Zonder de hoofddoekjesrel had Wilders geen drie zetels verloren en had Kaag vier zetels minder gehaald, dus het hoofddoekje heeft haar dankzij Wilders alleen maar winst gebracht, denk ik als lid van mijn eigen niet-wetenschappelijke opinie onderzoeksbureau. De opnieuw opgelaaide discussie over het hoofddoekje van Kaag lijkt op de rel die een van de grootste Israël-haters vorig jaar trachtte te creëren rond de 4-mei toespraak van Arnon Grunberg. Ik heb het over de oud-diplomaat Jan Wijenberg, die na zijn oneervolle ontslag als lid van de Nederlandse ambassade in Saoedi Arabië de geestelijk partner werd van die andere fanatieke Israël-basher Gretta Duisenberg, u weet wel, die van de zes miljoen handtekeningen tegen de bezettingspolitiek van Israël waarbij zes miljoen een geheel toevallig gekozen getal was. Wijenberg hoort tot de groep ‘beschaafde’ ouderen die vindt dat de herdenking op 4 mei veel te veel aandacht schenkt aan Joodse slachtoffers.

Ik dacht dat de voormalig voorzitter van ‘Stop de bezetting’ een verdwaasde zonderling was. Tot ik onlangs een artikel in NRC las van schrijver Robert Vuijsje, waarin hij refereerde aan een gesprek in 2018 met in de dit jaar aftredende voorzitter Gerdi Verbeet van het Nationale Comité 4 en 5 mei. Vuijsje: ‘Ik verbaasde me over de steeds verdere ontjoodsing van de herdenking. Gerdi Verbeet, ook toen al voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, sprak me bestraffend toe. Ze legde me uit dat ik het helemaal verkeerd zag: 4 mei ging niet over de 102.000 vermoorde Joden in ons land, die waren daar slechts een onderdeel van en moesten niet te groot worden gemaakt’.

De aanval op de hoofddoek van Kaag en de uitspraak van Verbeet tegen Vuijsje over 4 mei deden me denken aan de open brief van de strijdmakker van Gretta, genoemde Wijenberg, aan premier Rutte na zijn bezoek en dat van de koning vorig jaar 23 januari 2020 aan Yad Vashem (het grote holocaust-herdenkingsmuseum in Jerusalem). Wijenberg: ‘Zijne Majesteit bezocht Yad Vashem. Het is geen gebedshuis. De Koning, en zeer waarschijnlijk ook u, droeg een keppeltje. De boodschap van de Nederlandse regering aan de wereld was: alleen het lijden van de Joden telt’. Je zou aan de vooravond van Pesach bijna denken: waarin verschilt ‘onze’ herdenking van ‘hun’ herdenking?

Lees ook:
‘Waar Els Swaab loopt, groeit geen gras meer’ – column Frits Barend
‘Ongeveer twee jaar geleden waren advocaat Peter Nicolai en ik in Den Haag aanwezig bij een gesprek dat Hester Bergen mocht hebben, ja mocht hebben, met voorzitter professor mr. Alfred Hammerstein van de Restitutiecommissie. Deze commissie adviseert de overheid over claims op nazi-roofkunst, op kunstwerken die de voormalige (Joodse) eigenaar onder het naziregime na roof, inbeslagname of (gedwongen) verkoop is kwijtgeraakt…’

Logo Maror.

Deze column is mede mogelijk gemaakt door Stichting Maror.

Categorie: |

Home » Nieuws » Kaag en hoofdbedekkingen – column Frits Barend