Koerden, Catalanen en klepzeikers – column Paul Damen

Damen

‘Na de laatste wereldoorlog kwamen er wereldwijd 114 nieuwe staten bij. Soms in naoorlogse golven, zoals Israël. Door dekolonisatie, zoals het ontploffende Oostblok of het autonome Afrika. Sommigen zijn al lang onderweg naar onafhankelijkheid, zoals Koerdistan en Catalonië. En sommigen, zoals Spuit Elf, willen ogenschijnlijk niet écht bestaan. Althans: er geen moeite voor doen. Althans: enkel als de wereld hetzelfde wil als zij. Althans: zonder belofte democratisch te deugen. Althans: met behoud van volledige Westerse financiering en sponsors. Althans: in afwachting van de volgende agressieoorlog tegen Israël. Dat allemaal, dát is het aanstaande Palestina. Of eigenlijk moet ik schrijven “palestina” – want die palestijnse staat bestaat niet.

Koerdistan dateert uit de oudheid en werd begin vorige eeuw door de Turkse dictator Atatürk onafhankelijkheid beloofd in ruil voor hulp tegen zijn islamitische machthebbers. Aan de macht brak Atatürk die belofte, werden Koerden vervolgd en héél even onafhankelijk na de Tweede Wereldoorlog. Maar met name de Turkse Koerden (eigen taal, vlag, volkslied, cultuur, land) mogen zich niet eens Koerd noemen. Op 25 september 2017 koos 92 procent voor onafhankelijkheid.

De Catalanen: eeuwenlang uitgeruild tussen Iberische machthebbers, in 1934 even onafhankelijk, tot de Spaanse dictator Franco dat onderdrukte. Catalanen (eigen taal, vlag, volkslied, cultuur, land) mochten niet eens Catalaans spreken. Op 9 november 2014 koos meer dan 80 procent per referendum voor onafhankelijkheid. Het Catalaans parlement stemde op 27 oktober dit jaar met 70 van de 135 leden (dus zelfs mét de weggelopen oppositie een meerderheid) voor onafhankelijkheid.

Dan “palestina”. Bestond niet, bestaat nog steeds niet. Naam overgenomen van de Romeinen die daarmee Judea wilden uitwissen. In feite dus al twee millennia de eigen NSB van de Méditerranée. Vanaf de jaren zestig werden Arabieren door Israëls buren ingezet als verzonnen “palestijnse” vijfde colonne tegen Israël. Voor negentig procent afstammend van 19de eeuwse seizoenarbeiders uit buurlanden, die afkwamen op het zionistisch succes en bléven. Steeds opnieuw, hoewel in niets verwant aan de Griekssprekende Filistijnen uit de oudheid, de Joodse voorgeschiedenis claimen. ‘Jeruzalem was altijd al islamitisch’, dat werk. Want eigen geschiedenis: helaas, geitenkaas.

Voordat ik nu word overspoeld met liegende landkaartjes, Jaffa-sinaasappelwikkels, Palestina-postzegels en alle meuk die met name kleine Mocrootjes meenemen als bewijs dat die staat bestond: nee, “palestina” bestond niet. In het mandaatgebied dat in de jaren dertig Palestina heette in wat nu Israël en Jordanië is, woonden Joden bij de zee en in grote steden (Tel Aviv, Haifa, in Jeruzalem eeuwenlang in meerderheid) en arabieren in de rest. De nationale vlag was de Engelse. Dagblad Palestine Post werd door Joden volgeschreven (nu Jerusalem Post). Het “Palestijns Parlement” van 23 leden telde slechts acht arabieren. Het “Palestijnse Pond'”was een Joods-Engelse munteenheid, tot ver na Israëls onafhankelijkheid. ‘Palestijnse’ valuta hebben nimmer bestaan. Op door de Engelsen uitgegeven “palestijnse” paspoorten, bankbiljetten, munten en postzegels stond in het Arabisch enkel “filasţīn”, maar in het Hebreeuws “eretz Israeel” – het land Israël.

Het verzonnen “palestina” is nu, na zeven verloren arabische aanvalsoorlogen, een lappendeken van steden en dorpen op voormalig Jordaans (Westbank) of Egyptisch (Gaza) grondgebied. Een namaakland van twee onderdrukkende dictaturen. Een nepland dat niettemin burgers na contact met de Joodse buren in de bak gooit (Westbank) of achter een brommer aansleept (Gaza). Wie daarvandaan tegen Maccabi Tel Aviv voetbalt, wordt bij thuiskomst nog nét niet op de middenstip ingegraven en gestenigd. Of zoals de “palestijnse” sportdirecteur Jibril Rajoub, alsmede adjunct-secretaris van het Centraal Comité van regeringspartij Fatah, het omschreef in het partijblad Al-Hayat Al-Jadida: “Elke activiteit van normalisering in de sporten met de Zionistische vijand is een misdaad tegen de menselijkheid.”

Een la-la-la-land dat nu al zei dat het, eenmaal onafhankelijk, geen Joden toelaat. Zoiets heet Apartheid. Een land dat nu al haar christelijke inwoners wegjaagt. In 1990 bestond Bethlehem nog uit negentig procent christenen, nu nog vijftien procent. De rest zocht een goed heenkomen uit de “palestijnse” heilstaat. Vaak naar, jawel, Israël.

Uit alle polls tot nog toe bleek dat driekwart van de “palestijnse” Arabieren absoluut niet in een onafhankelijk “palestina” wil wonen, maar liever in Israël. Dan is niemand meer analfabeet, gaan hun kinderen niet meer dood door dagelijkse ziekten als difterie, dan wordt het vuil netjes opgehaald in plaats van in een belendend archeologisch waardevol ravijn gedonderd, dan houden verkeerswegen niet zomaar op wegens verder weggevallen VN-geld, en gaat het belastinggeld niet naar Gazaanse terreurtunnels en wapens of wijdverbreide corruptie op de Westbank. Dan zijn burgers verzekerd van basisbehoeften als elektriciteit, gas, water en een woning.

De vraag moet niet zijn waarom “palestijnen” geen eigen staat mogen hebben. Dat mógen ze. En hébben ze ook al voor driekwart. En ze zouden de rest erbij krijgen als ze zouden kappen met klepzeiken, als ze onderhandelden in plaats van oudehoeren. De pally’s kregen keer op keer op een presenteerblaadje een staat aangeboden – zoals nog in 2008 toen Israëls premier Olmert aan PA-president Abbas álles op de Westbank bood plús de helft van Jeruzalem. Abbas “moest daar over nadenken”. Krap vier maanden daarna bleken zijn gedachten slechts goed voor rakettenregens uit Gaza en een bloedige grondoorlog.

Daarom zou de vraag zou moeten zijn: waarom zouden wij, het Westen, een staat accepteren die zich nú al, in beide filialen, niet eens wíl houden aan essentiële mensenrechten zoals gelijkwaardigheid van vrouwen, van homo’s, van álle burgers? Zoals vrijheid van meningsuiting, onderwijs en wetenschap? Zoals democratisch gekozen regeringen? Waarom zou je van de huidige puinzooi een “palestijnse” staat maken? Wat schiet je op met de zoveelste dictatuur daar, behalve een stem erbij tegen Israël in het islamitisch VN-blok, en extra vakantie-adresjes voor Anja Meulenbelt cum suis?

Eigenlijk zou je, net zoals je bij een discotheek mensen vraagt of ze wapens bij zich hebben en of ze zich binnen zullen gedragen, anders komen ze er niet in; eigenlijk zou je diezelfde vraag moeten stellen aan aanstaande staten. “Democratie, anders doen we het niet.” Maar ja, dan komt dat “palestina” er nooit. Misschien is dat ook wel wel het beste. De vraag is dan ook niet waarom “palestina” niet onafhankelijk zou mogen wezen. De vraag is waarom “palestina” dat wél mag, en Koerdistan en Catalonië niet. Bijî Kurdistan azad! Visca Catalunya!’

Categorie:

Home » Columns en opinie » Koerden, Catalanen en klepzeikers – column Paul Damen