Koning Michaël I en de Roemeense Joden

De op 5 december overleden Roemeense ex-koning Michaël I (96) onderhield een speciale band met de Joden van zijn land. Gedurende de Tweede Wereldoorlog wist hij zijn moeder, prinses Helena, te helpen met het redden van circa honderdduizend Roemeense Joden. Ook pleegde hij een coup op de fascistische dictator Ion Antonescu, waardoor Roemenië in de oorlog de kant van de geallieerden koos. Zodoende konden ook vele Joden voor de dood worden behoed. Na ruim 43 jaar verbannen te zijn geweest, keerde hij begin jaren negentig naar Roemenië terug. Nadien bouwde hij onder meer aan een band met de Joodse gemeenschap. Michaël I werd op 16 december begraven in de grafkerk van de Roemeense Koninklijke familie, in het bijzijn van onder andere rabbijnen.

Kindkoning
Michaël I werd geboren in 1921 in de tijd dat Roemenië nog een koninkrijk was. Het land werd geregeerd door zijn grootvader, Ferdinand II, en was na de Eerste Wereldoorlog uitgebreid met Transsylvanië. In 1919 moest Hongarije dit gebied aan de Roemenen prijsgeven vanwege haar aandeel in de oorlog. De industrie groeide, maar binnen de Koninklijke familie rommelde het. Kroonprins Carol, de vader van de jonge Michaël, stond bekend om zijn losbandige gedrag en had het land daarom verlaten. Toen Ferdinand II in 1927 overleed werd de vijfjarige Michaël het nieuwe staatshoofd. Onder de leiding van vier regenten hield hij het tot 1930 uit. In dat jaar keerde Carol terug en nam hij het koningschap op zich.

De regeerperiode van Carol II was geen succes. Hij sloot zich aan bij nazi-Duitsland en voerde vele antisemitische wetten in. In 1938 trok de koning alle macht naar zich toe en vestigde hij een dictatuur. Daar kwam twee jaar later een einde aan toen zijn premier en generaal Antonescu hem aan de kant zette en verving voor zijn zoon Michaël, inmiddels negentien jaar oud. Antonescu sloot zich in de Tweede Wereldoorlog niettemin aan bij Adolf Hitler en werkte mee aan de Jodenvervolging. Hoewel Roemenië niet bezet was door nazi-Duitsland moesten Joden ook in dit land een ster dragen en mochten ze niet meer vrijelijk deelnemen aan het openbare leven. Joodse Roemenen die zich verzetten, werden vastgezet of vermoord. In 1941 vonden vele pogroms plaats.

Honderdduizend Joden gered
Achter de schermen roerde de koninklijke familie zich tegen de Jodenvervolging. In 1942 vond er een gesprek plaats tussen de jonge koning en zijn moeder, die hem ervan overtuigde de Jodenvervolging en de deportatie van de Roemeense Joden een halt toe te roepen. Ze waarschuwde Michaël ervoor dat hij bekend zou komen te staan als ‘Michaël de Verschrikkelijke’ als de situatie rond de Joden niet zou veranderen. De koning belde daarom met generaal Antonescu en wist het plan om alle Joden naar vernietigingskamp Belzec te deporteren te stoppen. Door deze zet werden zeker honderdduizend Joodse levens gered. Ook andere Roemenen redden Joden, zoals de diplomaat Constantin Karadja. In 1944 pleegde Michaël met succes een coup tegen Antonescu, waardoor hij Roemenië in het geallieerde kamp wist te krijgen. De generaal had niet verwacht dat de 22-jarige koning dit zou doen. Evenals de bevolking, die de Duitse invloed zat was en hun jonge vorst massaal omarmde.

Yad Vashem
Ondanks de overloop naar de geallieerden en het winnen van de oorlog, ging het Roemenië na 1945 niet voor de wind. Het land werd niet bevrijd, maar bezet door het rode leger van de Sovjet-Unie en kwam vervolgens in de communistische invloedssfeer te liggen. De koning, die Roemenië het liefst bij het westen zag en die voor de invoering van een constitutionele monarchie naar Brits model was, werd in 1947 door de communisten verbannen. Zij waren inmiddels met hulp van de Sovjets aan de macht gekomen en vestigden een communistische dictatuur. Koning Michaël vluchtte naar Groot-Brittannië en Zwitserland, waar hij trouwde en vier dochters kreeg. Later zou zijn moeder in Jeruzalem onderscheiden worden met de Yad Vashem-penning als Rechtvaardige onder de Volkeren voor haar hulp aan Joden.

Terugkeer van Michaël
Na de val van de Berlijnse Muur en de Roemeense communistische dictator Nicolae Ceausescu keerde koning Michaël op zeventigjarige leeftijd terug naar zijn land. In 1992 werd hij door miljoenen Roemenen onthaald. Ze eisten de terugkeer van de monarchie, maar daar wilden de toenmalige, democratisch gekozen machthebbers, niets van weten. Voor hen zat de schrik er goed in dat een oud-monarch zoveel burgers op de been kon brengen en een politieke machtsfactor kon zijn. Pas in 1997 keerde Michaël weer terug. Onder de toenmalige regering werd er een proces in gang gezet waarbij de Roemeense Koninklijke familie haar gestolen bezittingen weer terug kon krijgen. Michaël ambieerde de troon alleen als een meerderheid van de Roemenen dat ook zou willen. Hij vestigde zich deels in Roemenië en Zwitserland, en ging door Europa toeren om het kandidaat-lidmaatschap van het land voor de EU en NAVO te promoten, met succes.

Band met Joden
In de jaren negentig en 2000 probeerden Michaël I, zijn vrouw koningin Anne en zijn dochter kroonprinses Margaretha de band met de Joodse gemeenschap van Roemenië aan te halen. Wederom met succes. De Roemeense Koninklijke familie, die sinds 1997 door het parlement en de president wordt getolereerd, is bij tijd en wijle te vinden bij sjoeldiensten en op andere Joodse bijeenkomsten, en herdenkingen. De opperrabbijn van het land bracht in 2016 zijn condoleances over toen koningin Anne op 92-jarige leeftijd overleed. Hetzelfde gebeurde op 5 december, toen Michaël I op 96-jarige leeftijd het leven liet na een lange strijd tegen kanker. Bij de uitvaartplechtigheid in Boekarest waren de opperrabbijn en andere rabbijnen aanwezig. Naar verwachting zal kroonprinses Margaretha de lijn van haar vader doorzetten en de band met de Joodse gemeenschap goed houden.

Categorie: |

Home » Achtergrond » Koning Michaël I en de Roemeense Joden