Maak CABR geheel openbaar – column Judith Zilversmit

Judith Zilversmit pleit voor volledige toegankelijkheid van het oorlogsarchief CABR. Haar zoektocht, die begon na een bericht van een nazaat van de verrader van haar vader, benadrukt voor haar het belang van het archief. ‘Slachtoffers en nabestaanden wachten al een leven lang op antwoorden. Het CABR-archief is meer dan een verzameling namen. Het biedt een indringende blik op onze geschiedenis’.
Iets meer dan een jaar geleden kreeg ik een onverwacht bericht op Instagram. Het was van de kleindochter van de vrouw die mijn vader had verraden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn vader, geboren in 1929, was destijds ondergedoken. Door een sprong van het dak wist hij ternauwernood te ontsnappen aan de Gestapo, samen met zijn ouders. Na dit verraad werden mijn vader en zijn gezin van elkaar gescheiden en verbleven ze elk op tientallen verschillende adressen. Het bericht van de kleindochter bracht me in verwarring.
Mijn vader schreef zijn oorlogsverhaal ooit op mijn verzoek op. Hij beschreef hoe sluipend de anti-Joodse maatregelen werden ingevoerd, de deportaties op gang kwamen, zijn vlucht en de talloze onderduikadressen waar hij terechtkwam. Het document is zorgvuldig, pijnlijk en eerlijk. Maar nu ik ineens werd benaderd door de kleindochter van een vrouw die mijn vader had verraden, kwamen er nieuwe vragen, verwarring en in eerste instantie weerstand.
Proces
Ik liet het bericht maanden liggen. Wie is zij? Waarom wil ze contact? Hoe moet ik omgaan met deze informatie waar ik misschien niet op zat te wachten? Wat zou het betekenen voor haar – om geconfronteerd te worden met de keuzes van een familielid? Vragen waar ik nog steeds mee bezig ben. Het maakt dat ik mijn vaders verhaal opnieuw lees, en dat ik besef hoe weinig ik sommige stukken van het verleden werkelijk heb toegelaten.
Dit proces, hoe ongemakkelijk ook, helpt me beter te begrijpen hoe ingewikkeld het is om om te gaan met een beladen geschiedenis en het intergenerationele trauma dat daarvan het gevolg kan zijn. Zelfs als we geen directe herinneringen hebben aan het verleden, leeft het leed en het verraad ervan door in de generaties die volgen.
Archief
Deze kwestie bracht me terug naar het verleden, maar ook naar het bredere vraagstuk van hoe we omgaan met onze geschiedenis. Een belangrijke aanleiding hiervoor is de (gedeeltelijke) openbaarmaking van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Dit archief bevat dossiers van ruim 425.000 Nederlanders die tijdens of na de oorlog verdacht werden van collaboratie of andere oorlogsmisdaden. Ruim een kwart van hen kreeg straf. De archieven bieden veel informatie over het verleden, maar zijn op dit moment alleen op aanvraag en op locatie toegankelijk.
Half openbaar
Het gedeelte van de digitalisering van het CABR-archief, dat gepland stond voor januari 2025, is uitgesteld. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vreest schending van privacy-rechten, omdat sommige dossiers nog gegevens van levende personen bevatten. Hierdoor kunnen nabestaanden van slachtoffers én daders slechts op locatie gedeeltelijk toegang krijgen tot deze informatie. Je moet hiervoor naar het Nationaal Archief, waar je de papieren dossiers kunt inzien, maar niet mag kopiëren. In de studiezaal is ruimte voor 140 mensen, waarvan slechts de helft beschikbaar is voor gebruikers van het CABR-archief. De komende maanden zit die zaal bovendien (omdat er zo veel belangstelling is) volgeboekt.
Hoewel je online namen kunt invoeren om te zien of er een dossier beschikbaar is, blijft de fysieke inzage een barrière. Er wordt gesproken over terminals waarop je de dossiers digitaal kunt raadplegen. Wanneer dit daadwerkelijk mogelijk wordt, is echter nog onduidelijk.
Openheid bieden
Ik vraag me af: om wiens privacy gaat het hier? Acht decennia later is het van belang om openheid te bieden. Voor slachtoffers en hun nabestaanden, maar ook voor de nazaten van foute Nederlanders, kan kennis helend zijn. Door het archief toegankelijk te maken, wordt het stilzwijgen binnen families doorbroken – datzelfde stilzwijgen dat vaak leidt tot schaamte en doorgegeven trauma.
Puzzelstuk
Sommige (vermeende) collaborateurs leven nog, en niemand wil dat zij zonder context publiekelijk aan de schandpaal worden genageld. Maar voor de slachtoffers is de noodzaak misschien nog wel het grootst om zonder drempels toegang te krijgen tot het archief. De meesten van hen zijn oud en hebben een leven lang gewacht op antwoorden. Ze verdienen het om te weten wat er werkelijk is gebeurd: wie hen heeft verraden, waarom, en welke keuzes ertoe hebben geleid. Voor hen is het archief geen abstracte geschiedenis, maar een ontbrekend puzzelstuk dat hun eigen verhaal eindelijk completer kan maken. Het CABR-archief is meer dan een verzameling namen. Het biedt een indringende blik op onze geschiedenis.
Mijn eigen ervaring met de kleindochter van de verraadster van mijn vader is daar een voorbeeld van. Het dwingt ons allebei om stil te staan bij het verleden en te proberen te begrijpen wat er is gebeurd. Zonder toegang tot documenten en feiten uit die tijd had dit proces nooit kunnen opstarten. Er is nog geen ontmoeting geweest tussen ons, maar het feit dat er van beide kanten ruimte ontstaat om onze geschiedenissen te onderzoeken, maakt dat het hopelijk uiteindelijk inzichten biedt.
Kille houding
Mijn zoektocht stuit ook op de intens kille houding van Nederland na de oorlog. Mijn opa moest bijvoorbeeld twee jaar lang bewijzen dat hij ‘goed’ was geweest in de oorlog, voordat hij weer toegang kreeg tot zijn bezittingen. Dergelijke ervaringen hebben een immense impact op de rest van iemands leven en dreunen nog altijd na.
Samen verder
Holocaust- en oorlogsverhalen kunnen niet vaak genoeg verteld worden, zeker niet in een tijd waarin polarisatie lijkt te winnen. Door het CABR-archief online open te stellen, maken we het mogelijk dat ook nabestaanden in de rest van de wereld kunnen uitzoeken wat er is gebeurd. Door feiten niet langer onder het tapijt te vegen, maken we ruimte voor een zo volledig mogelijke geschiedenis, voor erkenning, begrip en verzoening. Alleen zo kunnen we als samenleving werkelijk verder.
Deze column werd eerder geplaatst in Het Parool.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren