Markuszower: ‘Alert blijven voor gevaren van buiten’

Markuszower nam op 1 januari het voorzitterschap van het Centraal Joods Overlegorgaan (CJO) over van Willem Koster. Hij wil een directie voorzitter zijn met no nonsense. Het CJO moet alert blijven voor bedreigingen van buitenaf. Verder heeft zijn orthodox Joodse achtergrond volgens hem absoluut geen invloed op de koers van zijn bestuur en organisatie.

U bent nu een maand voorzitter van het CJO. Hoe bevalt het tot nu toe?

“Ik was reeds vice voorzitter van het CJO en dus bekend bij de lopende dossiers. We hebben een goede eerste vergadering gehad waarin ik mijn voorganger uitgebreid heb kunnen danken. De vakantieperiode van eind december en begin januari zit erop. We kunnen nu dus echt van start: ik heb er zin an!”

Wat zijn uw speerpunten als voorzitter?

“De stijl: Straight and no bullshit. De inhoud: Het CJO moet zich verdiepen en verbreden. Anders gezegd: het CJO moet ruimte krijgen om de externe belangen van de gemeenschap te behartigen en daarbij zorg dragen voor breed draagvlak onder de achterban. Dat kan onder andere door meer partijen bij het CJO te betrekken. Ook moeten wij open staan voor meningen van de natuurlijke achterban en bereid zijn door hen ter verantwoording geroepen te worden.”

Waar liggen in de komende jaren de uitdagingen voor het CJO?

“Een brede Joodse achterban moet het CJO de ruimte geven om de externe belangen van de gemeenschap te behartigen. Die belangen zijn in een wereld waarin ons aller Israël onder vuur ligt en het antisemitisme groeit, enorm. Verder krijgt de maatschappij steeds minder oog voor de belangen van de Joodse gemeenschap. Wij moeten daarvoor opkomen. Ook moeten we kijken naar de specifieke problemen van de kleine Joodse gemeenschap zelf. Die verlangt optimale service van haar infrastcutuur en daarom moet alles zo efficiënt mogelijk worden georganiseerd. Te verwachten valt dat bij afnemende financiële middelen hier veranderingen nodig zullen zijn.”

Na de liberaal Joodse voorzitter Willem Koster is er nu een orthodoxe CJO-voorzitter. Hebben uw geloofsopvattingen impact op het bestuur en de koers van het CJO?

“Neen.”

Sommige Joden zeggen dat uw organisatie, met een orthodoxe voorzitter, vaker zal kiezen voor de orthodoxe invalshoek waar het gaat om godsdienstige zaken. Deelt u deze opvatting?

“Die Joden suggereren dus dat de vorige voorzitter een liberale invalshoek heeft gekozen? Die suggestie over Willem Koster werp ik verre van mij. Het CJO dient de externe belangen. Godsdienstige zaken moeten sinds de oprichting van het CJO door de Kerkgenootschappen zelf worden opgepakt. Onze organisatie kan daarbij faciliteren. Koster was een goede voorzitter. Ik hoop dat ook te zijn. Wie liberaal en orthodox is beslist voor zichzelf en wordt door G’d beoordeeld.”

Kunt u deze twijfel wegnemen?

“Neen. Ik vind het een onzinnige discussie.”

De jongerenorganisaties Haboniem en Bne Akiwa hebben na twee jaar nog steeds geen gezamenlijke vertegenwoordiger voor in het CJO-bestuur kunnen afvaardigen. Hoe wilt u deze impasse oplossen?

“Het is niet mijn impasse, maar die van de jongerenorganisaties. Ik heb ze mijn mening gegeven het is nu aan hen. Op dit moment zijn alle Joodse jongeren tot 18 jaar vertegenwoordigd in het CJO via hun ouders; en zowel Bne Akiva als Haboniem zijn lid van de FNZ die ook al in het CJO zitten. Geen paniek dus.”

Bent u ook van plan om samen te werken met andere bevolkingsgroepen, zoals de Sinti en Roma?

“Het Centraal Joods Overleg is opgericht om de externe belangen van de Joodse Gemeenschap te behartigen. Per onderwerp zullen we moeten afwegen of we dat beter alleen, met andere individuen of met groeperingen kunnen doen.”

Hoe ziet het CJO er over vijf jaar uit?

“Het CJO moet reageren op maatschappelijke ontwikkelingen, maar ik doe niet aan voorspellingen. Die komen toch nooit uit. Wel vind ik dat we rekening met alle scenario’s moeten houden. De Joodse gemeenschap moet blijvend alert zijn op gevaren van buiten. We mogen niet in slaap dutten. Die tijd is wat mij betreft voorbij.”