Mattie Tugendhaft (87) bleef strijdbaar – in memoriam
Onlangs is Mattie Tugendhaft op 87-jarige leeftijd overleden. De Sjoa-overlevende stond bekend als een stralende, positieve man die altijd energiek en strijdbaar bleef. Zijn verhaal was een inspiratiebron voor velen in en buiten Joods Nederland, onder wie orkestleider André Rieu. Tugendhaft was tot op hoge leeftijd actief in de CIZ-sjoel in zijn woonplaats Amstelveen. Zijn overlijden heeft velen geroerd.
Majer Tugendhaft, latere roepnaam Mattie, werd geboren op 20 november 1937 in Maastricht. Zijn vader Isaak kwam uit het Poolse stadje Sokolov en was met zijn ouders naar Duitsland geëmigreerd. Nadat de nationaalsocialisten in Berlijn de macht hadden gegrepen en begonnen waren met de uitvoer van hun anti-Joodse wetten, verhuisde hij naar Maastricht, waar hij een gezin stichtte met Frieda de Liver.
Op afbetaling
Vader Tugendhaft runde in Maastricht een zogenoemde afbetalingshandel, waar mijnwerkers textiel konden kopen op afbetaling. Moeder Frieda kwam uit een orthodox-Joodse familie in de Limburgse hoofdstad. Haar vader was leraar, slachter en werkte voor de Joodse gemeente. In de praktijk was hij ook chazan. Zijn grootouders woonden naast de synagoge, waar Mattie in als kind met grote regelmaat speelde.
Kippen
“Op vrijdag gingen alle Joden naar de markt om kippen te kopen,” vertelde Tugendhaft later aan het project Andereachterhuizen.nl. “Die moesten dan door mijn grootvader kosjer worden geslacht. Af en toe bleven er kippen fladderen, een keer is er eentje omhoog gevlogen en in de dakgoot terechtgekomen. Naast Mattie werd nog een dochter geboren, Trinette. Het gezin was orthodox-Joods.
Onderduiken
De familie werd in mei 1940 opnieuw overvallen toen Nederland werd binnengevallen door nazi-Duitsland. Toen de deportaties begonnen kon vader Isaak Tugendhaft een Sperre krijgen, maar uiteindelijk maakte dat weinig uit. Als een van de laatste Joodse gezinnen doken ze onder. Dat gebeurde met hulp van verzetsman Jo Lokerman. Zusje Trinette was al naar België gebracht, waar ze in een Vlaams klooster onderdook.
Andere naam
“Wij moesten een tijdje weg, vertelde mijn vader, want er waren Duitse soldaten en die zouden ons gaan vermoorden omdat we Jood waren. Ik moest een andere naam, maar mocht zelf kiezen. Een aardig jongetje op de kleuterschool heette Mattie. Ik vond dat een leuke naam.” Tugendhafts achternaam werd Gevers, net als de nieuwe achternaam van zijn moeder.
Banketbakkerij
Mattie’s ouders zaten ondergedoken bij de familie Koolen. Dat was destijds een bekende banketbakker in Maastricht, waar de Duitsers gratis gebak konden krijgen. Later werd daar zoon Bennie geboren. Mattie werd intussen door verzetsvrouw ‘tante’ Nelly Eymael van onderduikadres naar onderduikadressen in Limburg gebracht. Op een boerderij werd hij door de boer in het geniep vreselijk mishandeld. Later brak hij er zelfs zijn been door.
Gehuild
De martelingen van de boer gingen door. Vaak verdronk Mattie bijna en ook werd zijn oor verminkt. Nadat de boerin het ontdekte, heeft ze hem teruggeven aan de verzetsvrouw, die hem even hij haar thuis in Maastricht liet onderduiken. Daar heeft hij zijn ouders kort gezien. “Het was vreselijk voor hen geweest om mij zo te zien, met het ontwrichte oor. Ik schijn onophoudelijk gehuild te hebben. Ik wilde bij mijn ouders blijven, maar dat kon niet.”
Hereniging
Vervolgens is Mattie bij een kinderloos echtpaar – tante Mien en oom Albert – ondergebracht, waar hij liefdevol werd opgevangen totdat Zuid-Limburg in september 1944 werd bevrijd. Het gezin werd met elkaar herenigd. Zusje Trinette sprak alleen nog Frans en herkende haar ouders niet meer. Broertje Bennie was na de oorlog het eerste Joodse kind dat in Maastricht bij de burgerlijke stand werd ingeschreven. In 1947 werd nog een tweeling geboren, Jos en Paula.
Maasstad
De familie verhuisde in 1947 naar Rotterdam, waar Mattie op de lagere en middelbare school zat. Op zijn vijftiende ging hij al werken omdat voor studeren geen geld was. Over de oorlog werd thuis niet gepraat. Zijn ouders konden de vele onderduikadressen waar hij had gezeten niet thuisbrengen. Ook geloofde zijn moeder niet dat hij was mishandeld door de boer. “Zo slecht is een mens niet. Het was een boze droom,” zei ze. Dat zat Mattie ontzettend dwars.
Myrna
In de jaren vijftig leerde Mattie een meisje kennen op de tennisafdeling van de Maccabi-sportvereniging. Haar naam was Myrna Reens en zij was als enig kind in Rotterdam opgegroeid. Ook had ze het bombardement van 14 mei 1940 bewust meegemaakt. Haar moeder was Brits en kwam uit een groot gezin, evenals haar Nederlandse vader, die in de handel zat en geregeld in Engeland werkte.
Bergen-Belsen
Myrna had haar eigen oorlogsverhaal. In 1943 werd ze gedeporteerd. Via Loods 24 in Rotterdam en Westerbork kwam ze met haar ouders in concentratiekamp Bergen-Belsen terecht, waar haar moeder ernstig ziek werd en in maart 1945 overleed. “Ik was zeven jaar en herinner me nog precies dat ik achter de lijkenkar aan liep, waar mijn moeder in een massagraf terecht kwam. Ik huilde en voelde me alleen,” zei Myrna later tegen Israël Aktueel.
Farslebentrein
Myrna en haar vader moesten aan het einde van de oorlog Bergen-Belsen uit. Ze werden in de eerste van drie treinen gestopt. Met zo’n 2.500 mensen en dynamiet aan boord reed de trein richting Oost-Duitsland, waar die op een brug zou worden opgeblazen. De nazi’s wilden zo de sporen van de Sjoa uitwissen. In Farsleben werd de trein door Amerikaanse soldaten ontdekt en bevrijd, waarna Myrna en haar vader naar Nederland konden.
Onafscheidelijk
Zeker 160 Nederlandse familieleden van Myrna waren in de oorlog vermoord, maar zij vond Mattie en hij vond haar. Aan hem kon ze haar oorlogsverhaal vertellen, zo zei ze in 2019 later in de interviewreeks NHM Vertelt, hoewel ze er sowieso niet vaak of graag over sprak. Mattie en Myrna gingen in 1961 op 23-jarige leeftijd bij rabbijn Lou Vorst onder de choppe en waren onafscheidelijk.
Kracht
Mattie en Myrna kregen twee zonen, Michael en Mervyn, waar ze alles voor gaven en altijd voor door het vuur gingen. “Misschien hebben we de kinderen wel veel te veel beschermd,” zei Mattie in 2019 tijdens de bijeenkomst van het NHM. Over de oorlog vertelde Myrna hen nooit zoveel. “Ik wilde het bij ze afhouden.” Ondanks alles bleven Mattie en Myrna optimistisch en hadden ze de kracht om door te gaan.
Taxfree
Mattie werkte in leerlooierijen en in de zilverhandel, maar ging uiteindelijk werken op Schiphol in de taxfreewinkels. Toen een manager in 1979 plots wegviel, werd hem gevraagd het bedrijf over te nemen. Hij bouwde de firma samen met Myrna uit, die eerder in een laboratorium werkte. “Zo waren we er vaak al midden in de nacht. De El Al-vluchten waren altijd heel vroeg, en dan moesten wij een uur voor de vlucht open,” zei ze later tegen het NIW.
Angst in het lijf
Het bedrijf groeide: op een gegeven moment had Tugendhaft tweehonderd mensen in dienst. Daarvoor voelde hij zich zeer verantwoordelijk. Hij was voorzichtig. “Met alles, in je hele zakelijke leven, en dan is dat misschien nog een geluk ook, want ik ben never nooit belazerd, d’r heeft altijd wel een zekere angst in mijn lijf gezeten,” zei hij in 2019 in het NHM. “Door de oorlog zat er exceptioneel veel angst in mijn lijf, waardoor ik problemen had met slapen.”

Florida
Een van de twee zonen ging in Amerika wonen en werken. Mattie en Myrna kochten op latere leeftijd een vakantiehuisje in Florida, waar ze graag waren en ook overwinterden. Beide zonen kregen zeven kinderen, die later zelf vier kinderen kregen. Mattie en zijn vrouw waren beretrots op hun familie, maar maakten zich ook zorgen over de toekomst, onder andere vanwege het opkomende antisemitisme in Europa.
Vertellen
Ondanks dat Mattie en Myrna elkaars oorlogsverhaal kenden, spraken ze jarenlang niet over de oorlog. Pas op latere leeftijd begonnen ze over hun geschiedenis te vertellen omdat ze vonden dat het verhaal doorgegeven moest worden. Ook traden ze in de media op. Zo gaf Myrna een interview aan Libelle. Mattie ging spreken op scholen en bij herdenkingen om zijn verhaal te doen en om te waarschuwen tegen haat en discriminatie.
Puzzel leggen
Omdat zijn ouders niets tot weinig zeiden over de oorlog, ging Mattie Tugendhaft later met zijn Limburgse vriend Jos zelf op onderzoek uit in Zuid-Limburg. Gaandeweg vielen ontbrekende puzzelstukjes op hun plaats. Dat gaf hem duidelijkheid over waar hij als kind ondergedoken gezeten had. Ook meldden twee kleinkinderen van de boer die hem zo had gemarteld zich bij hem, waardoor er closure kon plaatsvinden.
Walskoning
Tijdens zijn zoektocht deed Tugendhaft een andere ontdekking. Na de oorlog bleek verzetsvrouw tante Nelly te zijn getrouwd met een Joodse man. Ze kregen samen een dochter, die trouwde met violist en walskoning André Rieu. Pas in 2010, toen hij in Maastricht door de Amerikaanse oorlogsveteraan Frank Towers, die zowel de Farslebentrein als Zuid-Limburg had bevrijd, aan Rieu werd voorgesteld, ontdekte Tugendhaft deze connectie.
Yad Vashem
Pierre Rieu, de kleinzoon van de inmiddels overleden Nelly, heeft veel interesse in de Tweede Wereldoorlog. Via het verhaal van Tugendhaft ontdekte hij dat zijn oma meerdere Joden heeft gered. Met Mattie wedijverde hij ervoor dat Nelly postuum de Yad Vashem-onderscheiding kreeg, wat in 2023 gebeurde. Verder bouwde het echtpaar Tugendhaft vriendschap op met de familie Rieu. Ze woonden maar wat graag de concerten van André Rieu bij, onder meer in de zomers op het Vrijthof in Maastricht.

Altijd actief
Ondanks zijn oorlogstrauma’s was Mattie Tugendhaft altijd een energiek en strijdbaar mens. Hij zette zich – net als zijn vader in Maastricht en Rotterdam deed – in voor Joods leven en de Joodse gemeenschap. Zo was hij een van de oprichters van de Stichting Vrienden van het Ziekenhuis Amstelland, waar het Joodse ziekenhuis CIZ onder valt. Ook was hij actief in de CIZ-sjoel, waar hij geld voor inzamelde. Op Joodse activiteiten in Amstelveen en daarbuiten was hij eveneens een graag geziene gast.
7 oktober
De laatste jaren vielen Tugendhaft soms zwaar. Met lede ogen moest hij aanzien hoe het antisemitisme in Nederland en Europa weer de kop opstak en de Hamas-aanslag van 7 oktober 2023 ging hem ook niet in de koude kleren zitten. Zijn geliefde Myrna overleed op 18 februari 2024 op 86-jarige leeftijd. Kort voordat ze overleed zei ze tegen hem: “Mattie, dit is mijn wereld niet meer.”
Opening NHM
Weduwnaar Tugendhaft maakte kort daarna de opening van het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam mee. Met zijn zoon Michael, die de lege plek van Myrna innam, zat hij in de Snoge op de eerste rij. “Op een gegeven moment zegt Michael tegen me: ‘Pa, hoor je die herrie buiten?’ Een gefluit en een gedoe, ze schreeuwden zelfs door de toespraak heen van de koning. Iedereen sprak er schande van,” zei Tugendhaft later tegen De Telegraaf.
Halsema
“Dat vreselijke gejoel en die dreigementen! Er werd geroepen: ‘Vuile klerejoden, oprotten!’ en andere antisemitische leuzen. Echt, ik voel me terug in ’40-’45,” aldus Tugendhaft, die na afloop van de desastreus verlopening van Joodse bestuurders hoorde dat angst heerst in de gemeenschap en Joden overal worden bedreigd. Tugendhaft: “Hoe is dit toch allemaal mogelijk in Nederland in 2024? Zo’n Femke Halsema die dit alles maar laat gebeuren. We moeten iets doen, met mensen van goede wil, want de overheid grijpt niet in. Maar wat?”
Respect is weg
Tugendhaft bekende in de krant het niet zo meer te zien zitten. Hij sprak er ook met vrienden over. “Ik zei: ‘Jongens, wij hebben de beste tijd van Nederland meegemaakt’. Er werd geen synagoge en geen Jood aangevallen, we werden met respect behandeld. Zelfs oud-directieleden van Schiphol, waar wij onze zaken hadden, condoleerden mij nog met het verlies van Myrna. Dat respect is er niet meer.”
Er hard ingaan
De bejaarde Tugendhaft nam geen blad voor de mond over hoe hij over het huidige Nederland dacht. “Ik ben 86, mij kunnen de reacties niet meer schelen dus ik ga er hard in en zeg het gewoon: we hebben grote groepen antisemieten binnengehaald, zo zijn die mensen [islamitische migranten, red.] opgevoed: de Joden zijn voor hen varkens en monsters. Ik raad jonge Joden aan om Europa te verlaten en naar Israël te emigreren.”
Strijdbaar geboren
De tegenslagen zoals de dood van zijn vrouw en de opening van het NHM deden Tugendhaft niet uit het veld slaan. Hij bleef altijd vriendelijk, hartelijk en positieve energie uitstralen. “Ik ben strijdbaar geboren. Als ik in mijn leven niet strijdbaar was geweest, had ik nooit bereikt wat ik heb bereikt. En als wij het niet doen, doet niemand het. Zoveel is inmiddels wel duidelijk geworden,” zei hij in 2024 tegen De Telegraaf.
Overlijden
Mattie Tugendhaft overleed op 13 juli 2025 op 87-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Zijn familie schreef op Facebook: ‘Als overlevende van de Holocaust en geridderd in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn bijzondere inzet voor de samenleving, geven wij met groot verdriet, maar ook met dankbaarheid voor alles wat hij voor ons en anderen heeft betekend, kennis van het overlijden van onze vader, opa en overgrootopa’.
Groot gemis
Op Facebook en andere plekken kwam een golf aan reacties op het overleden van Tugendhaft. Velen hebben hem gekend of ontmoet. Hij ligt inmiddels op de Joodse begraafplaats in Muiderberg. Op de dag van zijn begrafenis was in Maastricht op het Vrijthof een zomerconcert van André Rieu. Daar bleef één stoel leeg: die van Mattie Tugendhaft.
Moed en veerkracht
Vertrekkend ambassadeur van Israël, Modi Ephraim, wijdde de volgende woorden aan hem: ‘Voor mij belichaamde hij de moed en veerkracht van het Joodse volk, vooral te midden van het toenemende antisemitisme sinds 7 oktober. Eerder dit jaar sprak Mattie tijdens een Holocaustherdenking in Den Haag en bracht iedereen in de zaal tot tranen. Moge de herinnering aan Mattie Tugendhaft tot zegen zijn.’
De redactie van Jonet.nl wenst de familie en nabestaanden van Mattie (en Myrna) veel sterkte met dit grote verlies. BDH.
Waardeert u dit artikel?
Doneer hier dan een klein bedrag. Jonet.nl is een journalistiek platform dat zonder giften niet kan bestaan. Wij danken u bij voorbaat.
Wil je meer informatie of een hoger bedrag doneren? Ga naar jonet.nl/doneren






