Rosj Hasjana in Oeganda

Afbeelding met tekst: Om dubieuze claims te voorkomen is deze afbeelding verwijderd.

Het Israëlische echtpaar Itai en Hadas Goldstein had een unieke ervaring op hun huwelijksreis: Rosj Hasjana met de geïsoleerde Joodse Abayudaya gemeenschap in de bergen van Oeganda. In het Luganda, de plaatselijke taal, betekent Abayudaya ‘kinderen van Juda’.

Het echtpaar had van vrienden gehoord dat er in het oosten van Oeganda een Joodse gemeenschap is en greep de gelegenheid aan om daar het Joodse Nieuwjaar te vieren. Itai vertelt enthousiast dat het de meest bijzondere viering van Rosj Hasjana was die hij in zijn leven had meegemaakt.

De Abayudaya gemeenschap bestaat al zo’n honderd jaar in betrekkelijke afzondering van de rest van de Joodse wereld. Hij werd opgericht door de krijger Kakungulu die via het protestantse christendom het Jodendom ontdekte, dat hem zodanig aansprak dat hij zich in 1919 Joods verklaarde, zichzelf en zijn zonen liet besnijden en ging leven volgens de Joodse voorschriften. In 1920 kwam een zekere Jozef een half jaar naar Oeganda om de volgelingen van Kakungulu te onderwijzen over de Joodse feestdagen, de Joodse kalender en de spijswetten. De Abayudaya hebben hun eigen rituelen ontwikkeld, waarin traditionele  Joodse melodieën worden gecombineerd met Afrikaanse.

Tot in de jaren 1960 waren er zo’n 3000 Abayudaya in Oeganda en meer dan dertig synagogen. Onder de dictatuur van Idi Amin (1971-1979) werden de Abayudaya vervolgd; hun synagogen werden in brand gestoken, hun heilige boeken verbrand en vele leden van de gemeenschap werden vermoord. Er bleven slechts driehonderd Joden in leven.

In 2002 werden de Abayudaya pas erkend in een deel van de Joodse wereld, nadat een niet-orthodox Beth Din (religieuze rechtbank) hen officieel toeliet tot het Jodendom. Hun eerste rabbijn, Gersom Sizomu, werd opgeleid op een Conservative rabbinaal seminarium. Inmiddels zijn er negen synagogen. Ondanks verscheidene pogingen zijn de Abuyadaya nog niet als Joden erkend door de staat Israël.

Ondanks hun fysieke afzondering lijken de Abayudaya steeds meer contact te krijgen met de Joodse wereld buiten Oeganda. Goldstein: “Zij zijn niet echt geïsoleerd. Zij leven weliswaar in dorpen zonder elektriciteit en water, maar sommigen hebben mobiele telefoons en op die manier kon ik contact maken met een charmante man die Mosjé heet en in wiens huis wij overnachtten tijdens ons verblijf. Hij was al twee keer in Israël geweest en leert nu Hebreeuws.”

Goldstein beschrijft de feestdag: “Het begon met een wandeling van een half uur van het dorp waar wij waren naar een ander dorp dichtbij dat een grote synagoge heeft, waarvan de bouw slechts enkele weken geleden is voltooid. Daar brachten wij  de vrijdagavond door. Van over de hele wereld kwamen Joden daar naar toe, zelfs een aantal Israëlische vrijwilligers. In totaal waren er zo’n 150 mensen in de synagoge op Rosj Hasjana.”

Het was een emotionele ervaring voor de Goldsteins: “(…) de gebeden en rituelen die we kennen uit Israël, maar dan op een Afrikaanse manier.” Eén van de Israëlische bezoekers had zelfs appels, honing en een granaatappel meegebracht, iets dat de Abayudaya ontroerde. “Zij wisten niet wat een granaatappel was,” aldus Goldstein.

Hieronder een voorbeeld van de muziek van de Ayabudaya, een versie van Adon Olam:

Categorie:

Home » Nieuws » Joodse wereld » Rosj Hasjana in Oeganda